10
Wijzig op de tabbladen Drivers (Stuurprogramma's) en Bi-Di support (Bidirectionele
ondersteuning) desgewenst instellingen. Schakel op het tabblad Bi-Di support het
selectievakje van het statusvenster uit als u deze functie niet wilt.
Opmerking: Het statusvenster wordt weergegeven bij elke afdruktaak die u verzendt en geeft
real time informatie over de status van de afdruktaak en waarschuwt u bij
afdrukproblemen.
11
Selecteer op het tabblad Network Support (Netwerkondersteuning) de optie TCP/IP.
Opmerking: Als het vinkje naast een optie grijs wordt weergegeven, is ondersteuning voor deze
omgeving al geïnstalleerd en wordt deze met de installatie bijgewerkt.
12
Klik op Finish Installation (Installatie voltooien). Klik op Yes (Ja) wanneer u wordt gevraagd of u
opnieuw wilt opstarten. Verwijder zo nodig eerst de cd.
Bestanden worden gekopieerd naar de computer en printerobjecten worden aangemaakt in de map
Printers van Windows. Er wordt een bericht weergegeven wanneer de installatie is voltooid.
Deel 2: Een netwerkpoort aanmaken
1
Klik op Start
2
Selecteer de printer die u zojuist hebt geïnstalleerd.
3
Klik op Bestand
4
Klik achtereenvolgens op Poorten en Poort toevoegen.
5
Klik achtereenvolgens op Netwerkpoort en Nieuwe poort.
6
Voer de informatie in om de poort te maken.
a
Ken een logische poortnaam toe. Dit kan een willekeurige naam zijn waaraan u de printer
kunt herkennen zoals "E322_lab4". Deze naam wordt later weergegeven in de lijst met
beschikbare poorten.
b
Selecteer het IP-adres van de printer in de lijst. Als het IP-adres niet in de lijst wordt
weergegeven, klikt u op Enter TCP/IP address (TCP/IP-adres invoeren) of Name of Print
Server (Naam printerserver) en voert u vervolgens in het tekstvak IP-adres het adres in.
Als u niet weet welk IP-adres u moet invoeren, drukt u kort op de knop op het
bedieningspaneel. Er wordt dan een pagina met netwerkinstellingen afgedrukt waarop
onder de kop TCP/IP het IP-adres is vermeld.
c
Schakel het selectievakje in waarmee u dit protocol instelt als standaardprotocol.
d
Klik op OK. De nieuwe poort wordt toegekend aan de printer.
7
Druk kort op de knop op het bedieningspaneel om een testpagina af te drukken om de
installatie te controleren. Klik op het tabblad General (Algemeen) op Print Test Page
(Testpagina afdrukken) als het venster Printer Properties (Printereigenschappen) nog steeds
is geopend.
Als u het venster hebt afgesloten gaat u als volgt te werk:
a
Klik op Start
Instellingen
Printers.
Eigenschappen.
Instellingen
Printers.
97