De printer is nu gedeeld en kan op netwerk-clients worden geïnstalleerd.
Gedeelde printer op netwerk-clients installeren
Selecteer een van de volgende methoden om een gedeelde printer op netwerk-clients te installeren:
Clients instellen (point-and-print)
•
Een subset van stuurprogrammagegevens wordt vanaf de server naar
de client-computer gekopieerd. Dit is voldoende informatie om een
afdruktaak naar de printer te verzenden.
•
Beste gebruik van systeembronnen. De server verwerkt wijzigingen in
het stuurprogramma en de verwerking van afdruktaken. Hierdoor kunnen
netwerk-clients veel sneller naar toepassingen terugkeren.
Clients instellen (peer-to-peer)
•
Het printerstuurprogramma wordt volledig op de client-computer
geïnstalleerd. Netwerk-clients behouden het beheer van wijzigingen aan
het stuurprogramma.
•
De client-computers verwerken de afdruktaken.
Clients instellen (point-and-print)
1
Dubbelklik in het bureaublad van Windows van de client-computer op Netwerkomgeving.
2
Zoek de hostnaam van de servercomputer en dubbelklik op de hostnaam.
3
Klik met de rechtermuisknop op de naam van de gedeelde printer en selecteer vervolgens
Installeren.
Het duurt enkele minuten voordat de stuurprogrammagegevens vanaf de servercomputer naar
de client-computer zijn gekopieerd en een nieuw printerobject aan de map Printers is
toegevoegd. Het aantal minuten is afhankelijk van het netwerkverkeer en overige factoren.
4
Sluit Netwerkomgeving af.
5
Druk een testpagina af om de installatie van de printer te controleren.
a
Klik op Start
b
Klik op Bestand
c
Klik op het tabblad General (Algemeen) op Print Test Page (Testpagina afdrukken).
De installatie van de printer is voltooid wanneer de testpagina met succes is afgedrukt.
Clients instellen (peer-to-peer)
1
Klik op Start
2
Klik op Printer toevoegen om de wizard Printer toevoegen te starten.
3
Klik op Network Print Server.
Instellingen
Printers.
Eigenschappen.
Instellingen
Printers.
102