Faxen
Eenvoudige faxopdrachten
Een fax verzenden:
1.
Plaats uw originelen:
− Gebruik de glasplaat voor opdrachten die uit één pagina bestaan of voor originelen die niet
via de AOD kunnen worden ingevoerd. Leg de eerste pagina van het document met de
beeldzijde omlaag tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat.
− Gebruik de AOD voor documenten van één of meer pagina's. Verwijder alle nietjes en
paperclips van de pagina's en plaats de pagina's met de beeldzijde omhoog in de AOD.
2.
Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Fax.
3.
Geef het adres (nummer) voor de fax op met behulp een of meer van deze beschikbare opties:
− Ontvanger invoeren: Met deze optie kunt u handmatig een faxnummer invoeren.
− Modus Handmatig kiezen: Met deze optie kunt u tekens zoals een kiespauze in een
faxnummer invoegen.
− Apparaatadresboek: Met deze optie krijgt u toegang tot het adresboek van de printer.
4.
Wijzig zo nodig aanvullende faxopties. Zie
informatie.
5.
Druk op de groene toets Start. De printer scant de pagina's en verzendt het document zodra alle
pagina's zijn gescand.
Glasplaat
®
114
Xerox
WorkCentre
Handleiding voor de gebruiker
Faxopties selecteren
®
4265-multifunctionele printer
op pagina 116 voor meer
• Til de klep van de AOD omhoog en plaats de
eerste pagina met de beeldzijde omlaag
tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat.
• Lijn de originelen uit met het
overeenkomstige papierformaat, dat op de
rand van de glasplaat wordt aangegeven.
• De glasplaat ondersteunt papierformaten tot
maximaal 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch).
• De glasplaat detecteert de papierformaten
Legal of Letter/A4 automatisch alsmede
kleinere papierformaten.