8
Bedienen van de oven
Bedienen van de oven
Oven in- en uitschakelen
1. Zet de schakelaar voor de ovenfunctie op de gewenste functie.
2. Zet de temperatuurkiezer van de oven op de gewenste temperatuur.
Het temperatuurcontrolelampje is aan zolang de oven opwarmt.
3. Om de oven uit te schakelen moet u de schakelaars voor de ovenfunctie en de tempera-
tuurkeuze beide in de UIT stand zetten.
Koelventilator
3
Zodra de oven in gebruik wordt genomen wordt de ventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Nadat de oven is uitgeschakeld
blijft de ventilator nog verder lopen om het apparaat af te koelen en wordt dan automa-
tisch uitgeschakeld.
Ovenfuncties
Voor de oven zijn de volgende functies beschikbaar:
Bedrijfscontrolelampje
Ovenfuncties
Temperatuurcontrolelampje
Temperatuurkeuze