A
FDRUKKEN MET
Als u de overlays eenmaal hebt gedefinieerd, kunt u ze voor elk
document gebruiken. In het voorbeeld dat hier wordt gegeven,
worden twee overlays gebruikt voor zakelijke brieven. De eerste
overlay wordt alleen op het voorblad afgedrukt en de tweede wordt
alleen op de vervolgpagina's afgedrukt.
1.
Bereid uw document op de normale manier in uw eigen
toepassing voor. Zorg ervoor dat u het document zo indeelt
dat het in de beschikbare ruimte van de briefhoofdoverlay
past.
2.
Open het dialoogvenster Afdrukken... van uw toepassing
en kies de opties die u wilt gebruiken. Controleer of als
doelprinter uw PostScript-printerdriver met de gedefinieerde
overlays is ingesteld.
3.
Klik op de knop Eigenschappen om het venster Printing
Preferences (Afdrukvoorkeuren) te openen.
4.
Schakel op het tabblad
Overlay het selectievakje
Use active overlays
(Actieve overlays
gebruiken) (1) in.
5.
Klik in de lijst Defined
Overlays (Gedefinieerde
overlays) op de eerste
overlay (2) die u wilt
gebruiken en klik op de knop
Add (Toevoegen) (3) om de
overlay toe te voegen aan de lijst met actieve overlays. Als u
nog even wilt kijken hoe deze overlay eruitziet, klikt u op de
knop Test Print (Testafdruk).
6.
Als u nog een andere overlay wilt gebruiken voor dit
document, in dit voorbeeld is dat de overlay
"Vervolgpagina", klikt u op deze overlay (4) in de lijst met
gedefinieerde overlays en klikt u nogmaals op de knop Add
(Toevoegen) (3) om de tweede overlay aan de lijst met
actieve overlays toe te voegen.
7.
Klik op OK als de lijst met actieve overlays alle items bevat
die u wilt gebruiken.
PCL-
OVERLAYS
Overlays en macro's (alleen Windows)> 158
1
3
2
4