3
Plaats maximaal 10 enveloppen in het midden van lade 1 en stel de papiergeleiders in op de
breedte van de enveloppen.
Opmerking: Gebruik geen enveloppen die bij blootstelling aan temperaturen van 200ºC worden
dichtgeplakt, omkrullen, kreuken of gevaarlijke stoffen afgeven.
4
Selecteer de papiersoort in de toepassing die u gebruikt.
5
Start de afdruktaak.
In de handmatige invoer
Gebruik de handmatige invoer om de enveloppen een voor een af te drukken. Als u bij het invoeren
van enveloppen in lade 1 op problemen stuit, probeert u de enveloppen een voor een via de
handmatige invoer af te drukken.
1
Open de klep van de vooruitvoer zodat het papier via een rechte baan kan worden
doorgevoerd.
29