Opnamemodi
Gebruik het programmakeuzewiel om de gewenste opnamemodus te
openen. Draai aan de programmakeuzewielontgrendelingsknop terwijl u
deze in het midden van de knop ingedrukt houdt.
( 1 )
(1)
P-, Tv-, Av-, M-, C1-en C2-modus
(3)
Verschillende soorten
opnamen maken met behulp
van uw voorkeursinstellingen
( = 77, = 99).
(2)
Auto-modus/
(4)
modus Hybride automatisch
Volledig automatische
opnamen met door de
camera bepaalde instellingen
( = 23, = 35, = 37).
( 2 )
( 3 )
( 4 )
Modus voor speciale composities
Opnamen maken met instellingen
die zijn ontwikkeld voor specifieke
scènes of verschillende effecten
toevoegen ( = 56).
Filmmodus
Voor het maken van films
( = 72, = 102).
Als u op de filmknop drukt, kunt
u ook een film maken zonder het
programmakeuzewiel in te stellen
op de filmmodus.
Opties opnameweergave
Druk op de knop [ ] om de rasterlijnen en de digitale horizon weer
te geven of te verbergen.
Als u de weergave op het scherm gedetailleerder wilt configureren,
gaat u naar tabblad [
1] > [Opname-infoscherm] ( = 103).
●
Wanneer de camera is ingeschakeld, opent u het scherm om het
in te schakelen. Hierdoor wordt de zoeker uitgeschakeld. Als u het
scherm wilt uitschakelen, klapt u dit in (naar binnen gericht),
zodat de zoeker wordt ingeschakeld ( = 21).
●
Als u in een omgeving met weinig licht opnamen maakt,
wordt met de nachtschermfunctie de helderheid van het scherm
automatisch verhoogd. Zo kunt u de compositie van uw opnamen
gemakkelijker controleren. Mogelijk komen de beeldhelderheid
op het scherm en de helderheid van uw foto's niet overeen.
Vervorming van het beeld op het scherm of schokkerige
bewegingen van het onderwerp hebben geen invloed op
vastgelegde beelden.
Zie "Van weergavemodus wisselen" ( = 113) voor
●
weergaveopties.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/
modus Hybride automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
29