152
10. Inbouwapparatuur
Foutmeldingen worden aangegeven door een waarschu-
wingssymbool en ten minste één foutcode. Bovendien klinkt
gedurende 2 minuten een pieptoon die om de 30 minuten
wordt herhaald. Zie de gebruiksaanwijzing van het apparaat
voor nadere informatie.
Inschakelen
• Houd de regelknop gedurende 2 seconden ingedrukt. De
koelkast start met de laatst geselecteerde instellingen.
Navigatie
• Druk op de regelknop om het navigatiemenu te activeren.
• Draai aan de regelknop om het door u gewenste gedetail-
leerde menu te kiezen.
• Druk op de regelknop om het gekozen detailmenu te openen.
• Draai vervolgens weer aan de regelknop om door het detail-
menu te navigeren. Aldaar geselecteerde instellingen lichten
blauw op.
• Druk op de regelknop om de gekozen instelling te bevestigen.
• Bevestig uw keuze met
Uitschakelen
• Houd de regelknop gedurende 4 seconden ingedrukt. Er klinkt
een pieptoon, waarna de koelkast wordt uitgeschakeld.
.
Bedrijfsmodi
PERFORMANCE-modus:
Standaardmodus
Selectie van alle temperatuurniveaus (1 t/m 5)
QUIET-modus:
Verlaagde ventilator- en compressorsnelheid met min-
der geluid, bijv. als de gebruiker wil slapen.
Selectie van drie temperatuurniveaus (1 t/m 3)
BOOST-modus:
Maximaal vermogen, bijv. voor onmiddellijk afkoelen
of als een grotere hoeveelheid ongekoelde levensmid-
delen in de koelkast is gelegd.
Geen selectie van temperatuurniveaus
Als de QUIET- of BOOST-modus wordt geactiveerd, schakelt
de koelkast na 8 uur weer automatisch terug in de PERFOR-
MANCE-modus. Daarbij wordt de de configuratie van vóór
de omschakeling naar de QUIET- of BOOST-modus hersteld.
Kies bij een omgevingstemperatuur tussen +15°C en +25°C
de middelste temperatuurinstelling.