2
Wijzig de afmetingen van het AF-kader.
Draai aan de ring [ ] om de afmetingen
z
van het AF-kader te verkleinen. Draai
opnieuw aan de ring om terug te keren
naar de oorspronkelijke afmetingen.
3
Voltooi de instellingsprocedure.
Druk op de knop [
z
●
AF-kaders worden in de normale afmetingen weergegeven wanneer
u de digitale zoom ( = 42) of digitale telelens ( = 91) gebruikt.
●
Als u de knop [
] ingedrukt houdt, laat u het AF-kader
terugkeren naar de oorspronkelijke positie in het midden.
●
U kunt het spotmetingpuntkader koppelen aan het AF-kader
( = 79).
●
U kunt de afmetingen van het AF-kader ook instellen door op de
knop [
] te drukken en [AF kader afm.] te kiezen op het
tabblad [
3] ( = 31).
+volgen
●
Nadat u de camera op het onderwerp richt, wordt een wit kader
weergegeven rond het gezicht van het onderwerp dat de camera
als hoofdonderwerp heeft aangemerkt. U kunt ook zelf onderwerpen
selecteren ( = 95).
●
Wanneer de camera beweging detecteert, volgen de kaders de
bewegende onderwerpen binnen een bepaald bereik.
●
Kaders worden groen nadat u de ontspanknop half indrukt en de
camera scherpstelt.
●
Wanneer geen gezichten worden gedetecteerd, worden nadat u de
ontspanknop half indrukt groene kaders weergegeven rond andere
gebieden waarop is scherpgesteld.
].
Soepele zone AF
●
De camera stelt scherp binnen het door u aangewezen gebied.
Dit is handig wanneer het onderwerp moeilijk kan worden vastgelegd
met [ +volgen] of [Één punt AF], omdat u kunt aangeven op welk
gebied moet worden scherpgesteld. De camera stelt scherp binnen het
witte kader dat wordt weergegeven. U kunt het witte kader verplaatsen
door het te verslepen of door op het scherm te tikken.
●
Wanneer u de ontspanknop half indrukt, worden er groene
kaders weergegeven rond posities waarop binnen het witte kader
is scherpgesteld.
Foto's
Films
●
Voorbeelden van gezichten die niet kunnen worden gedetecteerd:
-
Onderwerpen die ver weg zijn of extreem dichtbij
-
Onderwerpen die donker of licht zijn
-
Gezichten en profil, vanuit een hoek of gedeeltelijk verborgen
●
De camera kan niet-menselijke onderwerpen identificeren
als gezichten.
●
Scherpstellen is niet mogelijk bij gezichten die worden
gedetecteerd aan de rand van het scherm (deze gezichten
worden weergegeven met grijze kaders), zelfs niet wanneer
u de ontspanknop half indrukt.
●
Een geel kader wordt weergegeven met [
] als de camera niet
kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop half indrukt.
●
Blauwe kaders worden weergegeven rond posities waarop
is scherpgesteld als u MENU ( = 31) > tabblad [
[AF-bediening] > [Servo AF] selecteert.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/
modus Hybride automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
3] >
Index
92