Veiligheidsaanwijzingen
Rekening houden
met het ontwerp van
de vacuümpomp
Rekening houden
met de mechanische
belastbaarheid
Retourstuwing in de
leiding voor het af te
voeren gas voorko-
men
18
Vreemde deeltjes binnenin de pomp voorkomen
Er mogen geen deeltjes, vloeistoffen en stof in de vacuümpomp te-
rechtkomen.
ð Verpomp geen substanties die de vorming van aangehecht resi-
du in de vacuümpomp kunnen veroorzaken.
ð Installeer voor de aanvoer geschikte afscheiders en/of filters.
Geschikte filters zijn bijv. chemisch bestendig, verstoppings- en
doorstroomveilig.
ð Vervang poreuze vacuümslangen onmiddellijk.
2.7 Mogelijke bronnen van gevaar
Rekening houden met de mechanische stabiliteit
Door de grote compressieverhouding van de pomp kan op de afvoer
een hogere druk ontstaan dan de mechanische stabiliteit van het
systeem toestaat.
ð Zorg altijd voor een vrije, drukloze leiding voor het af te voeren
gas. Om een ongehinderde uitstoot van het gas te kunnen ga-
randeren mag de afvoer niet geblokkeerd zijn.
ð Ongecontroleerde overdruk voorkomen, bijv. door afgesloten
of geblokkeerd leidingsysteem, condens of verstopte leiding
voor het af te voeren gas.
ð Op de gasaansluitingen mogen de aansluitingen voor de aan-
voer IN en afvoer EX niet worden verwisseld.
ð Neem de max. drukken op de aanvoeren en de afvoer van de
pomp evenals de toegestane verschildruk tussen de aan- en af-
voer, overeenkomstig de Technische gegevens, in acht.
ð Het te evacueren systeem evenals alle slangverbindingen moe-
ten mechanisch stabiel zijn.
ð Zet de koelmiddelslangen vast op de slangkoppelingen, zodat
deze niet per ongeluk los kunnen raken.
Het terugstromen van condens voorkomen
Condens kan de pompkop beschadigen. Er mag geen condens door
de slang terug in de afvoer en in de pompkop stromen. In de slang
voor het af te voeren gas mag zich geen vloeistof ophopen.
20999007_NL_PC301x NT V.sel (Ser.Atb_Ha)_V1.1_160822