De meetmethode wijzigen
U kunt op de volgende manier de meetmethode (functie voor meten van
helderheid) aanpassen aan de opnameomstandigheden.
Druk op de knop [
z
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
( = 30).
De optie die u hebt ingesteld,
z
wordt nu weergegeven.
Voor standaardomstandigheden, inclusief
Meervlaks
onderwerpen die van achteren worden belicht.
meting
De belichting wordt automatisch aangepast aan
de opnameomstandigheden.
Meting wordt beperkt tot het [
(spotmetingpuntkader). U kunt het
Spotmeting
spotmetingpuntkader ook koppelen aan
het AF-kader (= 79).
Bepaalt de gemiddelde helderheid van het
Centrum gew.
gehele beeldgebied. Dit wordt berekend door
gemiddeld
de helderheid in het centrumgebied als het
belangrijkste te behandelen.
Het spotmetingpuntkader aan het AF-kader koppelen
Foto's
Films
] en kies [
] in het
]
1
Stel de meetmethode in op [
Voer de stappen in "De meetmethode
z
wijzigen" ( = 79) uit om [
te selecteren.
2
Configureer de instelling.
Druk op de knop [
z
[Spotmetingpunt] op het tabblad [
Kies vervolgens [AF-Punt] ( = 31).
Het spotmetingpuntkader wordt nu
z
gekoppeld aan de verplaatsing van
het AF-kader ( = 91).
●
Niet beschikbaar wanneer [AF-methode] is ingesteld op
[ +volgen] ( = 92).
Vóór gebruik
Foto's
Films
Basishandleiding
].
Handleiding voor gevorderden
]
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/
modus Hybride automatisch
] en kies
6].
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
79