3 ALGEMENE INLEIDING
Deze GEBRUIKSHANDLEIDING legt uit hoe de DHOLLANDIA-laadklep vervaardigd wordt, welke veiligheidsinrichtingen in het
ontwerp geïntegreerd worden en hoe men de laadklep kan gebruiken op een correcte manier, die de integriteit van het toestel
bewaart gedurende de beoogde levensduur en bijdraagt tot een optimale veiligheid van de bediener en eventuele omstanders.
De (afzonderlijke) ONDERHOUDS- EN HERSTELLINGSHANDLEIDING legt uit hoe men de laadklep op een correcte manier kan
onderhouden en herstellen terwijl een optimale veiligheid van de bediener en eventuele omstanders en de betrouwbaarheid van
de laadklep gedurende de beoogde levensduur gegarandeerd worden.
Het (afzonderlijke) CE-IDENTIFICATIE- EN KEURINGSLOGBOEK bevat het serienummer, de CE-Conformiteitsverklaring, de
Montageverklaring die door de monteur van de laadklep ingevuld moet worden en een overzicht van de wettelijke verplichtingen
van de eigenaar op het vlak van periodieke controles en certificering.
De handleidingen moeten te allen tijde bij de laadklep bewaard worden ter referentie van de bedieners en de technische dienst.
Een ongepast gebruik van de laadklep stelt de bediener en anderen bloot aan een groot risico op ernstig letsel of de dood.
Daarom is het gebruik van de laadklep beperkt tot bekwame bedieners die de juiste opleiding gekregen hebben en de volledige
inhoud van deze handleiding kennen en begrijpen.
Ongeoorloofde wijzigingen aan de laadklep kunnen de bediener en anderen blootstellen aan een groot risico op ernstig letsel
of de dood. Daarom is het ten strengste verboden om de laadklep en zijn veiligheidsinrichtingen op enige manier te wijzigen.
Het gebruik van wisselstukken van vreemde oorsprong voor de herstelling of het onderhoud van de laadklep is ten strengste
verboden en kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel of de dood van de bediener of eventuele omstanders.
4 BEOOGD GEBRUIK
DHOLLANDIA-laadkleppen zijn ontworpen om geïnstalleerd te worden op bedrijfsvoertuigen (vrachtwagens, aanhangwagens en
opleggers) en mogen uitsluitend gebruikt worden voor het laden en lossen van de goederen die met het dragende voertuig vervoerd
worden, binnen de grenzen van de tabel met hefvermogens en in overeenstemming met de bedieningsinstructies en de
veiligheidsvoorschriften beschreven in deze handleiding.
Een ongepast gebruik van de laadklep stelt de bediener en omstanders bloot aan een groot risico op ernstig letsel of de dood.
Daarom is het strikt verboden om de laadklep te gebruiken op een andere manier of voor een ander doel dan diegene
beschreven in de gebruikshandleiding.
De laadklep mag NOOIT gebruikt worden als een verhoogd werkplatform, om ladingen te duwen of om mensen te vervoeren.
De laadklep mag NOOIT gebruikt worden als een rolstoellift.
DHOLLANDIA wijst alle aansprakelijkheid af voor enig persoonlijk letsel en/of materiële schade ten gevolge van een verkeerd
gebruik.
DHOLLANDIA
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
4