Problemen oplossen Het apparaat kan niet worden ingeschakeld De afdruktaak wordt niet gestart Het papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Afdrukresultaten niet naar behoren Er wordt geen inkt toegevoerd Papierstoringen Als er een fout optreedt Zoeken in alle functies Problemen met netwerkcommunicatie Problemen met afdrukken Problemen met de afdrukkwaliteit...
Problemen met netwerkcommunicatie Problemen met het apparaat tijdens gebruik in een netwerk Een apparaat wordt niet gedetecteerd in een netwerk Overige problemen met het netwerk...
Problemen met het apparaat tijdens gebruik in een netwerk Het apparaat werkt opeens niet meer Het resterende inktniveau wordt niet weergegeven in de printerstatusmonitor van het apparaat Afdruksnelheid is laag Het apparaat kan niet worden gebruikt bij het vervangen van een toegangspunt of het wijzigen van de instellingen ervan...
Het apparaat werkt opeens niet meer Kan niet communiceren met het apparaat nadat de netwerkinstellingen zijn gewijzigd Kan niet communiceren met het apparaat via het draadloze LAN U kunt niet afdrukken of scannen vanaf een computer die op het netwerk is aangesloten Kan niet communiceren met het apparaat nadat de netwerkinstellingen zijn gewijzigd Wacht tot het IP-adres is toegewezen aan de computer.
Pagina 11
Controle 10 Als de firewallfunctie van de beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt wellicht het bericht weergegeven dat Canon-software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als de waarschuwing wordt weergegeven, stelt u de beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd wordt toegestaan.
Het resterende inktniveau wordt niet weergegeven in de printerstatusmonitor van het apparaat Gebruik het printerstuurprogramma met bidirectionele communicatie. Selecteer Bi-directionele ondersteuning inschakelen (Enable bidirectional support) op het tabblad Poorten (Ports) van het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma. Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen...
Afdruksnelheid is laag Het apparaat is mogelijk bezig met het afdrukken of scannen van een grote Controle 1 taak vanaf een andere computer. Controleer of de status van de radiogolven goed is en pas de Controle 2 installatieposities aan terwijl u de status van de radiogolven in de gaten houdt met IJ Network Tool.
Het apparaat kan niet worden gebruikt bij het vervangen van een toegangspunt of het wijzigen van de instellingen ervan Wanneer u een toegangspunt vervangt, dient u de netwerkinstallatie van het apparaat opnieuw uit te voeren. Voer de installatie van het netwerk opnieuw uit met behulp van de Installatie-cd-rom of voer de installatie opnieuw uit volgens de instructies op onze website.
Een apparaat wordt niet gedetecteerd in een netwerk Kan het apparaat niet detecteren wanneer de netwerkcommunicatie wordt ingesteld Het apparaat wordt niet gedetecteerd in het draadloze LAN...
Kan het apparaat niet detecteren wanneer de netwerkcommunicatie wordt ingesteld Als het apparaat niet in het netwerk kan worden gedetecteerd wanneer u de netwerkcommunicatie instelt, controleert u de netwerkinstellingen voordat u het apparaat opnieuw detecteert. Kan het apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 1...
Kan het apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 1 Zijn de computer en het netwerkapparaat (router, toegangspunt en dergelijke) geconfigureerd en kan de computer verbinding maken met het netwerk? Controleer of u webpagina's kunt zien op de computer. Als u geen webpagina's kunt zien: Configureer de computer en het netwerkapparaat.
• Als het bericht niet wordt weergegeven op de computer: Annuleer het instellen en stel de beveiligingssoftware zo in dat toegang tot het netwerk door Canon- software* is toegestaan.
Kan het apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 3 Controleer de instellingen van het toegangspunt. Controleer de instellingen van het toegangspunt voor de netwerkverbinding, zoals IP-adresfiltering, MAC- adresfiltering of de DHCP-functie. Raadpleeg de instructiehandleiding die bij het toegangspunt is geleverd of neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over het controleren van de instellingen van het toegangspunt.
Wanneer u IJ Network Tool gebruikt, klikt u op Bijwerken (Update) om Controle 5 nogmaals naar de printer te zoeken. Venster Canon IJ Network Tool Als u zoekt naar een printer via een netwerk, moet u controleren of het Controle 6 apparaat is gekoppeld aan de poort.
Pagina 21
Controle 13 Als de firewallfunctie van de beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt wellicht het bericht weergegeven dat Canon-software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als de waarschuwing wordt weergegeven, stelt u de beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd wordt toegestaan.
Overige problemen met het netwerk Naam van een toegangspunt, SSID of een netwerksleutel vergeten Het bericht wordt tijdens installatie op het computerscherm weergegeven U bent het beheerderswachtwoord van het apparaat vergeten Informatie over het netwerk controleren Er worden regelmatig pakketten verzonden De fabrieksstandaard van de netwerkinstellingen van het apparaat herstellen...
Naam van een toegangspunt, SSID of een netwerksleutel vergeten Kan geen verbinding maken met een toegangspunt waaraan een WEP-/WPA-/WPA2-sleutel is toegewezen (u bent de WEP-/WPA-/WPA2-sleutel vergeten) Een WEP-/WPA-/WPA2-sleutel instellen Kan geen verbinding maken met een toegangspunt waaraan een WEP-/ WPA-/WPA2-sleutel is toegewezen (u bent de WEP-/WPA-/WPA2-sleutel vergeten) Raadpleeg de instructiehandleiding die bij het toegangspunt is geleverd of neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over het installeren van een toegangspunt.
Pagina 24
Opmerking • Dit apparaat ondersteunt WPA-PSK (WPA-Persoonlijk) en WPA2-PSK (WPA2-Persoonlijk).
Het bericht wordt tijdens installatie op het computerscherm weergegeven Het venster Wachtwoord invoeren (Enter Password) wordt weergegeven tijdens de installatie Het venster voor het instellen van de codering wordt weergegeven nadat het toegangspunt is geselecteerd in het venster Zoeken (Search) "U verbindt het apparaat met een niet gecodeerd draadloos netwerk"...
U bent het beheerderswachtwoord van het apparaat vergeten De LAN-instellingen initialiseren. De fabrieksstandaard van de netwerkinstellingen van het apparaat herstellen Na de initialisatie van de LAN-instellingen voert u de installatie uit met behulp van de Installatie-cd-rom of voert u de installatie uit volgens de instructies op onze website.
Als u de informatie over de netwerkinstellingen wilt weergeven met IJ Network Tool, selecteert u Netwerkgegevens (Network Information) in het menu Beeld (View). Venster Canon IJ Network Tool Het IP-adres of het MAC-adres van de computer controleren Volg de hieronder beschreven procedure als u wilt controleren welk IP-adres of MAC-adres aan de computer is toegewezen.
2. Voer de pingopdracht en het IP-adres van de doelprinter of het doeltoegangspunt in en druk dan op Enter. ping XXX.XXX.XXX.XXX "XXX.XXX.XXX.XXX" is het IP-adres van het doelapparaat. Als de communicatie beschikbaar is, wordt een bericht weergegeven dat lijkt op het volgende bericht. Antwoord van XXX.XXX.XXX.XXX: bytes=32 time=10ms TTL=255 Als Time-out van verzoek (Request timed out) wordt weergegeven, is de communicatie niet beschikbaar.
IJ Network Scanner Selector EX uit. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram in het berichtenvak op het bureaublad en selecteer vervolgens Canon IJ Network Scanner Selector EX uitschakelen (Disable Canon IJ Network Scanner Selector EX) om IJ Network Scanner Selector EX uit te schakelen.
De fabrieksstandaard van de netwerkinstellingen van het apparaat herstellen Belangrijk • Houd er rekening mee dat bij initialisatie alle netwerkinstellingen op het apparaat worden gewist en dat afdrukken of scannen vanaf een computer via een netwerk wellicht niet meer mogelijk is. Als u het apparaat via een netwerk wilt uitvoeren, voert u de installatie uit met behulp van de Installatie-cd-rom of voert u de installatie uit volgens de instructies op onze website.
Problemen met afdrukken De afdruktaak wordt niet gestart Papierstoringen Het papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Automatisch dubbelzijdig afdrukken mislukt Kopieer-/afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid...
De afdruktaak wordt niet gestart Controleer of de stekker goed is aangesloten en druk vervolgens op de knop Controle 1 AAN (ON) om het apparaat in te schakelen. Het apparaat is bezig met initialiseren zolang het AAN (ON)-lampje knippert. Wacht totdat het AAN (ON)-lampje stopt met knipperen en blijft branden.
Pagina 33
3. De eigenschappen van het printerstuurprogramma voor het apparaat openen. • Klik in Windows 8 of Windows 7 met de rechtermuisknop op het pictogram 'Canon XXX Printer' (waarbij 'XXX' de naam van uw apparaat is) en selecteer Printereigenschappen (Printer properties).
Pagina 34
Is de omvang van de afdrukgegevens extreem groot? Controle 7 Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het printerstuurprogramma. Stel in het dialoogvenster dat wordt weergegeven de optie Verlies van afdrukgegevens voorkomen (Prevention of Print Data Loss) in op Aan (On). * Als Aan (On) is geselecteerd voor Verlies van afdrukgegevens voorkomen (Prevention of Print Data Loss), kan de afdrukkwaliteit afnemen.
Papierstoringen Als papier is vastgelopen, knippert het Alarm-lampje oranje en wordt automatisch een probleemoplossingsbericht op het computerscherm weergegeven. Neem de maatregelen die in het bericht worden beschreven. Zie de Lijst met ondersteuningscodes (als het papier is vastgelopen) voor informatie over het verwijderen van het vastgelopen papier.
Het papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Zorg dat er papier is geplaatst. Controle 1 Papier plaatsen Let op het volgende bij het plaatsen van papier in de printer. Controle 2 • Als u twee of meer vellen papier plaatst, moet u het papier uitwaaieren voordat u het papier plaatst. •...
Pagina 37
Als meerdere vellen normaal papier door het apparaat worden ingevoerd, Controle 6 selecteert u de instelling die invoer van twee vellen normaal papier voorkomt. Als meerdere vellen normaal papier door het apparaat worden ingevoerd, selecteert u de instelling die invoer van twee vellen normaal papier voorkomt met het bedieningspaneel of de computer.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken mislukt Is de instelling voor automatisch dubbelzijdig afdrukken geselecteerd? Controle 1 Zorg dat de selectievakjes Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing) en Automatisch (Automatic) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma zijn ingeschakeld. Dubbelzijdig afdrukken Controleer of het huidige papierformaat geschikt is voor automatisch Controle 2 dubbelzijdig afdrukken.
Kopieer-/afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid Is er papier geplaatst? Controle 1 Zorg dat er papier is geplaatst. Plaats nieuw papier als het papier in het apparaat op is. Bevatten de af te drukken documenten veel foto's of illustraties? Controle 2 Als u omvangrijke gegevens afdrukt zoals foto's of afbeeldingen, hebben het apparaat en de computer tijd nodig om deze te verwerken, zodat het soms lijkt alsof het apparaat is gestopt.
Afdrukresultaten niet naar behoren Als de afdrukresultaten witte strepen, verkeerd afgedrukte lijnen of ongelijkmatige kleuren vertonen, kunt u het beste eerst controleren of de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit correct zijn. Komen de instellingen voor het paginaformaat en mediumtype overeen met Controle 1 het formaat en type papier dat is geplaatst? Als deze instellingen onjuist zijn, kunt u geen goed afdrukresultaat verkrijgen.
De afdruktaak wordt niet voltooid Selecteer de instelling die zorgt dat de afdrukgegevens niet worden Controle 1 gecomprimeerd. Het afdrukresultaat kan verbeteren als u in de toepassing die u gebruikt de instelling selecteert die zorgt dat afdrukgegevens niet worden gecomprimeerd. Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het printerstuurprogramma.
Een deel van de pagina wordt niet afgedrukt Als u automatisch dubbelzijdig afdrukt, kan het probleem worden veroorzaakt Controle door het onderstaande. Wanneer u automatisch dubbelzijdig afdrukken gebruikt, is het afdrukgebied boven aan de pagina 2 mm / 0,08 inch smaller dan normaal. Dit betekent dat de onderzijde van de pagina mogelijk niet wordt afgedrukt.
Geen afdrukresultaten/Onduidelijke afdrukken/Onjuiste kleuren/ Witte strepen Geen afdrukresultaten Onduidelijke afdrukken Onjuiste kleuren Witte strepen...
Pagina 45
Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Druk het controleraster voor de spuitopeningen af en voer eventueel Controle 2 noodzakelijk onderhoud uit, zoals het reinigen van de printkop. Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopeningen van de printkop wordt gespoten.
Pagina 46
Reinig de glasplaat. De glasplaat en de documentklep reinigen Zorg dat het origineel correct op de glasplaat is geplaatst. Controle 7 Originelen plaatsen Is het origineel met de te kopiëren zijde omlaag op de glasplaat geplaatst? Controle 8 Hebt u een afdruk gekopieerd die met dit apparaat is gemaakt? Controle 9 Als u een afdruk die is gemaakt met dit apparaat als origineel gebruikt, kan de afdrukkwaliteit afnemen, afhankelijk van de staat van het origineel.
Kleuren zijn onduidelijk Wordt het controleraster voor de spuitopeningen correct afgedrukt? Controle 1 Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopeningen van de printkop wordt gespoten. Raadpleeg Vage afdrukken of onjuiste kleuren voor het afdrukken van het controleraster voor de spuitopeningen, het reinigen van de printkop en het uitvoeren van een diepte-reiniging van de printkop.
Lijnen worden verkeerd afgedrukt Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Lijn de printkop uit. Controle 2 Als de afgedrukte lijnen niet evenwijdig zijn of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, dient u de positie van de printkop aan te passen.
Lijn wordt niet of slechts gedeeltelijk afgedrukt Wordt de functie Pagina-indeling afdrukken of Bindmarge gebruikt? Controle 1 Als de functie Pagina-indeling afdrukken of Bindmarge wordt gebruikt, worden dunne lijnen mogelijk niet afgedrukt. Probeer de lijnen in het document dikker te maken. Is de omvang van de afdrukgegevens extreem groot? Controle 2 Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het...
Afbeelding wordt niet of slechts gedeeltelijk afgedrukt Selecteer de instelling die zorgt dat de afdrukgegevens niet worden Controle 1 gecomprimeerd. Het afdrukresultaat kan verbeteren als u in de toepassing die u gebruikt de instelling selecteert die zorgt dat afdrukgegevens niet worden gecomprimeerd. Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het printerstuurprogramma.
Wordt er fotopapier gebruikt voor het afdrukken van foto's? Controle 3 Als u gegevens afdrukt met een hoge kleurverzadiging, zoals foto's of afbeeldingen met diepe kleuren, raden wij het gebruik van Glossy Foto Papier Extra II of ander speciaal papier van Canon aan. Mediumtypen die u kunt gebruiken...
Papier vertoont vlekken/Papieroppervlak vertoont krassen Papier vertoont vlekken De randen van het papier vertonen vlekken Het papier vertoont vlekken Papieroppervlak vertoont krassen Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Wordt de juiste papiersoort gebruikt? Controleer het volgende: Controle 2 •...
Pagina 53
1. Rol het papier op tegen de richting van de krul in, zoals hieronder wordt weergegeven. 2. Controleer of het papier nu vlak is. Het is raadzaam om teruggekruld papier met een vel tegelijk in te voeren. Opmerking • Er zijn bepaalde mediumtypen die snel besmeurd raken of niet goed kunnen worden ingevoerd, ook al krullen ze niet naar binnen.
Pagina 54
• Instellen via de computer Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma en schakel bij Aangepaste instellingen (Custom Settings) op het tabblad Onderhoud (Maintenance) het selectievakje Schuring van papier voorkomen (Prevent paper abrasion) in en klik op OK. Zie Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen voor informatie over het openen van het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.
Pagina 55
Opmerking • Stel het paginaformaat correct in om te voorkomen dat er vlekken aan de binnenkant van het apparaat ontstaan. Stel een langere droogtijd voor het afgedrukte oppervlak in. Controle 10 Op die manier geeft u het afgedrukte oppervlak voldoende tijd om te drogen, zodat er geen inktvlekken en krassen ontstaan.
Vegen op de achterzijde van het papier Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Maak de binnenzijde van het apparaat schoon door een reiniging van de Controle 2 onderste plaat uit te voeren. Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat) Opmerking •...
Er worden verticale lijnen afgedrukt op de zijde van de afdruk Is papier met het juiste formaat geplaatst? Controle De verticale lijnen worden mogelijk afgedrukt in de marge als het formaat van het geplaatste papier groter is dan het opgegeven formaat. Stel het juiste papierformaat in voor het geplaatste papier.
Kleuren zijn ongelijkmatig of vertonen strepen Kleuren zijn ongelijkmatig Kleuren zijn gestreept Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Druk het controleraster voor de spuitopeningen af en voer eventueel Controle 2 noodzakelijk onderhoud uit, zoals het reinigen van de printkop. Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopeningen van de printkop wordt gespoten.
Pagina 59
Lijn de printkop uit. Controle 3 De printkop uitlijnen Opmerking • Als het probleem niet is opgelost na het uitlijnen van de printkop, voert u een handmatige uitlijning van de printkop uit aan de hand van de aanwijzingen in De positie van de printkop uitlijnen vanaf de computer.
Er wordt geen inkt toegevoerd Vervang een eventuele lege FINE-cartridge door een nieuwe. Controle 1 Is de FINE-cartridge correct geplaatst? Controle 2 Als de FINE-cartridge niet goed is geplaatst, wordt de inkt mogelijk niet goed uitgespoten. Open de papieruitvoerklep, waarna het klepje over de kop wordt geopend. Druk de inktcartridgevergrendeling omhoog om te controleren of de FINE-cartridge correct is geplaatst.
Problemen met scannen De scanner werkt niet ScanGear (scannerstuurprogramma) start niet Er verschijnt een foutbericht en het scherm van ScanGear (scannerstuurprogramma) wordt niet weergegeven Er kunnen niet meerdere items tegelijk worden gescand Scannen met Automatisch scannen werkt niet goed Lage scansnelheid Er wordt een bericht weergegeven dat er onvoldoende geheugen is De computer loopt vast tijdens het scannen De scanner werkt niet nadat een upgrade van Windows is uitgevoerd...
De scanner werkt niet Controle 1: zorg dat uw scanner of printer is ingeschakeld. Controle 2: sluit de USB-kabel aan op een andere USB-poort van de computer. Controle 3: als de USB -kabel is aangesloten op een USB-hub, maakt u de kabel los van de USB -hub en sluit u deze aan op een USB-poort van de computer.
ScanGear (scannerstuurprogramma) start niet Controle 1: zorg dat MP Drivers is geïnstalleerd. Installeer MP Drivers vanaf de installatie-cd-rom of van de webpagina als het programma nog niet is geïnstalleerd. Controle 2: selecteer uw scanner of printer in het menu van de toepassing.
Er verschijnt een foutbericht en het scherm van ScanGear (scannerstuurprogramma) wordt niet weergegeven Controle 1: zorg dat uw scanner of printer is ingeschakeld. Controle 2: zet de scanner of printer uit, sluit de USB-kabel opnieuw aan en sluit het netsnoer weer aan. Controle 3: sluit de USB-kabel aan op een andere USB-poort van de computer.
Er kunnen niet meerdere items tegelijk worden gescand Controle 1: controleer of de items correct zijn geplaatst. Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) Controle 2: controleer of u één item goed kunt scannen. Bepaalde toepassingen bieden geen ondersteuning voor het scannen van meerdere documenten.
Scannen met Automatisch scannen werkt niet goed Controle 1: controleer of de items correct zijn geplaatst. Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) Controle 2: mogelijk wordt scannen van meerdere items niet ondersteund. Bepaalde toepassingen bieden geen ondersteuning voor het scannen van meerdere documenten.
Lage scansnelheid Controle 1: als u de afbeelding wilt weergeven op een monitor, stelt u de uitvoerresolutie in op ongeveer 150 dpi. Voor afdrukken stelt u de resolutie in op ongeveer 300 dpi. Resolutie Controle 2: stel Correctie van vervaging (Fading Correction), Correctie van korreligheid (Grain Correction) en dergelijke in op Geen (None).
Er wordt een bericht weergegeven dat er onvoldoende geheugen is Controle 1: sluit andere toepassingen en probeer het opnieuw. Controle 2: verlaag de resolutie of het uitvoerformaat en voer de scan opnieuw uit. Resolutie...
De computer loopt vast tijdens het scannen Controle 1: start de computer opnieuw op, verlaag de uitvoerresolutie in ScanGear (scannerstuurprogramma) en scan het document nogmaals. Raadpleeg voor meer informatie 'Instellingen voor uitvoer' voor uw model vanuit de startpagina van de Online handleiding. Controle 2: verwijder onnodige bestanden om voldoende ruimte op de vaste schijf vrij te maken en voer de scan opnieuw uit.
Klik op de charm Instellingen (Settings) > Configuratiescherm (Control Panel) > Programma's (Programs) > Een programma verwijderen (Uninstall a program). Dubbelklik op Canon IJ Scan Utility. Klik op Ja (Yes) wanneer u om bevestiging wordt gevraagd. Klik op OK wanneer het verwijderen is voltooid.
Pagina 72
Selecteer in het menu Start de optie Configuratiescherm (Control Panel) > Programma's toevoegen of verwijderen (Add or Remove Programs). Selecteer Canon IJ Scan Utility en klik vervolgens op Wijzigen/verwijderen (Change/Remove). Klik op Ja (Yes) wanneer u om bevestiging wordt gevraagd.
De gescande afbeelding kan niet worden geopend Controle: als de gegevensindeling niet door de toepassing wordt ondersteund, scant u de afbeelding opnieuw en selecteert u een veelgebruikte gegevensindeling zoals JPEG bij het opslaan. Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor meer informatie. Als u vragen hebt, kunt u contact opnemen met de fabrikant van de toepassing.
Scanresultaten niet naar behoren Scankwaliteit (afbeelding op het scherm) is slecht De gescande afbeelding wordt omringd door extra witruimte Kan niet scannen met de juiste afmetingen Item is juist geplaatst, maar de gescande afbeelding is scheef De gescande afbeelding wordt vergroot of verkleind weergegeven op het computerscherm...
Scankwaliteit (afbeelding op het scherm) is slecht Controle 1: verhoog de scanresolutie als de afbeelding rafelig Resolutie Controle 2: stel het weergaveformaat in op 100%. In bepaalde toepassingen worden te kleine weergaveformaten niet duidelijk weergegeven. Controle 3: als moiré (streeppatroon) ontstaat, neemt u de volgende maatregelen en probeert u het opnieuw.
Pagina 76
Raadpleeg de Help van Windows of de handleiding van het beeldscherm voor informatie over het controleren van de kleurdiepte van het beeldscherm. Controle 5: maak de glasplaat en de documentklep schoon. Controle 6: als het document in slechte staat is (bijvoorbeeld vuil of vervaagd), gebruikt u Stof en krassen reduceren (Reduce Dust and Scratches), Correctie van vervaging (Fading Correction), Correctie van korreligheid (Grain Correction) en...
De gescande afbeelding wordt omringd door extra witruimte Controle: geef het scangebied op. Klik op (Automatisch bijsnijden) in de volledige afbeeldingsweergave van ScanGear (scannerstuurprogramma) om automatisch het bijsnijdkader (scangebied) voor de toepasselijke itemgrootte weer te geven. U kunt het scangebied ook handmatig opgeven in de miniatuurweergave, of wanneer er witte marges rond het item zijn (bijvoorbeeld op foto's) of wanneer u aangepaste bijsnijdkaders wilt maken.
Item is juist geplaatst, maar de gescande afbeelding is scheef Controle: als Document of Tijdschrift (Magazine) als type item is geselecteerd deselecteert u het selectievakje Scheve tekstdocumenten corrigeren (Correct slanted text document) en scant u het item opnieuw. Dialoogvenster Instellingen (Document scannen) Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen)
De gescande afbeelding wordt vergroot of verkleind weergegeven op het computerscherm Controle 1: wijzig de weergave-instelling in de toepassing. Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor meer informatie. Als u vragen hebt, kunt u contact opnemen met de fabrikant van de toepassing. Opmerking U kunt het afbeeldingsformaat niet verkleinen in Paint.
De e-mailclient die u wilt gebruiken, wordt niet weergegeven in het scherm waarin u een e-mailclient kunt selecteren Controle: controleer of de MAPI van de e-mailclient is ingeschakeld. Raadpleeg de handleiding van de e-mailclient voor het instellen van MAPI. Als het probleem niet is opgelost wanneer MAPI is ingeschakeld, selecteert u Geen (handmatig toevoegen) (None (Attach Manually)) in het scherm voor het selecteren van een e-mailclient en wijst u de afbeelding handmatig aan de uitgaande e-mail toe.
Problemen met het apparaat Het apparaat kan niet worden ingeschakeld Het apparaat wordt onverwacht uitgeschakeld Kan geen goede verbinding maken met een computer met een USB-kabel Kan niet communiceren met het apparaat met een USB-verbinding De printerstatusmonitor wordt niet weergegeven...
Het apparaat kan niet worden ingeschakeld Druk op de knop AAN (ON). Controle 1 Controleer of de stekker goed in de netsnoeraansluiting is bevestigd en zet Controle 2 vervolgens het apparaat weer aan. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Wacht ten minste twee Controle 3 minuten, doe de stekker van het apparaat vervolgens weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan.
Het apparaat wordt onverwacht uitgeschakeld Schakel de instelling uit om het apparaat automatisch uit te schakelen. Controle Als u de instelling om het apparaat automatisch uit te schakelen activeert, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld als de tijd is verstreken die u hebt opgegeven. Als u niet wilt dat het apparaat automatisch wordt uitgeschakeld, opent u het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma en selecteert u Uitschakelen (Disable) voor Printer automatisch uit (Auto Power Off) bij Printer automatisch aan/uit (Auto Power) op het tabblad Onderhoud (Maintenance).
Kan geen goede verbinding maken met een computer met een USB-kabel Afdruk- of scansnelheid is laag/USB Hi-Speed-verbinding werkt niet/Het bericht 'Dit apparaat kan sneller werken (This device can perform faster)' wordt weergegeven Als uw systeemomgeving niet volledig compatibel is met Hi-Speed USB, werkt het apparaat langzamer, op de snelheid van USB 1.1.
Kan niet communiceren met het apparaat met een USB-verbinding Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controle 1 Zorg dat de USB-kabel correct is aangesloten. Controle 2 Zie Het apparaat op de computer aansluiten met een USB-kabel voor een correcte aansluiting van de USB- kabel.
De printerstatusmonitor wordt niet weergegeven Is de printer statusmonitor ingeschakeld? Controle Zorg dat Statusmonitor inschakelen (Enable Status Monitor) is geselecteerd in het menu Optie (Option) van de printerstatusmonitor. 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma. Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen 2.
Problemen met installeren/downloaden Kan MP Drivers niet installeren Easy-WebPrint EX wordt niet gestart of het menu Easy-WebPrint EX wordt niet weergegeven MP Drivers bijwerken in een netwerkomgeving IJ Network Tool verwijderen...
Kan MP Drivers niet installeren • Indien de installatie ook niet wordt gestart nadat de installatie-cd-rom in het cd-rom-station van uw computer is geplaatst: Start de installatie met behulp van de volgende procedure. 1. Selecteer items zoals hieronder aangegeven. ◦ Selecteer bij Windows 8 het pictogram Verkenner (Explorer) in de Taakbalk (Taskbar) op het Bureaublad (Desktop) en selecteer vervolgens Computer in de lijst aan de linkerkant.
Pagina 91
Opmerking • De printer is niet gedetecteerd. Controleer de verbinding. (The printer is not detected. Check the connection.) kan mogelijk worden geselecteerd, afhankelijk van de computer die u gebruikt. Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op het apparaat en de Controle 1 computer.
Controle 1 (Toolbars) in het menu Beeld (View) van Internet Explorer? Als Canon Easy-WebPrint EX niet wordt weergegeven, is Easy-WebPrint EX niet op uw computer geïnstalleerd. Installeer de meeste recente versie van Easy-WebPrint EX op uw computer vanaf onze website.
MP Drivers bijwerken in een netwerkomgeving Download eerst de nieuwste MP Drivers. U verkrijgt de nieuwste MP Drivers door vanaf onze website de nieuwste versie van MP Drivers voor uw model te downloaden. Nadat u MP Drivers hebt verwijderd, installeert u de nieuwste MP Drivers volgens de normale procedure. Wanneer het keuzescherm voor het selecteren van de verbindingsmodus wordt weergegeven, selecteert u De printer met een draadloze LAN-verbinding gebruiken (Use the printer with wireless LAN connection).
1. Selecteer Configuratiescherm (Control Panel) via de charm Instellingen (Settings) in Bureaublad (Desktop) > Programma´s (Programs) > Programma´s en eigenschappen (Programs and Features). 2. Selecteer Canon IJ Network Tool uit de programmalijst en klik vervolgens op Verwijderen (Uninstall). Als het scherm Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) verschijnt, klikt u op Doorgaan (Continue).
Als er een fout optreedt Als er een fout optreedt tijdens het afdrukken (het papier in het apparaat is bijvoorbeeld op of vastgelopen), wordt automatisch een probleemoplossingsbericht weergegeven. Neem de maatregelen die in het bericht worden beschreven. Als er een fout optreedt, knippert het Alarm-lampje oranje en wordt een ondersteuningscode (foutnummer) op het computerscherm weergegeven.
Pagina 97
Knippert 8 keer Absorptiekussen inkt bijna vol. 1702, 1703, 1704, 1705, 1712, 1713, 1714, 1715 Knippert 9 keer Het beschermende materiaal voor de FINE-cartridgehouder of 1890 de tape is mogelijk nog bevestigd aan de houder. Knippert 10 keer Het geplaatste papier is niet compatibel met automatisch 1310 dubbelzijdig afdrukken.
Pagina 98
Knippert 10 keer Er is een fout opgetreden waarvoor u B200 contact moet opnemen met het ondersteuningscentrum. Andere gevallen dan de Er is een printerfout opgetreden. 5011, 5012, 5200, 5400, 6000, 6500, 6800, bovenstaande 6801, 6900, 6901, 6902, 6910, 6911, 6930, 6931, 6932, 6933, 6936, 6937, 6938, 6940, 6941, 6942, 6943, 6944, 6945, 6946...
Een bericht verschijnt op het scherm In dit gedeelte worden enkele fouten en berichten beschreven. Opmerking • Voor sommige fouten of berichten wordt een ondersteuningscode (foutnummer) op de computer weergegeven. Raadpleeg de Lijst met ondersteuningscodes voor meer informatie over fouten met een ondersteuningscode.
Pagina 100
Faxes). 3. De eigenschappen van het printerstuurprogramma voor het apparaat openen. • Klik in Windows 8 of Windows 7 met de rechtermuisknop op het pictogram 'Canon XXX Printer' (waarbij 'XXX' de naam van uw apparaat is) en selecteer Printereigenschappen (Printer properties).
Als het probleem niet is opgelost, installeert u de MP Drivers opnieuw met de Installatie-cd-rom of vanaf onze website. Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op het apparaat en de Controle 3 computer. Controleer het volgende als het apparaat met een USB-kabel op de computer is aangesloten: •...
Pagina 102
Verwijder onnodige bestanden om schijfruimte vrij te maken. • Kan niet spoolen wegens onvoldoende geheugen (Could not spool successfully due to insufficient memory) Verhoog de hoeveelheid geheugen door andere actieve toepassingen te sluiten. Als u nog niet kunt afdrukken, start u uw computer opnieuw op en probeert u vervolgens nogmaals af te drukken.
Pagina 103
Als u bent aangemeld bij een beheerdersaccount, volgt u de aanwijzingen op het scherm. 2. Selecteer Canon Inkjet Printer/Scanner/Fax Extended Survey Program. 3. Selecteer Wijzigen (Change). Als u Ja (Yes) selecteert nadat u de aanwijzingen op het scherm hebt opgevolgd, wordt het bevestigingsvenster weergegeven bij het volgende onderzoek.
Pagina 104
Opmerking • Als u Verwijderen (Uninstall) (of Verwijderen (Remove)) selecteert in Windows XP, wordt Inkjetprinter/Scanner/Fax - Uitgebreid onderzoeksprogramma (Inkjet Printer/Scanner/Fax Extended Survey Program) verwijderd. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Als u het probleem niet kunt oplossen met een van de suggesties in dit hoofdstuk, neemt u contact op met de verkoper van het apparaat of met het servicecentrum. Het ondersteuningspersoneel van Canon is opgeleid voor het verschaffen van technische ondersteuning aan klanten.
Lijst met ondersteuningscodes (MG3510, MG3520, MG3540, MG3550, MG3560, MG3570, MG3580) Als er een fout optreedt, wordt de ondersteuningscode weergegeven op het computerscherm. "Ondersteuningscode" wil zeggen het foutnummer dat verschijnt bij een foutbericht. Als er een fout optreedt, controleert u de ondersteuningscode die wordt weergegeven op het computerscherm en voert u vervolgens de benodigde stappen uit.
Pagina 107
• A000 tot ZZZZ B200 Bij de ondersteuningscode voor vastgelopen papier kunt u ook Lijst met ondersteuningscodes (als het papier is vastgelopen) raadplegen.
Lijst met ondersteuningscodes (als het papier is vastgelopen) Als het papier is vastgelopen, verwijdert u het aan de hand van de juiste procedure. • Als u het vastgelopen papier ziet in de papieruitvoersleuf: 1300 • Als u het vastgelopen papier ziet in de voorste lade/als u het vastgelopen papier niet ziet in de papieruitvoersleuf of de voorste lade: 1303 •...
Pagina 109
1300 Oorzaak Papier is vastgelopen in de papieruitvoersleuf. Actie Als u het vastgelopen papier ziet in de papieruitvoersleuf, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure. Opmerking • Soms moet u tijdens het afdrukken het apparaat uitzetten om vastgelopen papier te verwijderen. Druk in dat geval op de knop Stoppen (Stop) om afdruktaken te annuleren voordat u het apparaat uitzet.
Pagina 110
Als u het apparaat bij stap 1 hebt uitgeschakeld, zijn alle afdruktaken in de wachtrij geannuleerd. Druk de taken zo nodig opnieuw af. Opmerking • Controleer tijdens het opnieuw plaatsen van het papier of u papier gebruikt dat geschikt is voor afdrukken en of u het papier correct plaatst.
Pagina 111
1303 Oorzaak Papier is vastgelopen in de transporteenheid van het apparaat. Actie Als u het vastgelopen papier in de voorste lade ziet of als u het papier niet ziet in de papieruitvoersleuf of de voorste lade, verwijdert u het papier uit de transporteenheid. Verwijder het papier aan de hand van de volgende procedure.
Pagina 112
5. Trek het vastgelopen papier er langzaam uit. Wanneer u vastgelopen papier verwijdert, ondersteunt u het apparaat met uw hand, zodat dit niet valt. Opmerking • Als het papier is opgerold en moeilijk kan worden verwijderd, pakt u de randen van het papier beet en verwijdert u het vastgelopen papier.
Pagina 113
Opmerking • Nadat u de transporteenheid hebt gesloten, plaatst u het apparaat direct terug in de oorspronkelijke positie. 7. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. 8. Plaats het papier opnieuw. Alle afdruktaken in de wachtrij worden geannuleerd.
Pagina 114
1304 Oorzaak Papier is vastgelopen tijdens automatisch dubbelzijdig afdrukken. Actie Als het papier is vastgelopen tijdens automatisch dubbelzijdig afdrukken, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure. Opmerking • Soms moet u tijdens het afdrukken het apparaat uitzetten om vastgelopen papier te verwijderen. Druk in dat geval op de knop Stoppen (Stop) om afdruktaken te annuleren voordat u het apparaat uitzet.
Pagina 115
• Wanneer u het apparaat rechtop zet, houdt u dit stevig vast en zorgt u dat het geen hard voorwerp raakt. 5. Als het beschermende materiaal voor de transporteenheid nog is bevestigd, verwijdert u dit. 6. Druk op de openingshendel om de transporteenheid te openen. Wanneer u de transporteenheid opent, ondersteunt u het apparaat met uw hand, zodat dit niet valt.
Pagina 116
• Als u het vastgelopen papier niet uit de transporteenheid kunt verwijderen, sluit u de transporteenheid, zet u het apparaat terug in de oorspronkelijke positie en opent u de papieruitvoerklep om het papier te verwijderen. Papier is vastgelopen in het apparaat 8.
Papier is vastgelopen in het apparaat Als het vastgelopen papier scheurt en u het papier niet kunt verwijderen uit de papieruitvoersleuf of de transporteenheid, of als het vastgelopen papier in het apparaat blijft zitten, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure.
Pagina 118
4. Houd het vastgelopen papier met beide handen vast. Als het papier is opgerold, trekt u het eruit. 5. Trek het papier er langzaam uit, zodat het niet scheurt. 6. Controleer of al het vastgelopen papier is verwijderd.
Pagina 119
Als het papier is gescheurd, kan er gemakkelijk een stukje papier in het apparaat achterblijven. Controleer het volgende en haal eventueel achtergebleven papier uit de printer. • Is er een stukje papier achtergebleven onder de FINE-cartridgehouder? • Is het stukje papier in het apparaat achtergebleven? •...
In andere gevallen Voer de volgende controles uit: Bevinden zich vreemde voorwerpen bij de papieruitvoersleuf? Controle 1 Is het papier gekruld? Controle 2 Herstel het gekrulde papier en plaats het papier opnieuw.
Pagina 121
1003 Oorzaak Het papier in het apparaat is op of het papier wordt niet ingevoerd. Actie Plaats het papier opnieuw en druk op de knop Zwart (Black) of Kleur (Color) op het apparaat. Wanneer u het papier plaatst, plaatst u de papierstapel zodanig dat de achterste rand het uiteinde van de voorste lade raakt.
Pagina 122
1200 Oorzaak De papieruitvoerklep is geopend. Actie Sluit de papieruitvoerklep en wacht een ogenblik. Sluit de klep niet terwijl u een FINE-cartridge vervangt.
Pagina 123
1202 Oorzaak De papieruitvoerklep is geopend. Actie Sluit de papieruitvoerklep.
Pagina 124
1250 Oorzaak De papieruitvoerlade is gesloten. Actie Open de papieruitvoerlade om het afdrukken te hervatten.
Pagina 125
1310 Oorzaak Het formaat van het papier is mogelijk niet compatibel met automatisch dubbelzijdig afdrukken. Actie Alleen de mediumformaten A4 en Letter zijn geschikt voor automatisch dubbelzijdig afdrukken. Zorg dat papier met een correct formaat in het apparaat is geplaatst. Als u op de knop Zwart (Black) of Kleur (Color) drukt, wordt het papier uitgevoerd en wordt het afdrukken opnieuw gestart vanaf de voorzijde van het volgende vel papier.
Pagina 126
1401 Oorzaak De FINE-cartridge is niet geïnstalleerd. Actie Plaats hier de FINE-cartridge. Als de fout zich blijft voordoen, is de FINE-cartridge mogelijk beschadigd. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 127
1403 Oorzaak De juiste FINE-cartridge is niet geïnstalleerd. Actie Installeer de juiste FINE-cartridge. Als de fout zich blijft voordoen, is de FINE-cartridge mogelijk beschadigd. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 128
1485 Oorzaak De juiste inktcartridge is niet geïnstalleerd. Actie Het afdrukken kan niet worden uitgevoerd omdat de inktcartridge niet compatibel is met dit apparaat. Installeer de juiste inktcartridge. Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat.
Pagina 129
1486 Oorzaak De FINE-cartridge is niet in de juiste positie geplaatst. Actie Controleer of elke FINE-cartridge in de juiste positie is geplaatst.
Pagina 130
1487 Oorzaak De FINE-cartridge is niet in de juiste positie geplaatst. Actie Controleer of elke FINE-cartridge in de juiste positie is geplaatst.
Pagina 131
1682 Oorzaak De FINE-cartridge wordt niet herkend. Actie Vervang de FINE-cartridge. Als de fout zich blijft voordoen, is de FINE-cartridge mogelijk beschadigd. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 132
1684 Oorzaak De inktpatroon wordt niet herkend. Actie Het afdrukken kan niet worden uitgevoerd omdat de inktcartridge mogelijk niet correct is geplaatst of niet geschikt is voor dit apparaat. Installeer de juiste inktcartridge. Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat.
Pagina 133
Als u wilt doorgaan met afdrukken zonder deze functie, drukt u minstens 5 seconden op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat. Voor de beste kwaliteit beveelt Canon het gebruik van nieuwe, originele Canon-cartridges aan. Canon is niet aansprakelijk voor een slechte werking of problemen veroorzaakt door het voortzetten van het afdrukken met een lege inkttank.
Pagina 134
1687 Oorzaak De FINE-cartridge is niet correct geplaatst. Actie Open de papieruitvoerklep. Als het klepje over de kop wordt geopend, drukt u de inktcartridgevergrendeling omhoog om te controleren of de FINE-cartridges correct zijn geïnstalleerd. Sluit daarna de papieruitvoerklep. Als de fout zich blijft voordoen, verwijdert u de FINE-cartridges en plaatst u ze opnieuw.
Pagina 135
1688 Oorzaak De inkt is op. Actie Vervang de inktpatroon en sluit de papieruitvoerklep. Als er wordt afgedrukt en u wilt doorgaan met afdrukken, drukt u minstens 5 seconden op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat terwijl de inktpatroon is geïnstalleerd. Het afdrukken kan worden voortgezet terwijl de inkt op is.
Pagina 136
1702 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Druk op de knop Zwart (Black) of Kleur (Color) op het apparaat om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 137
1703 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Druk op de knop Zwart (Black) of Kleur (Color) op het apparaat om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 138
1704 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Druk op de knop Zwart (Black) of Kleur (Color) op het apparaat om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 139
1705 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Druk op de knop Zwart (Black) of Kleur (Color) op het apparaat om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 140
1712 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Druk op de knop Zwart (Black) of Kleur (Color) op het apparaat om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 141
1713 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Druk op de knop Zwart (Black) of Kleur (Color) op het apparaat om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 142
1714 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Druk op de knop Zwart (Black) of Kleur (Color) op het apparaat om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 143
1715 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Druk op de knop Zwart (Black) of Kleur (Color) op het apparaat om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 144
1890 Oorzaak Het beschermende materiaal voor de FINE-cartridgehouder of de tape is mogelijk nog bevestigd aan de houder. Actie Open de papieruitvoerklep en controleer of het beschermende materiaal of de tape niet meer bevestigd is aan de FINE-cartridgehouder. Als er nog beschermend materiaal of tape is bevestigd, verwijdert u het en sluit u daarna de papieruitvoerklep.
Pagina 145
2100 Oorzaak Het papierformaat in de afdrukinstelling komt niet overeen met het papierformaat van het geplaatste papier. Actie Controleer de afdrukinstellingen en het geplaatste papier, plaats papier van het juiste formaat en druk vervolgens op de knop Zwart (Black) of Kleur (Color) op het apparaat. Als u het afdrukken wilt hervatten, drukt u op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat.
Pagina 146
2101 Oorzaak Het papierformaat in de afdrukinstelling komt niet overeen met het papierformaat van het geplaatste papier. Actie Controleer de afdrukinstellingen en het geplaatste papier, plaats papier van het juiste formaat en druk vervolgens op de knop Zwart (Black) of Kleur (Color) op het apparaat. Als u het afdrukken wilt hervatten, drukt u op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat.
Pagina 147
2102 Oorzaak Het apparaat heeft gedetecteerd dat het papier is ingevoerd en aan een kant is uitgelijnd. Actie Plaats het papier in het midden van de voorste lade en schuif de papiergeleiders tegen de zijkanten van het papier. Druk op de knop Zwart (Black) of Kleur (Color) op het apparaat om de fout te annuleren.
Pagina 148
2103 Oorzaak Het apparaat kan het papierformaat niet detecteren. Actie Druk op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat om de fout te wissen en probeer nogmaals af te drukken. Als de fout zich blijft voordoen, zelfs nadat u opnieuw hebt afgedrukt, stelt u het apparaat met het bedieningspaneel, het printerstuurprogramma of externe gebruikersinterface zodanig in dat de papierbreedte niet wordt gedetecteerd.
Pagina 149
2900 Oorzaak Het uitlijningsblad voor de printkop kan niet worden gescand. Actie Druk op de knop Zwart (Black) of Kleur (Color) op het apparaat om de fout te annuleren. Controleer de volgende punten en voer de automatische uitlijning van de printkop opnieuw uit. •...
Pagina 150
2901 Oorzaak Het afdrukken van het uitlijningsraster voor de printkop is voltooid en het apparaat is gereed om het blad te scannen. Actie Ga verder met het scannen van het afgedrukte uitlijningsraster. 1. Plaats het uitlijningsblad voor de printkop op de glasplaat. Plaats het uitlijningsblad voor de printkop met de bedrukte zijde omlaag en lijn de markering in de linkerbovenhoek van het blad uit met de positiemarkering...
Pagina 151
De opgegeven gegevens kunnen niet worden afgedrukt. Actie Wanneer u de inhoud in CREATIVE PARK PREMIUM afdrukt, bevestigt u het bericht op het computerscherm, controleert u of alle originele FINE-cartridges van Canon correct zijn geïnstalleerd en start u het afdrukken opnieuw.
Pagina 152
4103 Oorzaak Kan niet automatisch dubbelzijdig afdrukken met de huidige instelling voor het papierformaat. Actie Druk op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat om het afdrukken te annuleren. Wijzig vervolgens de instelling voor het papierformaat en druk nogmaals af.
Pagina 153
5011 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 154
5012 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
5100 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Annuleer het afdrukken en zet het apparaat uit. Verwijder het vastgelopen papier of het beschermende materiaal waardoor de beweging van de FINE-cartridgehouder wordt belemmerd en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk •...
Pagina 156
5200 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 157
5400 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 158
5B02 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 159
5B03 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 160
5B04 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 161
5B05 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 162
5B12 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 163
5B13 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 164
5B14 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 165
5B15 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 166
6000 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 167
6500 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 168
6800 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 169
6801 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 170
6900 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 171
6901 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 172
6902 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 173
6910 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 174
6911 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 175
6930 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 176
6931 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 177
6932 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 178
6933 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 179
6936 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 180
6937 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 181
6938 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 182
6940 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 183
6941 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 184
6942 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 185
6943 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 186
6944 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 187
6945 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 188
6946 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
Pagina 189
B200 Oorzaak Er is een fout opgetreden waarvoor u contact moet opnemen met het ondersteuningscentrum. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.