Bij koude motor:
4. Schuif de gasbediening naar stand 3
(chokestand). In deze stand krijgt de motor een
vetter mengsel, hetgeen ervoor zorgt dat de
motor makkelijker start.
Bij warme motor:
5. Zet de gasbediening precies tussen stand 1 en 2.
6. Draai de contactsleutel naar de startstand.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Laat de startmotor niet langer dan 5
seconden achter elkaar draaien. Als de
motor niet start wacht dan ca. 10 seconden
voordat de volgende startpoging wordt
gedaan.
RIJDEN
1
1
2
2
STOP START
3
3
13
Nederlands –