Tabel Storingsoorzaak
53.
Pulsduur programma niet correct geprogrammeerd in het menu; de breedte is te lang
54.
Klokprogramma van de klokthermostaat dient eerder te starten
55.
Aanvoer- en retourleiding naar het toestel verwisselt
56.
Kabel of stekker naar de driewegklep niet correct aangesloten
57.
Ketelsensor defect of niet juist geplaatst
60.
Kabelboomstekkers op de printplaat niet juist gemonteerd
61.
Gasblok defect
62.
Na programmeren (m.b.v. computer) bevestiging van de nieuwe instellingen
63.
Incorrecte parameters of een waarde ingegeven, die buiten de range van het programma ligt
64.
De branderautomaat voert frequent een check van de elektrische voeding uit
65.
Mechanische fout met de RESET knop
66.
De gasregelklep is incorrect afgesteld op maximaal vermogen
17.2 Tabel met mogelijke oplossingen
Mogelijke oplossingen voor de hierboven genoemde storingsoorzaken.
1.
Controleer de kabel of vervang deze; controleer of deze op de juiste kroonsteen is aangesloten
2.
Vervang de kamerthermostaat of vervang de aansluitkabel; is de juiste thermostaat gebruikt?
3.
Vervang de sensor of traceer de fout in de kabel
4.
Probeer de pompas los te maken; vervang het aandrijfgedeelte van de pomp
5.
Water bijvullen en lek opsporen; controleer het expansievat op defecten
6.
Te veel water in het systeem bijgevuld; Controleer het expansievat; vervang het expansievat
7.
Plaats stekkers
8.
Schoepen van de ventilator schoonmaken
9.
Ventilator vervangen
10.
Gaskraan openen
11.
Leidingen en gasmeter controleren; eventueel weerstandsberekening maken
12.
Gasleiding wijzigen
13.
Zekering vervangen
14.
Zekering vervangen
15.
Zekering vervangen
16.
Zie paragraaf betreffende de instelling van de gasregelklep
17.
Controleer met behulp van het aansluitschema de bekabeling; controleer de aansluiting op de
gasklep; let op vocht
18.
Controleer de kabel op kortsluiting, oververhitting of beknellingen; controleer de ontsteking op
scheuren; vervang de ontsteking
19.
Vervang de branderautomaat
20.
Controleer op vocht; controleer of de kabelschoenen op juiste wijze in de stekker zitten;
controleer en herstel de stand van de kabelschoen voordat de stekker wordt ingevoerd
21.
Controleer of de stekker(s) juist in elkaar passen en goed zijn bevestigd.
22.
Open de spoelleiding (linkerzijde van het toestel) door de dop te verwijderen; gebruik een
opvangbak om het afgetapte water op te kunnen vangen; gebruik een pen om in deze leiding te
prikken, zowel naar linksboven als naar rechtsboven; neem desnoods de branderunit uit het
toestel en giet water in de warmtewisselaar om de sifon door te spoelen
23.
Tap het systeem af, niet alleen de ketel maar de gehele CV-installatie; wanneer het gehele
systeem afgetapt wordt, dient de elektrische voeding uit de wandcontactdoos genomen te
worden en de ketel uitgeschakeld te worden; de CV-pomp moet niet in bedrijf komen gedurende
deze werkzaamheden
24.
Inspecteer de afsluitklep van de driewegklep
25.
Controleer de toe- en afvoerleidingen van het rookgassysteem op verstoppingen
26.
Controle rookgasafvoer- en luchttoevoersysteem
27.
Zie 26
29.
Het is aan te bevelen om eerst de branderautomaat te verwijderen, dit om waterschade te
voorkomen; na aftappen van het toestel ontkoppel de gasklep en de ventilator en verwijder de
branderplaat met ventilator; neem contact op met de fabrikant bij een geblokkeerde wisselaar
Montagehandleiding Senator 2010
57