NL
Belichtingscorrecties
Sommige motieven bestaan voornamelijk uit meer dan gemiddeld
donkere of lichte gebieden, zoals grote sneeuwvlakten of beeldvul-
lende donkere beeldelementen. Met de belichtingsmodi
kan het in dergelijke gevallen beter zijn met een aangepaste belich-
tingscorrectie te werken in plaats van bij iedere afzonderlijke op-
name met de meetwaardenopslag te werken. Hetzelfde geldt in het
geval dat u meerdere foto's met een identieke belichting wilt
maken. De ter beschikking staande waarden zijn + 3 t/m - 3 EV in
1⁄3 EV-stappen.
In het
(eerste pagina),
Main Menu
In de menulijst de gewenste correctiewaarde selecteren
Bij
,
en
kan een correctiewaarde ook direct met een instelwiel
P
S
A
worden vastgelegd.
• Als er een correctiewaarde is ingesteld, verschijnt deze op het
LCD-scherm zo
EV+3
het donkerder of lichter wordende LCD-scherm bekijken.
Aanwijzingen
• Als u de belichting handmatig instelt, is belichtingscorrectie
alleen mogelijk via de menubediening, respectievelijk als de
functie voor de directe toegang werd gekozen (zie pag. 23)
• Een ingestelde belichtingscorrectie blijft actief (ook na een
aantal opnamen en zelfs als de camera wordt uitgezet); dat wil
zeggen: totdat hij weer op ± 0 (= midden van de schaal) wordt
ingesteld.
54
Exposure Compensation
. Tijdens het instellen kunt u het effect op
Automatische belichtingsreeksen
Onderwerpen met veel contrast die zowel zeer heldere als zeer
donkere gebieden omvatten, kunnen - afhankelijk van de belichting
,
en
- zeer verschillende resultaten opleveren.
P
S
A
Met de automatische belichtingsreeks kunt u een opnameserie met
verschillende belichtingsniveaus maken. Daarna kunt u de meest
gelukte foto voor verder gebruik uitkiezen.
Het menupunt kiezen
In het
Main Menu
Kies in het submenu
kiezen
• Als u een belichtingsreeks instelt, wordt deze op het LCD-
scherm weergegeven met een
het effect op het donkerder of lichter wordende LCD-scherm
bekijken.
Bij het instellen van de belichtingsreeks horen twee parameters:
– Aantal opnamen
– Belichtingsniveaus (in hele diafragmaniveaus = EV-waarden)
Het aantal opnamen kiezen
In het submenu
In de menulijst de gewenste instelling selecteren -
Het belichtingsniveau kiezen
In het submenu
In de menulijst de gewenste instelling selecteren
(eerste pagina),
kiezen
Drive Mode
Exposure Bracketing
. Tijdens de opnamen kunt u
,
kiezen
Exposure Bracketing
Frames
,
/
Exposure Bracketing
Aperture
EV Steps
of
3
5
kiezen