1
Open het instellingenscherm.
Selecteer een beeldstijl, zoals
z
beschreven bij "Kleuren aanpassen
(Beeldstijl)" ( = 85).
Druk op de knop [
z
2
Configureer de instelling.
Druk op de knoppen [ ][ ] om een
z
item te selecteren en kies vervolgens
een optie door op de knoppen [ ][ ]
te drukken of door aan de knop [ ]
te draaien.
Druk op de knop [
z
ongedaan te maken.
Als u klaar bent, drukt u op de knop [
z
●
Resultaten voor [Filtereffect] zijn eerder merkbaar bij hoge
waarden voor [Contrast].
Aangepaste beeldstijlen opslaan
Sla vooraf ingestelde opties (zoals [
] of [
aangepast als nieuwe stijlen. U kunt meerdere beeldstijlen maken met
verschillende instellingen voor parameters zoals scherpte of contrast.
1
Selecteer een door de gebruiker
gedefinieerd stijlnummer.
Selecteer [
z
zoals beschreven bij "Kleuren aanpassen
(Beeldstijl)" ( = 85).
Druk op de knop [
z
].
] om wijzigingen
].
]) op die u hebt
], [
] of [
],
].
2
Selecteer een stijl om te bewerken.
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
z
aan de knop [ ] om de beeldstijl te
selecteren die als uitgangspunt dient.
3
Pas de stijl aan.
Druk op de knoppen [ ][ ] om een item
z
te selecteren dat u wilt bewerken. Pas het
item vervolgens aan door op de knoppen
[ ][ ] te drukken of door aan de knop
[ ] te draaien.
Als u klaar bent, drukt u op de knop [
z
Met de toepassing CameraWindow ( = 189) kunt u ook
●
beeldstijlen die op een computer zijn opgeslagen, toevoegen
aan de camera. Raadpleeg de helpfunctie van CameraWindow
voor instructies.
●
U kunt ook een beeldstijl kiezen om te bewerken door bij stap 2
op [
] te tikken.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/
modus Hybride automatisch
].
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
87