9. Rookgasafvoer- en luchttoevoersysteem
9.1 Algemeen
Het toestel is als een gesloten toestel geconstrueerd en gekeurd. Indien de verbrandingslucht
toegevoerd en aangesloten wordt (d.m.v. een pijp) buiten het pand, dan wordt het als een gesloten
toestel geclassificeerd.
Het toestel dient door een erkende installateur volgens de geldende nationale en lokale normen en
voorschriften geplaatst en geïnstalleerd te worden.
De totale weerstand van de luchttoevoer en de rookgasafvoer dient een drukval van 200 Pa (voor
S 400 CV en S 550 CV toestel) niet te overschrijden.
Het toestel S400 CV heeft een rookgasafvoer diameter van 180 mm (luchttoevoer 180 mm).
Het toestel S550 CV heeft een rookgasafvoer diameter van 180 mm (luchttoevoer 180 mm).
De toestellen moeten geïnstalleerd worden met elk onafhankelijke rookgasafvoer- en en
verbrandingsluchttoevoersystemen.
9.2 Luchttoevoer
Indien een luchttoevoer kanaal wordt aangesloten van buiten het gebouw naar het toestel,
functioneert het toestel als een ruimte onafhankelijk toestel (gesloten toestel).
Het toevoerkanaal kan zijn uitgevoerd in:
•
kunststof.
•
roestvast staal.
LET OP: Indien het toevoerkanaal door een warme opstellingsruimte aangelegd wordt
(bijvoorbeeld: kassen), dient overwogen te worden om een dubbelwandig toevoerkanaal of een
geïsoleerd kanaal te gebruiken, ter voorkoming van condensaatvorming aan de buitenzijde van het
kanaal. De interne luchttoevoerkanalen van de ketel kunnen niet worden geïsoleerd.
Het luchttoevoerkanaal dient aan de buitenzijde afgeschermd te worden tegen regeninslag.
Verbrandingslucht mag geen chloor, ammoniak of alkalische middelen bevatten. De lucht in de
directe omgeving van een zwembad, wasmachine of een wasserij (chemische reiniging) zal
bovengenoemde stoffen bevatten; hier geen ketel plaatsen!
9.3 Rookgasafvoer
Het rookgasafvoer kanaal kan zijn uitgevoerd in
roestvast staal.
(Aluminium mag nooit worden toegepast.)
De toestellen moeten geïnstalleerd worden met elk een
onafhankelijk rookgasafvoersysteem.
Hoogte A
Dit is de hoogte van de luchttoevoer en deze dient
afgedekt te worden ter voorkoming van regeninslag.
Wanneer de rookgasafvoer en de luchttoevoer worden
aangebracht op een platte dakconstructie, dient de
hoogte tenminste 60 cm boven het dakoppervlak te
liggen en tenminste 30 cm boven het maximale
sneeuwniveau.
Voorbeeld 1:
Wanneer het maximale sneeuwniveau op het dak 45 cm
kan bedragen, dient de lucht inlaat 45 + 30 = 75 cm te
Montagehandleiding Senator 2010
26