Hier volgt een lijst van het onderhoud dat moet worden gepleegd aan de zitmaaier. Voor de punten die in deze
gebruiksaanwijzing niet worden beschreven, dient u naar een bevoegde onderhoudswerkplaats te gaan.
Onderhoud
Controleer het oliepeil van de motor
Controleer de koelluchtinlaat van de motor
Controleer het luchtfilter van de brandstofpomp
Controleer de besturingskabels
Controleer de remmen
Controleer de accu
Controleer het veiligheidssysteem
Controleer bouten en moeren
Controleer evt. brandstof- en olielekkage
Reinig het voorfilter van het luchtfilter (schuimplastic)
Controleer de maaikast
Controleer de spanning van de banden (60 kPa)
1)
Ververs de motorolie
Stel de remmen af – Rider 11 en Rider 11 Bio
Controleer de spieriemen
Controleer de koelflenzen van de hydrostaat –
Rider 13
Controleer de koelribben van de transmissie op de
Rider 13 H en de Rider 13 H Bio
Stel de remmen af – Rider 13
Smeer gewrichten en assen
Controle en afstelling van de gaskabel
Reinig de koelribben van de motor en de transmissie
Vervang het voorfilter en het papierfilter van het luchtfilter
Vervang het brandstoffilter
Vervang de bougie
1)
Eerste verversing na 5 uur.
gebruik van de zitmaaier moet het smeren twee keer per week worden uitgevoerd.
werkplaats.
= Wordt beschreven in deze gebruiksaanwijzing
= Wordt niet beschreven in deze gebruiksaanwijzing.
!
WAARSCHUWING!
Er mogen geen servicemaatregelen aan motor of maaikast worden uitgevoerd als niet:
•
De motor is afgezet.
•
De contactsleutel is verwijderd.
•
De ontstekingskabel is verwijderd van de bougie.
ONDERHOUD
Onderhoudsschema
3)
2)
Onder stoffige omstandigheden moet het reinigen en vervangen vaker plaatsvinden.
Dagelijks
Blad-
onderhoud
voor de
zijde
start
20
20
20
21
22
23
23
–
–
2)
24
25
30
31
22
–
–
23
22
31
33
2,4)
–
2)
24
33
–
4)
Wordt uitgevoerd door een bevoegde onderhouds-
•
De handrem is aangetrokken.
•
De maaikast is ontkoppeld.
Onderhoudsintervallen
in uren
25
50
100
3)
Bij dagelijks
Nederlands –
17