Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Printeroverzicht ............5 Informatie over uw printer ..................5 Hoofdstuk 2: Bedieningspaneel ............7 Hoofdstuk 3: Afdruktaken annuleren ..........9 Voer de volgende stappen uit via het bedieningspaneel van de printer: ....9 Vanaf een Windows-computer: ................9 Vanaf een Macintosh-computer: ................
Pagina 4
Hoofdstuk 10: Etiketten laden ............31 In lade 1 ......................31 In de handmatige invoer ..................33 Hoofdstuk 11: Karton laden ............35 In lade 1 ......................35 In de handmatige invoer ..................36 Hoofdstuk 12: Dubbelzijdig afdrukken .......... 38 Hoofdstuk 13: Zuinig omspringen met toner en papier ....
Pagina 5
Pagina met netwerkinstellingen afdrukken ............92 Configureren en afdrukken ................. 93 TCP/IP ......................93 Stap 1: Het IP-adres, het netmasker en de gateway instellen ..... 93 Problemen oplossen ..................95 Stap 2: Netwerk en printer instellen voor afdrukken ........96 Problemen oplossen ..................
Printeroverzicht Informatie over uw printer Er zijn drie printermodellen beschikbaar: Lexmark E320, Lexmark E322 en Lexmark E322n. De verschillen tussen deze drie modellen worden in de volgende tabel aangegeven. Opmerking: Bepaalde secties van deze cd zijn mogelijk niet van toepassing op alle printermodellen.
Pagina 8
Druk lang (totdat alle lampjes branden) op de knop op het bedieningspaneel als u de beginwaarden van de printer opnieuw wilt instellen of als u in het menu voor speciale functies een instelling wilt selecteren. Druk dubbel (tweemaal snel achterelkaar) op de knop op het bedieningspaneel als u extra foutcodes wilt weergeven of als u door de instellingen in het menu voor speciale functies wilt schuiven.
Bedieningspaneel Het bedieningspaneel bevat zes lampjes en één knop. Lampje (brandend of knipperend) Betekenis Het lampje Ready/Data De printer is gereed om gegevens te ontvangen en te verwerken. [Gereed/Gegevens] brandt. Het lampje Ready/Data De printer is bezig met het ontvangen of verwerken van gegevens. [Gereed/Gegevens] knippert.
Pagina 10
de printer, maar ook of u moet ingrijpen (bijvoorbeeld als het papier op is) en of de printer onderhoud nodig heeft. Lampje brandt Lampje is uit Lampje knippert Lampje knippert langzaam Drukknop Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel voor een volledige lijst met printertoestanden die door de lampjes kunnen worden aangegeven.
Afdruktaken annuleren Voer de volgende stappen uit via het bedieningspaneel van de printer: Als de taak die u wilt annuleren wordt afgedrukt en het lampje Ready/Data [Gereed/Gegevens] knippert, drukt u lang op de knop (ongeveer 3 seconden). De printer wordt hiermee opnieuw ingesteld en de taak wordt geannuleerd.
Afdruktaken instellen Als de printer eenmaal klaar is voor gebruik en de stuurprogramma’s zijn geïnstalleerd, kunt u afdrukken. Wilt u een brief afdrukken, een watermerk met Niet kopiëren toevoegen aan een document of de tonerintensiteit aanpassen? Kies eenvoudigweg de gewenste printerinstelling en druk uw taak af. Afdrukken vanuit een Windows-omgeving Stel dat u in lade 1 normaal papier hebt geladen, maar dat u een brief wilt afdrukken op papier met een briefhoofd en dat u ook een envelop wilt afdrukken.
Klik in het dialoogvenster Afdrukken op OK om de afdruktaak naar de printer te verzenden. Opmerking: Als u een instelling wilt wijzigen die niet in het printerstuurprogramma voorkomt, kunt u het Setup-hulpprogramma voor de Lexmark E320/E322 van de weblocatie van Lexmark (www.lexmark.com) downloaden.
Pagina 14
Vervolgens drukt u de envelop af: Laad een envelop verticaal, met de klepzijde omlaag en met de ruimte voor de postzegel in de linkerbovenhoek in de sleuf voor handmatige invoer. Selecteer in het menu Archief de optie Pagina-instelling. Selecteer bij Papierformaat het gewenste formaat van de envelop. Wijzig de afdrukstand in Liggend.
• Gebruik xerografisch papier van 75 g/m • Gebruik transparanten die zijn ontworpen voor laserprinters. U wordt aangeraden Lexmark transparanten voor laserprinters te gebruiken: artikelnummer 70X7240 voor transparanten van het formaat Letter en artikelnummer 12A5010 voor transparanten van A4-formaat. •...
Mediabronnen van de printer De printer is uitgerust met twee standaardpapierbronnen: een lade voor automatische papierinvoer waarin maximaal 150 vel normaal papier kan worden geladen en een sleuf voor handmatige invoer waarin één vel per keer kan worden geladen. Voor de meeste afdruktaken kunt u lade 1 gebruiken. Gebruik de sleuf voor handmatige invoer voor één vel papier of voor één transparant, envelop, etiket, indexkaart enzovoort.
Pagina 18
U kunt de papiercapaciteit van de printer verhogen door de optionele lade 2 aan te schaffen, die maximaal 250 vel papier kan bevatten.
Papier laden In lade 1 Schuif de achterste papiersteun uit totdat u een klik hoort. Buig de vellen enkele malen om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit.
Pagina 20
Als u briefhoofdpapier wilt gebruiken, moet u het papier met de bovenkant van de pagina omlaag en naar u toegekeerd laden. Opmerking: Voorbedrukt papier, zoals briefhoofdpapier, moet bestand zijn tegen temperaturen tot 200° C zonder te smelten of gevaarlijke stoffen af te geven. Schuif de papiergeleiders tegen de randen van het papier.
Schuif de voorste papiersteun op de papieruitvoerlade uit totdat u een klik hoort. Als u afdrukt op papier van het formaat Legal, moet u de voorste papiersteun volledig uittrekken. Selecteer het papierformaat en de papiersoort in de toepassing die u gebruikt. Start de afdruktaak.
Pagina 22
Schuif de papiergeleiders tegen de randen van het papier. Selecteer het papierformaat en de papiersoort in de toepassing die u gebruikt. Start de afdruktaak. Druk kort (ongeveer één seconde) op de knop op het bedieningspaneel om het afdrukken te starten. Als het lampje Load Paper [Papier laden] knippert en het lampje Press Button [Druk op knop] gaat branden, plaatst u een nieuw vel papier in de handmatige invoer.
In de optionele lade 2 Pak de nokjes aan beide zijden van de lade vast en trek de lade helemaal uit de printer. Druk, voordat u het papier laadt, de metalen plaat naar beneden totdat deze is vergrendeld. Als u papier van het formaat A4 of Legal laadt, moet u de papiersteun uittrekken.
Pagina 24
Buig de vellen enkele malen om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit. Als u briefhoofdpapier wilt gebruiken, moet u het papier met de afdrukzijde naar beneden plaatsen en zorgen dat de bovenkant van de pagina als eerste de printer binnengaat. Zorg dat de stapel papier niet hoger is dan de indicator aangeeft.
Pagina 25
Plaats de lade weer in de printer en duw de lade stevig aan. Als de lade niet helemaal naar binnen is geduwd, wordt het papier mogelijk niet op de juiste manier ingevoerd. Selecteer het papierformaat in de toepassing die u gebruikt. Start de afdruktaak.
Transparanten laden Als u transparanten wilt afdrukken, dient u transparanten te gebruiken die speciaal voor laserprinters zijn ontworpen. Gebruik bij voorkeur de laserprintertransparanten van Lexmark: artikelnummer 70X7240 voor transparanten van het formaat Letter en artikelnummer 12A5010 voor transparanten van A4-formaat.
Pagina 27
Buig de transparanten enkele malen om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit. Laad maximaal 10 transparanten met de zijde waarop u wilt afdrukken naar u toe gericht. Opmerking: Transparanten moeten temperaturen kunnen weerstaan van 200ºC zonder te smelten, te verkleuren of gevaarlijke stoffen af te geven.
In de sleuf voor handmatige invoer Gebruik de sleuf voor handmatige invoer om transparanten een voor een af te drukken. Open de klep van de vooruitvoer om de transparant via een rechte papierbaan door de printer te leiden, zodat de kans dat deze omkrult of vastloopt zeer klein wordt. Schuif de papiergeleiders tegen de randen van de transparant.
Pagina 29
Als het lampje Load Paper [Papier laden] knippert en het lampje Press Button [Druk op knop] gaat branden, kunt u de volgende transparant in de handmatige invoer plaatsen. Druk op de knop op het bedieningspaneel om de volgende transparant af te drukken.
Enveloppen laden Laad maximaal 10 enveloppen in lade 1 of laad de enveloppen een voor een in de handmatige invoer. In lade 1 Schuif de achterste papiersteun uit totdat u een klik hoort. Open de klep van de vooruitvoer zodat het papier via een rechte lijn door de printer kan worden gevoerd.
Plaats maximaal 10 enveloppen in het midden van lade 1 en stel de papiergeleiders in op de breedte van de enveloppen. Opmerking: Gebruik geen enveloppen die bij blootstelling aan temperaturen van 200ºC worden dichtgeplakt, omkrullen, kreuken of gevaarlijke stoffen afgeven. Selecteer de papiersoort in de toepassing die u gebruikt.
Pagina 32
Laad een envelop in het midden van de handmatige invoer en stel de papiergeleiders in op de breedte van de envelop. Selecteer het papierformaat en de papiersoort in de toepassing die u gebruikt. Start de afdruktaak. Druk kort (ongeveer één seconde) op de knop op het bedieningspaneel om het afdrukken te starten.
10 etikettenvellen laden in lade 1. Raadpleeg de Card Stock & Label Guide op de weblocatie van Lexmark op www.lexmark.com voor meer informatie over het afdrukken van etiketten. In lade 1 Schuif de achterste papiersteun uit totdat u een klik hoort.
Pagina 34
Buig de etikettenvellen enkele malen om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit. Laad maximaal 10 etikettenvellen met de zijde waarop u wilt afdrukken naar u toe gericht. Opmerking: Gebruik etiketten die bestand zijn tegen een druk van 25 psi en temperaturen van 200°C zonder gevaarlijke stoffen af te geven.
In de handmatige invoer Gebruik de sleuf voor handmatige invoer om de etikettenvellen een voor een af te drukken. Als u bij het invoeren van etikettenvellen in lade 1 op problemen stuit, probeert u de vellen een voor een via de handmatige invoer af te drukken.
Pagina 36
Laad het etikettenvel met de zijde waarop u wilt afdrukken naar u toe gericht. Schuif de papiergeleiders tegen de randen van het etikettenvel. Selecteer het papierformaat en de papiersoort in de toepassing die u gebruikt. Start de afdruktaak. Druk kort (ongeveer één seconde) op de knop op het bedieningspaneel om het afdrukken te starten.
Pagina 37
Als het lampje Load Paper [Papier laden] knippert en het lampje Press Button [Druk op knop] gaat branden, plaatst u een nieuw etikettenvel in de handmatige invoer. Druk op de knop op het bedieningspaneel als u nog een etikettenvel wilt afdrukken.
Raadpleeg voor meer informatie over afdrukken op karton de Card Stock & Label Guide op de Lexmark weblocatie op www.lexmark.com. In lade 1 Schuif de achterste papiersteun uit totdat u een klik hoort. Open voor het beste resultaat de klep van de vooruitvoer zodat het papier via een rechte baan...
Laad maximaal 10 vellen karton of 10 indexkaarten met de afdrukzijde naar u toe gericht. Opmerking: Gebruik karton dat bestand is tegen een druk van 25 psi en een temperatuur van 200°C zonder gevaarlijke stoffen af te geven. Schuif de papiergeleiders tegen de randen van het karton. Selecteer het papierformaat en de papiersoort in de toepassing die u gebruikt.
Pagina 40
Schuif de papiergeleiders tegen de randen van de indexkaart. Selecteer het papierformaat en de papiersoort in de toepassing die u gebruikt. Start de afdruktaak. Druk kort (ongeveer één seconde) op de knop op het bedieningspaneel om het afdrukken te starten. Als het lampje Load Paper [Papier laden] knippert en het lampje Press Button [Druk op knop] brandt, kunt u een nieuwe indexkaart in de handmatige invoer plaatsen.
Dubbelzijdig afdrukken U vermindert de afdrukkosten door dubbelzijdig af te drukken. Selecteer Dubbelzijdig in het printerstuurprogramma zodat eerst de oneven pagina’s van het document worden afgedrukt. Als het eerste gedeelte van de taak is afgedrukt, begint het lampje Load Paper [Papier laden] te branden en knippert het lampje Press Button [Druk op knop].
Pagina 42
Korte zijde houdt in dat de pagina’s worden ingebonden langs de korte zijde. Staand Achterzijd e van het Liggend Voorzijde Achterzijde van het vel van het vel Voorzijde van het vel...
Zuinig omspringen met toner en papier Door zuinig om te springen met toner en papier kunt u de kosten van het afdrukken verlagen. • Als u concepten afdrukt, kunt u de hoeveelheid toner die u verbruikt, verminderen door de afdrukintensiteit in het printerstuurprogramma te wijzigen. U kunt instellingen selecteren die variëren van Zeer licht tot Zeer donker.
Het lampje Toner Low [Toner bijna op] gaat branden als de toner in de cartridge bijna op is. Opmerking: Op de Lexmark E320 gaat het lampje Toner Low [Toner bijna op] niet branden als de standaardtonercartridge voor 1500 vel in de printer is geïnstalleerd.
Pak de cartridge vast bij de handgreep en trek de cartridge recht omhoog (de cartridge kan warm zijn). Zet de tonercartridge opzij. Het is niet raadzaam om uw gebruikte tonercartridges opnieuw te vullen of elders AARSCHUWING opnieuw gevulde cartridges te kopen. De afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de printer kunnen in dat geval niet worden gegarandeerd.
Pagina 46
Raak het verhittingsstation niet aan. Het station kan heet zijn! Sluit de printerklep. Plaats de gebruikte cartridge in de verpakking en volg de instructies op de doos van de tonercartridge om de cartridge terug te sturen naar Lexmark. Richtlijnen voor een optimaal gebruikt van de tonercartridge: •...
Plaats de gebruikte tonercartridge eenvoudig weer in de doos waarin de cartridge werd geleverd. Volg de instructies op de buitenkant van de doos om de gebruikte cartridge naar Lexmark terug te sturen. Als er geen portovrij vervoersetiket beschikbaar is voor uw land, neemt u contact op met de leverancier van uw printer voor meer informatie over hergebruik.
Bel 1-800-438-2468 als u wilt weten welke leverancier zich het dichtst bij u in de buurt bevindt. In Nederland, België en andere landen kunt u contact opnemen met de winkel waar u de printer hebt gekocht. U kunt ook de online winkel van Lexmark bezoeken op www.lexmark.com.
Vastgelopen papier verwijderen Als er afdrukmateriaal in de printer vastloopt, geeft het lampje Paper Jam [Papier vast] aan dat u de papierbaan moet vrijmaken. Als er afdrukmateriaal vanuit lade 1 wordt ingevoerd op het moment dat de papierstoring optreedt: Trek het afdrukmateriaal recht omhoog uit lade 1. Druk op de knop op het bedieningspaneel of open en sluit de printerklep om het afdrukken te hervatten.
Pagina 50
Als de papierstoring in het verhittingsstation optreedt: Open de printerklep. Verwijder de tonercartridge (de cartridge kan warm zijn). Opmerking: Als de fotoconductor aan licht wordt blootgesteld, kan de tonercartridge beschadigd raken. Bedek de tonercartridge of sla de cartridge op een schone, donkere plaats op nadat u deze uit de printer hebt verwijderd.
Pagina 51
Een papierstoring kan zich ook voordoen als de uitvoerlade te vol is en er geen afdrukmateriaal meer kan worden uitgevoerd: Haal het afdrukmateriaal uit de uitvoerlade. Verwijder het vastgelopen papier. Als de papierstoring optreedt terwijl er vanuit lade 1 of de handmatige invoer etiketten worden ingevoerd: Controleer of de etiketten nog goed op het etikettenvel zitten nadat u de vastgelopen vellen hebt verwijderd.
Pagina 52
Til de printer van het ladehuis. Verwijder het vastgelopen papier. Houd de voorzijde van de printer precies boven de voorzijde van het ladehuis en plaats de printer weer terug op het ladehuis. Zet de printer aan en verzendt de afdruktaak opnieuw.
Pagina 53
Ga als volgt te werk als de papierstoring optreedt op het moment dat er papier vanuit lade 2 wordt ingevoerd: Trek lade 2 helemaal uit het ladehuis. Pak het papier in het ladehuis vast en trek het papier er voorzichtig uit. Plaats de lade weer terug in het ladehuis en hervat het afdrukken.
Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel De betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel is afhankelijk van de combinatie waarin de lampjes branden of knipperen. Met verschillende combinaties van brandende en knipperende lampjes worden verschillende printertoestanden aangegeven. Zo kunt u aan de lampjes zien wat de status is van de printer, maar ook of u moet ingrijpen (bijvoorbeeld als het papier op is) en of de printer onderhoud nodig heeft.
Pagina 55
Veelvoorkomende combinaties van lampjes: Toner Press Load Paper Button Ready/Data [Toner Paper [Druk [Gereed/ bijna [Papier [Papier Error Ga naar Gegevens] laden] vast] [Fout] knop] Printertoestand: pagina: Wachten pagina 58 Wachten en toner bijna pagina 58 Buffer wordt gewist pagina 59 Buffer wordt gewist en pagina 59 toner bijna op...
Pagina 56
Veelvoorkomende combinaties van lampjes: Toner Press Load Paper Button Ready/Data [Toner Paper [Druk [Gereed/ bijna [Papier [Papier Error Ga naar Gegevens] laden] vast] [Fout] knop] Printertoestand: pagina: De bovenklep is open pagina 64 en de toner is bijna op Tonercartridgefout pagina 64 Flash-geheugen vol pagina 65...
Pagina 57
Combinaties van secundaire foutcodes Toner Load Paper Press Ready/Data [Toner Paper Button [Gereed/ bijna [Papier [Papier Error [Druk op Ga naar Gegevens] laden] vast] [Fout] knop] Printertoestand: pagina: De pagina is pagina 68 te complex Het papier is te kort pagina 69 De toner is bijna op en pagina 69...
Pagina 58
In de volgende tabel worden de combinaties van lampjes in het menu voor speciale functies weergegeven. Klik op de aangegeven pagina voor meer informatie over de betekenis van de combinatie en over wat u kunt doen. Combinaties van lampjes in het menu voor speciale functies Toner Load Paper...
Pagina 59
Annuleer de afdruktaak. Druk op de knop op het bedieningspaneel totdat alle lampjes branden om de printer opnieuw in te stellen. Opmerking: Op de Lexmark E320 gaat het lampje Toner Low [Toner bijna op] niet branden als de standaardtonercartridge voor...
Pagina 60
Annuleer de afdruktaak. Druk op de knop op het bedieningspaneel totdat alle lampjes branden om de printer opnieuw in te stellen. Opmerking: Op de Lexmark E320 gaat het llampje Toner Low [Toner bijna op] niet branden als de standaardtonercartridge voor...
Pagina 61
• Plaats de tonercartridge terug. Opmerking: Op de Lexmark E320 gaat het lampje Toner Low [Toner bijna op] niet branden als de standaardtonercartridge voor 1500 vel in de printer is geïnstalleerd.
Pagina 62
• Plaats de tonercartridge terug. Opmerking: Op de Lexmark E320 gaat het lampje Toner Low [Toner bijna op] niet branden als de standaardtonercartridge voor 1500 vel in de printer is geïnstalleerd.
Pagina 63
• Plaats de tonercartridge terug. Opmerking: Op de Lexmark E320 gaat het lampje Toner Low [Toner bijna op] niet branden als de standaardtonercartridge voor 1500 vel in de printer is geïnstalleerd.
Pagina 64
• Plaats de tonercartridge terug. Opmerking: Op de Lexmark E320 gaat het lampje Toner Low [Toner bijna op] niet branden als de standaardtonercartridge voor 1500 vel in de printer is geïnstalleerd.
Pagina 65
Betekenis van deze combinatie van lampjes: U kunt op de andere zijde van het afdrukmateriaal afdrukken. Actie: • Plaats uw afdruktaak opnieuw in lade 1 en volg daarbij de instructies in het popup-menu van het stuurprogramma om de pagina’s op de juiste manier te plaatsen.
Pagina 66
• Plaats de tonercartridge terug. Opmerking: Op de Lexmark E320 gaat het lampje Toner Low [Toner bijna op] niet branden als de standaardtonercartridge voor 1500 vel in de printer is geïnstalleerd.
Pagina 67
• Plaats de tonercartridge terug. Opmerking: Op de Lexmark E320 gaat het lampje Toner Low [Toner bijna op] niet branden als de standaardtonercartridge voor 1500 vel in de printer is geïnstalleerd.
Pagina 68
Annuleer de afdruktaak. Druk op de knop op het bedieningspaneel totdat alle lampjes branden om de printer opnieuw in te stellen. Opmerking: Op de Lexmark E320 gaat het lampje Toner Low [Toner bijna op] niet branden als de standaardtonercartridge voor...
Pagina 69
Betekenis van deze combinatie van lampjes: Er is een van de volgende printerfouten opgetreden: • Het geheugen is vol. • De printer heeft een pagina ontvangen die te complex is om te worden afgedrukt. • De printer heeft een pagina ontvangen die korter is dan de pagina die is ingesteld.
Pagina 70
Betekenis van deze combinatie van lampjes: Er is een van de volgende printerfouten opgetreden: • Het geheugen is vol. • De printer heeft een pagina ontvangen die te complex is om te worden afgedrukt. • De printer heeft een pagina ontvangen die korter is dan de pagina die is ingesteld.
Pagina 71
De combinatie van lampjes heeft de volgende betekenis als u tweemaal op de knop op het bedieningspaneel drukt vanuit het menu voor speciale functies: Het geheugen van de printer is vol. Actie: • Maak de afdruktaak minder complex en/of verlaag de resolutie.
Pagina 72
De combinatie van lampjes heeft de volgende betekenis als u tweemaal op de knop op het bedieningspaneel drukt vanuit het menu voor speciale functies: Het papier is te kort om de opgemaakte gegevens af te drukken. Deze fout doet zich voor als de printer het afdrukmateriaal in de lade niet herkent of als er een probleem is met de invoer van het afdrukmateriaal.
Pagina 73
De combinatie van lampjes heeft de volgende betekenis als u tweemaal op de knop op het bedieningspaneel drukt vanuit het menu voor speciale functies: De printer heeft niet voldoende geheugen om een pagina op te maken en is gedwongen de resolutie te verlagen naar 300 dpi voordat de pagina kan worden afgedrukt.
Pagina 74
De combinatie van lampjes heeft de volgende betekenis als u tweemaal op de knop op het bedieningspaneel drukt vanuit het menu voor speciale functies: De printer beschikt niet over voldoende geheugen om de gegevens in de buffer op te slaan. Actie: •...
Pagina 75
De combinatie van lampjes heeft de volgende betekenis als u tweemaal op de knop op het bedieningspaneel drukt vanuit het menu voor speciale functies: De printer kan niet communiceren met de hostcomputer. Deze combinatie van lampjes brandt als: • De printer is aangesloten op een netwerk, maar de printerserver kan niet worden gedetecteerd als u de printer voor het eerst inschakelt.
Pagina 76
De combinatie van lampjes heeft de volgende betekenis als u tweemaal op de knop op het bedieningspaneel drukt vanuit het menu voor speciale functies: Er is een onderhoudsfout opgetreden en de printer is gestopt met afdrukken. Actie: • Schakel de printer uit en weer in. Als de lampjes nog steeds knipperen, neemt u contact op met de leverancier van de printer.
Problemen met afdrukkwaliteit oplossen Gebruik de volgende tabellen om oplossingen te vinden voor de afdrukproblemen die u tegenkomt. Lukt het u niet het probleem op te lossen, neem dan contact op met de leverancier van uw printer. Mogelijk moet een printeronderdeel door een onderhoudsmonteur worden gereinigd of vervangen. Probleem Oplossing Lichte of wazige tekens.
Pagina 78
Setup-hulpprogramma voor de Lexmark E320/E322 downloaden van de Lexmark weblocatie (www.lexmark.com). De afdrukken worden lichter, maar • Op de E320-printer gaat het lampje Toner Low [Toner bijna op] niet het lampje Toner Low [Toner bijna branden als de standaardtonercartridge voor 1500 vel in de printer op] brandt niet.
Pagina 79
Opmerking: Download het Setup-hulpprogramma van de Lexmark E320/E322 van de Lexmark weblocatie (www.lexmark.com) als u de instelling van het toneralarm wilt wijzigen. De printer is aan en het lampje Error •...
Pagina 80
Probleem Oplossing Het afdrukmateriaal wordt • Laad niet te veel papier in lade 1 of de optionele lade 2 (raadpleeg scheefgetrokken of krult om. de tabel Soorten en formaten afdrukmateriaal als u wilt weten hoeveel afdrukmateriaal u kunt laden. • Zorg ervoor dat de papiergeleiders tegen de randen van het afdrukmateriaal zijn geschoven.
Pagina 81
In PostScript Level 2-emulatie wist • Controleer of u het juiste PostScript-stuurprogramma gebruikt. de printer gegevens (de lampjes • De E320 ondersteunt PostScript niet. Ready/Data [Gereed/Gegevens] en • De printer beschikt niet over voldoende geheugen om de taak af te Error [Fout] knipperen).
Oplossing U wilt handmatig dubbelzijdig • Mogelijk ondersteunt uw printerstuurprogramma het handmatig afdrukken, maar u kunt die dubbelzijdig afdrukken niet. Bezoek de Lexmark weblocatie op mogelijkheid niet vinden in www.lexmark.com om het nieuwste printerstuurprogramma voor de uw printerstuurprogramma. printer te downloaden.
Als het lampje Error [Fout] gaat branden om aan te geven dat de bovenklep open staat, drukt u tweemaal snel achterelkaar op de knop op het bedieningspaneel. Als de lampjes Error [Fout] en Press Button [Druk op knop] knipperen, sluit u de bovenklep. Het menu voor speciale functies is geactiveerd.
Druk lang (totdat alle lampjes branden) op de knop op het bedieningspaneel om de oorspronkelijke fabrieksinstellingen van de printer te herstellen. Als de instellingen eenmaal weer hun oorspronkelijke fabriekswaarden hebben, keert de printer terug in de werkstand Gereed (het lampje Ready/Data [Gereed/Gegevens] brandt).
Druk tweemaal snel achterelkaar op de knop op het bedieningspaneel en doe dit vier keer (druk 4 keer dubbel) zodat het lampje Ready/Data [Gereed/Gegevens] gaat branden en de twee onderste lampjes knipperen. Druk lang (totdat alle lampjes branden) op de knop op het bedieningspaneel om de instelling voor het afdrukken van tekstpagina’s te selecteren.
Geavanceerde probleemoplossing Als u contact opneemt met de afdeling Technische ondersteuning van Lexmark voor het oplossen van een afdrukprobleem, wordt u bij het wijzigen van een standaardinstelling mogelijk begeleid door een modus voor geavanceerde probleemoplossing (bijvoorbeeld het inschakelen van de instelling PPDS geactiveerd als de taaktoepassing gebruikmaakt van de PPDS-gegevensstroom).
Pagina 87
Druk tweemaal snel op de knop op het bedieningspaneel totdat het lampjke Load Paper [Papier laden] brandt en de twee onderste lampjes knipperen. Druk op de knop op het bedieningspaneel totdat alle lampjes branden. De modus voor geavanceerde probleemoplossing is nu geactiveerd. Als de modus voor geavanceerde probleemoplossing is geactiveerd, hebben de lampjes op het bedieningspaneel een nieuwe betekenis al naar gelang de functie die wordt geselecteerd.
Pagina 88
Bijbehorende instelling: Voor de E320- en E322-printers is Parallelle poort ingeschakeld ingesteld op Auto, de fabrieksinstelling. Als de printer tijdens een afdruktaak over te weinig geheugen blijkt te beschikken en u de parallelle poort niet gebruikt, kunt u deze instelling uitschakelen en zo geheugen vrijmaken: •...
Pagina 89
Bijbehorende instelling: Voor de E320 en de E322 is Parallelle NPA-modus ingesteld op Auto, de fabrieksinstelling. Als de NPA-modus is ingeschakeld, kan de computer afdruktaken naar de printer verzenden en tegelijk informatie over de printerstatus opvragen: •...
Pagina 90
Bijbehorende instelling: Voor de E320 en de E322 is Parallelle modus 1 ingesteld op Aan, de fabrieksinstelling. Met deze instelling schakelt u de afstopweerstanden voor de signalen van de parallelle poort uit. Dit is nuttig voor computers met open collector- output voor de signalen van de parallelle poort.
Pagina 91
Bijbehorende instelling: Voor de E320 en de E322 is Parallelle strobe-aanpassing ingesteld op Uit (0), de fabrieksinstelling. Met deze instelling kunt u de tijdsduur verhogen dat de strobe wordt gesampled om te bepalen of geldige gegevens beschikbaar zijn op de parallelle poort.
Pagina 92
Parallelle poort ingeschakeld. Zet de printer uit om de modus voor geavanceerde probleemoplossing af te sluiten. Voor de E320 en de E322 is PPDS geactiveerd ingesteld op Uit, de fabrieksinstelling. Schakel PPDS geactiveerd in wanneer u in toepassingen met de PPDS- gegevensstroom werkt: •...
Pagina 93
Combinatie van lampjes in modus voor geavanceerde probleemoplossing Bijbehorende instelling: Automatisch HR/NR na NR/HR is ingesteld op Auto, de fabrieksinstelling. De wijze waarop de printer het einde van een regel opmaakt is afhankelijk van het computersysteem dat wordt gebruikt. Met deze instelling kunt u opgeven of de printer automatisch een harde return (HR) moet geven na een nieuwe regel (NR) of een nieuwe regel na een harde return.
In de Verenigde Staten of Canada kan 1-800-Lexmark (1-800-539-6275) worden gebeld. Als u wilt bellen vanuit Nederland, België of een ander land, raadpleegt u de lijst met telefoonnummers op de...
De afdruktaken worden op volgorde van ontvangst verwerkt. Hardware aansluiten Instructies voor het aansluiten van de Ethernet-kabel op de Lexmark E320n printer kunt u vinden in de installatiehandleiding van de printer. U kunt de installatiehandleiding vanaf deze cd bekijken, door...
Configureren en afdrukken TCP/IP Stap 1: Het IP-adres, het netmasker en de gateway instellen U moet een IP-adres, netmasker en gateway aan de printerserver toewijzen zodat andere netwerkapparaten de printerserver binnen het netwerk kunnen vinden. • Als u DHCP hebt, worden de juiste adressen automatisch toegewezen. Als u de toekenning wilt controleren, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en kijkt u of het IP-adres, het netmasker en de gateway een andere waarde hebben dan nul.
Pagina 97
Installatie Start de cd met stuurprogramma’s. Klik op Install Software, Printer Software. Klik op Custom Install wanneer deze optie wordt weergegeven. Selecteer Network Support en klik vervolgens op Volgende. Selecteer op het tabblad Network de optie Print Server TCP/IP Setup Utility en klik vervolgens op Finish Installation.
Problemen oplossen Als er problemen optreden met een printerserver op een TCP/IP-netwerk, wordt u aangeraden de volgende stappen in de aangegeven volgorde uit te voeren voordat u belt voor service. Druk kort op de knop op het bedieningspaneel om een pagina met netwerkinstellingen af te drukken.
Stap 2: Netwerk en printer instellen voor afdrukken Een afdruktaak kan op een groot aantal manieren worden verstuurd, waaronder FTP, TFTP, LPR/LPD, point-and-print (LexIP) en verschillende methoden waarbij met wachtrijen wordt gewerkt. Afdrukken naar een wachtrij op een Windows NT-server Om deze methode te gebruiken moet u ten minste één server hebben waarop Windows NT Server- software en TCP/IP worden uitgevoerd.
Pagina 100
Wijzig op de tabbladen Drivers (Stuurprogramma’s) en Bi-Di support (Bidirectionele ondersteuning) desgewenst instellingen. Schakel op het tabblad Bi-Di support het selectievakje van het statusvenster uit als u deze functie niet wilt. Opmerking: Het statusvenster wordt weergegeven bij elke afdruktaak die u verzendt en geeft real time informatie over de status van de afdruktaak en waarschuwt u bij afdrukproblemen.
Pagina 101
Klik op Bestand Eigenschappen. Klik op het tabblad General (Algemeen) op Print Test Page (Testpagina afdrukken). De client-installatie is voltooid wanneer de testpagina met succes is afgedrukt. Afdrukken met LexIP in Windows 95/98/Me Deze methode gebruikt u wanneer u direct afdrukken wilt instellen op Windows/95/98/Me-clients. U kunt dit bestand online bekijken voordat u begint met de installatie of het bestand naar een andere netwerkprinter afdrukken die al is ingesteld.
Pagina 102
Deel 2: Een netwerkpoort aanmaken Klik op Start Instellingen Printers. Selecteer de printer die u zojuist hebt geïnstalleerd. Klik op Bestand Eigenschappen. Klik achtereenvolgens op Details en Poort toevoegen. Klik op Network Printer Monitor en klik op OK. Voer de informatie in om de poort te maken. Ken een logische poortnaam toe.
Pagina 103
Deel 1: Printerstuurprogramma’s en TCP/IP-netwerkondersteuning installeren Start de cd met stuurprogramma’s. Als u de cd zich nog in het cd-rom-station bevindt, klikt u op Back (Terug) om terug te gaan naar het eerste scherm. Klik op Printer Software (Printersoftware). Klik op het pictogram om de softwareversie op de cd te installeren. Accepteer de licentieovereenkomst.
Pagina 104
Klik achtereenvolgens op Netwerkpoort en Nieuwe poort. Voer de informatie in om de poort te maken. Ken een logische poortnaam toe. Dit kan een willekeurige naam zijn waaraan u de printer kunt herkennen zoals “E322_lab4”. Deze naam wordt later weergegeven in de lijst met beschikbare poorten.
Pagina 105
De printer is nu gedeeld en kan op netwerk-clients worden geïnstalleerd. Gedeelde printer op netwerk-clients installeren Selecteer een van de volgende methoden om een gedeelde printer op netwerk-clients te installeren: Clients instellen (point-and-print) • Een subset van stuurprogrammagegevens wordt vanaf de server naar de client-computer gekopieerd.
Selecteer de netwerkprinter in de lijst Gedeelde printers. Als de printer niet in de lijst wordt vermeld, typt u het pad van de printer in het tekstvak. Het pad ziet er ongeveer als volgt uit: \\<hostnaam van server>\<naam van gedeelde printer> De hostnaam van de server is de naam van de servercomputer die het identificeert aan het netwerk.
Selecteer dat u Existing Program Group wilt gebruiken en klik vervolgens op OK. Network Printer Utility wordt op het werkstation geïnstalleerd in de directory netprint. Klik in het bureaublad van Windows op Start Lexmark Network Printer Utility. Dit programma vindt alle netwerkprinters met geïntegreerde netwerkfunctionaliteit of MarkNet interne printerservers die zich op hetzelfde subnet bevinden.
Selecteer de modus PSERVER. Klik in het menu File (Bestand) op Setup (Installeren). Selecteer Quick (Snel) of Customized (Aangepast) en selecteer vervolgens de modus. – Als u NDS-wachtrijen wilt beheren, moet u de NDS-structuur (NDS tree) en context opgeven waarin de MarkNet-printerserver is gedefinieerd. U moet ook wachtrijen maken of selecteren die door de printer zullen worden bediend.
Pagina 109
wordt afgedrukt. Hierdoor kan een afdruktaak verloren gaan als de printer tijdens een afdruktaak wordt uitgeschakeld. Dit is inherent aan het NetWare-ontwerp. Opmerkingen over afdrukprestaties: Veel mensen geven de voorkeur aan PSERVER voor de configuratie van printerservers. In eerdere versies van NetWare waren de prestaties van PSERVER beduidend beter dan de prestaties van NPRINTER/RPRINTER.
RPRINTER tegenover PSERVER in NetWare 3.x Printerservers worden volledig ondersteund in NetWare 3.x, met behulp van RPRINTER of PSERVER. RPRINTER in NetWare 3.x Voordeel van RPRINTER in NetWare 3.x: Er is geen gebruikerslicentie voor een NetWare-server vereist Nadelen van RPRINTER in NetWare 3.x: Er is weinig informatie beschikbaar over de afdruktaak.
Problemen oplossen Als er problemen optreden met een printerserver op een NetWare-netwerk, wordt u aangeraden de volgende stappen in de aangegeven volgorde uit te voeren. Afdrukken via wachtrijen Druk kort op de knop op het bedieningspaneel om een pagina met netwerkinstellingen af te drukken.
Als u beschikt over een netwerk met routing, hebt u keuze uit verschillende zones. De nieuwe printer bevindt zich in de standaardzone voor het netwerk. Selecteer deze zone. Als u niet weet welke zone u moet selecteren, zoekt u op de pagina met netwerkinstellingen naar Zone in het gedeelte over AppleTalk.
Als er problemen optreden met een printerserver op een AppleTalk-netwerk (EtherTalk, TokenTalk of LocalTalk), wordt u aangeraden de volgende stappen in de aangegeven volgorde uit te voeren voordat u contact opneemt met het de afdeling Technische ondersteuning van Lexmark. Controleer of het AppleTalk-protocol is ingeschakeld (geactiveerd) op de printerserver. Als u wilt weten of dit het geval is, drukt u op de knop op het bedieningspaneel om een pagina met netwerkinstellingen af en kijkt u onder de kop AppleTalk.
Controleer de kabel tussen de printer en het werkstation of het netwerk. Raadpleeg de aanvullende tips over het optimaliseren van de uitvoer van de Lexmark printer op de cd-rom als de afdrukkwaliteit van de afdruktaak slecht is. Deze tips kunnen u veel tijd besparen.
Normale omstandigheden Processing Indicatorla (Bezig met Testing (Bezig Updating flash code (Bezig met mpjes Gereed verwerken) met testen) bijwerken van flashcode) De printer De printer is Wanneer u op De printerserver is bezig wacht op bezig met het de knop Test flashbestand met het verwerken van gegevens.
Storingen Lampjespatroon Beschrijving Oorzaak en oplossing binair 12 (0,25 sec), Ernstige storing. Onherstelbare softwarefout. Bel voor service. binair 3 (0,25 sec), Onherstelbare fout in de printerserver. voortdurend herhaald. binair 15 (0,25 sec), POST-fout Zelftestfout. Tijdens het opstarten is een hardwarestoring gedetecteerd in de printerserver. binair x (0,25 sec), voortdurend herhaald.
April 2001 De volgende alinea is niet van toepassing in enig land waar dergelijke bepalingen in strijd zijn met de lokale wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC. LEVERT DEZE PUBLICATIE IN DE STAAT WAARIN DEZE VERKEERT, ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET, NOCH EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Ltd., Marketing and Services Department, Westhorpe House, Westhorpe, Marlow Bucks SL7 3RQ. Lexmark houdt zich het recht voor de door u verstrekte informatie naar eigen goeddunken te gebruiken en te verspreiden, zonder zich daarvoor op enige wijze aan u te verplichten. Extra exemplaren van aan dit product gerelateerde publicaties kunnen worden verkregen door vanuit de Verenigde Staten of Canada te bellen naar 1-800-553-9727.
• Dit product is samen met specifieke Lexmark onderdelen ontworpen, getest en goedgekeurd op basis van strikte, wereldwijd geldende veiligheidsnormen. De veiligheidsvoorzieningen van bepaalde onderdelen zijn niet altijd duidelijk zichtbaar. Lexmark is niet verantwoordelijk voor het gebruik van andere, vervangende onderdelen.
Hierdoor wordt het energieverbruik van de apparatuur met maximaal 50 procent teruggebracht. Lexmark is een enthousiast deelnemer aan dit programma. Lexmark International, Inc. heeft als Energy Star Partner vastgesteld dat dit product voldoet aan de Energy Star-richtlijnen voor efficiënt energiegebruik.
Laserinformatie Deze printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als een product dat voldoet aan de vereisten van DHHS 21 CFR paragraaf J voor laserproducten van klasse I (1). Elders is de printer gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de vereisten van IEC 825. Laserproducten van klasse I worden geacht geen gevaar op te leveren.