172
12. Onderhoud en verzorging
12.8 Gebruik tijdens de winter
Voorbereidingen
Door het algehele voertuigontwerp is uw buscamper tot op zekere
hoogte bestand tegen de winter. Om echt te kunnen kamperen
tijdens de winter adviseren wij uw buscamper naar uw persoonlijke
voorkeur te optimaliseren. De dealer in uw rayon adviseert u graag.
M.b.t. de voorbereidingen geldt
• Controleer het voertuig op lak- en roestschade en herstel
deze zo nodig.
• Zorg ervoor dat er geen water in de beluchting en ontluch-
ting en in de verwarming kan binnendringen.
• Bescherm de metalen onderdelen van de bodemplaat tegen
roest met een beschermingsmiddel op basis van was.
• Conserveer de gelakte vlakken aan de buitenzijde met een
geschikt middel.
• Vul de brandstoftank met winterdiesel, controleer of ruiten-
sproeivloeistof en koelvloeistof antivries bevatten.
Neem ook de aanwijzingen van de fabrikanten van de in-
bouwapparatuur over het gebruik tijdens de winter in acht.
Voor de ventilatie geldt
Bij gebruik tijdens de winter ontstaat door het bewonen van het
voertuig bij lage temperaturen condenswater. Om een goede bin-
nenluchtkwaliteit te garanderen en schade aan het voertuig door
condenswater te voorkomen, is voldoende ventilatie zeer belangrijk.
• Sluit de ventilatieroosters niet af.
• Verwarm het voertuig in de opwarmfase op maximaal ver-
mogen. Open bergruimten, kasten, laden, kastdeuren, gor-
dijnen, rolgordijnen en plissés. Hierdoor wordt een optimale
luchttoevoer en ontluchting bereikt.
• Verwarm alleen met ingeschakelde luchtcirculatie-installatie.
• Zet 's morgens alle kussens en matrassen omhoog, ventileer
de bergruimten en maak vochtige plekken droog.
• Ventileer meermaals dagelijks kort en grondig.
Als er toch condenswater is ontstaan, veeg dit dan gewoon weg.
Verwijder vóór het instappen sneeuw van schoenen en kleding
om verhoging van de luchtvochtigheid te voorkomen.
Voor het verwarmen geldt
• Zowel de aanzuig- alsook de uitlaatgasopeningen van de
verwarmingsinstallatie moeten sneeuw- en ijsvrij zijn.
• Het opwarmingsproces van het voertuig heeft een lange
aanlooptijd; dit geldt vooral voor de warmwaterverwarming.
• Voorkom permanent ventileren tijdens de verwarmingspe-
riode. Open ramen veroorzaken een veelvoud aan warmte-
verlies vergeleken met een 'spuiventilatie'.
• Zet tijdens het ventileren de verwarming laag. Maar wees
voorzichtig bij vorst! De verwarming mag alleen tijdens een
korte spuiventilatie worden uitgeschakeld, anders bestaat
het risico dat het water bevriest.