NL
Elektronische sluiter
De Leica CL heeft zowel een mechanische sluiter als een zuiver
elektronische sluiterfunctie. Zo kunt u bijvoorbeeld om zo geruis-
loos mogelijk te werken, de absoluut stille elektronische sluiter-
functie gebruiken. Deze functie vergroot daarnaast ook het be-
schikbare sluiterbereik. U kunt kiezen uit drie functievarianten:
–
Off
Uitsluitend de mechanische sluiter wordt gebruikt. Werkbereik:
30 s - 1⁄8000 s
–
Extended
Als er kortere sluitertijden nodig zijn dan met de mechanische
sluiter mogelijk is, wordt de elektronische sluiterfunctie inge-
schakeld. Werkbereik: 30 s - 1⁄8000 s + < 1⁄8000 s - 1⁄25000 s
–
Always On
Uitsluitend de elektronische sluiterfunctie wordt gebruikt. Werk-
bereik: 30 s - 1⁄25000 s
In het
(tweede pagina),
Main Menu
In het submenu
Electronic Shutter
teren
36
kiezen
Electronic Shutter
de gewenste instelling selec-
Afzonderlijke opnamen / serieopnamen
Met de Leica CL zijn naast afzonderlijke opnamen ook serieop-
namen mogelijk. Daartoe zijn de volgende snelheden beschikbaar.
In het
(eerste pagina),
Main Menu
In het submenu
Drive Mode Continuous Low Speed
,
voor serieopnamen, of
Speed
Continuous High Speed
afzonderlijke opnamen selecteren
Aanwijzingen
• Serieopnamen met
Continuous High Speed
frequentie van 10 b/s
, zolang de sluitertijd 1⁄60 s of korter is.
1
• Serieopnamen met flits zijn niet mogelijk. Als de flitsfunctie toch
is geactiveerd, wordt er slechts één opname gemaakt.
• Serieopnamen zijn niet mogelijk in combinatie met de zelfont-
spanner. Als de zelfontspanner wordt gebruikt, vindt er daarom
geen opname plaats.
• Na een reeks van maximaal ca. 33 (
opnamefrequentie iets langzamer. Dit ligt aan de tijd die vereist
is voor de overdracht van gegevens uit het tijdelijke geheugen
van de kaart.
• Hoeveel foto's er ook in een serie zijn genomen, u krijgt altijd de
laatste opname het eerst te zien.
/
mechanische
elektronische sluiter
1
kiezen
Drive Mode
,
Continuous Medium
voor
Single
vinden plaats met een
) opnamen wordt de
DNG + JPG