Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Oki ES2032 Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor ES2032:
Inhoudsopgave

Advertenties

ES2032 / ES2632
Gebruikershandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Oki ES2032

  • Pagina 1 ES2032 / ES2632 Gebruikershandleiding...
  • Pagina 2: Voorwoord

    De meest recente stuurprogramma's en handleidingen zijn beschikbaar op de website van Oki Europe: http://www.okiexecutiveseries.com Copyright © 2006. Alle rechten voorbehouden. Oki en Microline zijn gedeponeerde handelsmerken van Oki Electric Industry Company, Ltd. Energy Star is een handelsmerk van het United States Environmental Protection Agency.
  • Pagina 3: Eerste Hulp Bij Ongevallen

    Indien er tonerpoeder wordt gemorst, moet dit met koud water en zeep worden verwijderd om vlekken op de huid of kleding te voorkomen. MPORTEUR VOOR DE OKI Europe Limited (handelend als OKI Printing Solutions) Central House Balfour Road Hounslow TW3 1HY...
  • Pagina 4: Inhoudsopgave

    NHOUDSOPGAVE Voorwoord ....... 2 Eerste hulp bij ongevallen ....3 Importeur voor de EU .
  • Pagina 5 Grijswaarden afdrukken ....45 Kleurkoppeling ......49 Wat wordt in deze handleiding beschreven? .
  • Pagina 6 Index ....... . . 202 Oki contactgegevens ..... 205...
  • Pagina 7: Opmerking

    PMERKING ET OP AARSCHUWING OPMERKING: Een opmerking wordt als volgt in deze handleiding weergegeven. Opmerkingen zijn toelichtingen of tips met extra informatie om u te helpen het product beter te gebruiken en begrijpen. LET OP! Met LET OP! wordt u in deze handleiding tot voorzichtigheid gemaand.
  • Pagina 8: Inleiding

    De meerlaagstechnologie zorgt voor verfijnde tinten en een vloeiender kleurverloop, zodat uw documenten worden afgedrukt in fotokwaliteit. > Maximaal 20 pagina’s (ES2032) of 26 pagina's (ES2632) per minuut in kleur voor het snel afdrukken van indrukwekkende kleurenpresentaties en andere documenten;...
  • Pagina 9 > “WebPrint Internet Explorer plugin” – nog een geheel nieuwe functie voor Windows waarmee u webpagina's correct afdrukt; > Het hulpprogramma Template Manager 2006 voor Windows stelt u in staat om eenvoudig visitekaartjes, banners en etiketten te ontwerpen en af te drukken. Bovendien zijn ook de volgende optionele functies beschikbaar: >...
  • Pagina 10: Printeroverzicht

    RINTEROVERZICHT OORAANZICHT 1. Uitvoervak, 4. Universele lade (80g/m²). afgedrukte zijde naar Deze lade wordt gebruikt voor beneden zwaarder papier, enveloppen en Standaarduitvoervak andere speciale media. Indien nodig voor afdrukken. Kan kan deze lade ook voor handmatige maximaal 250 vel invoer van enkele vellen worden papier van 80 g/m²...
  • Pagina 11 CHTERAANZICHT Op deze afbeelding wordt het verbindingspaneel, het uitvoervak aan de achterzijde en de locatie van de optionele duplexeenheid (voor dubbelzijdig afdrukken) weergegeven. 1. AAN/UIT-knop. 4. Netwerkinterface.* 2. Netsnoeraansluiting 5. Duplexeenheid (indien geïnstalleerd). 3. USB-interface 6. Achterzijde, uitvoervak voor 100 vel, afgedrukte zijde naar boven * De netwerkinterface bevat een 'beschermplug' die moet worden verwijderd voordat er een verbinding kan worden gemaakt.
  • Pagina 12: De Taal Op Het Lcd-Scherm Wijzigen

    LCD- E TAAL OP HET SCHERM WIJZIGEN De standaardtaal die door uw printer wordt gebruikt om berichten weer te geven en rapporten af te drukken, is het Engels. Deze taal kan indien nodig worden gewijzigd in: Duits Deens Frans Nederlands Italiaans Turks Spaans...
  • Pagina 13: Aanbevolen Papier

    Vensterenveloppen zijn niet geschikt. Transparanten moeten van het type zijn dat speciaal bedoeld is voor kopieermachines en laserprinters. Wij raden u sterk aan Oki Printing Solutions-transparanten te gebruiken (bestelnummer 01074101). Vermijd met name het gebruik van kantoortransparanten die moeten worden beschreven met speciale stiften.
  • Pagina 14: Cassetteladen

    ASSETTELADEN FORMAAT AFMETINGEN GEWICHT (G/M²) A6 (alleen 105 x 148mm lade 1) 148 x 210mm Licht 64-74 g/m² 182 x 257mm Gemiddeld 75-90 g/m² Executive 184,2 x 266,7mm Zwaar 91-120 g/m² 210 x 297mm Extra Letter 215,9 x 279,4mm zwaar 121-176 g/m²...
  • Pagina 15: Uitvoervak (Afgedrukte Zijde Naar Beneden)

    Papier of transparanten moeten met de afdrukzijde omhoog en met de bovenzijde als eerste in de printer worden geplaatst. Gebruik niet de functie voor dubbelzijdig afdrukken (duplex). ITVOERVAK AFGEDRUKTE ZIJDE NAAR BENEDEN In het uitvoervak aan de bovenzijde van de printer kan maximaal 250 vel standaardpapier van 80 g/m²...
  • Pagina 16: Papier In De Printer Plaatsen

    APIER IN DE PRINTER PLAATSEN ASSETTELADEN Verwijder de papierlade uit de printer. Waaier het papier aan de korte zijden (1) en de lange zijden (2) uit om ervoor te zorgen dat er geen vellen aan elkaar kleven en tik vervolgens met de zijden van het papier op een vlak oppervlak om er weer een rechte stapel van te maken (3).
  • Pagina 17 Plaats briefhoofdpapier met de bedrukte zijde naar beneden en met de bovenzijde in de richting van de voorkant van de printer, zoals in de afbeelding wordt weergegeven. Stel de achterste schuif (1) en de papiergeleiders (2) in op het gebruikte papierformaat. Vastlopen van papier voorkomen: •...
  • Pagina 18 vullen. Als u echter afdrukt vanuit de 2e (onderste lade) lade, moet u de 1e lade (bovenste lade) niet uit de printer trekken. Als u dit doet, loopt het papier vast. Als u wilt afdrukken en papier wilt uitvoeren met de afgedrukte zijde naar beneden, controleert u of het uitvoervak aan de achterzijde van de printer (3) is gesloten (het papier wordt nu aan de bovenzijde van de...
  • Pagina 19 NIVERSELE LADE Open de universele lade (1). Vouw de papiersteunen uit (2). Druk de papiersteun (3) voorzichtig naar beneden om ervoor te zorgen dat de steun vastklemt in de onderste stand. Plaats het papier en stel de papiergeleiders (4) in op het gebruikte papierformaat.
  • Pagina 20 • Voor dubbelzijdig afdrukken (duplex) op briefhoofdpapier plaatst u het papier met de bedrukte zijde omlaag en de bovenrand van de printer af. (De optionele duplexeenheid moet zijn geïnstalleerd voor deze functie.) • Enveloppen moeten met de afdrukzijde naar boven worden geplaatst.
  • Pagina 21: Printerinstellingen In Windows

    RINTERINSTELLINGEN IN INDOWS Via de menu’s op het bedieningspaneel van de printer hebt u toegang tot vele opties. Ook de printerdriver van Windows bevat veel instellingen voor dezelfde opties. Als opties in de printerdriver overeenkomen met de opties in de menu's op het bedieningspaneel, hebben de instellingen van de Windows- printerdriver bij het afdrukken van documenten vanuit Windows voorrang boven de instellingen van de menu's op het...
  • Pagina 22 CRIPT EMULATIE Onder Orientation wordt de afdrukstand ingesteld op Portrait (Staand) of Landscape (Liggend). Met de optie "Rotated Landscape" (Liggend gedraaid) wordt het papier 90 graden tegen de klok in gedraaid. Als u de optie voor dubbelzijdig afdrukken gebruikt (hiervoor is de duplexeenheid vereist), kunt u het papier over de lange of over de korte zijde omslaan.
  • Pagina 23: Pcl- Emulatie

    PCL- EMULATIE Als u op de knop Eigenschappen klikt vanuit het dialoogvenster Afdrukken van uw toepassing, wordt het drivervenster geopend waarin u uw afdrukvoorkeuren voor dit document kunt opgeven. Het papierformaat moet hetzelfde formaat hebben als het papierformaat van uw document (tenzij u de afdruk wilt aanpassen aan een ander formaat) en moet ook hetzelfde...
  • Pagina 24: Beveiligd Afdrukken

    EVEILIGD AFDRUKKEN Met de functie voor beveiligd afdrukken kunt u vertrouwelijke documenten afdrukken op printers die worden gedeeld met andere gebruikers in een netwerkomgeving. Het document wordt pas afgedrukt wanneer u een pincode (persoonlijke identificatiecode) invoert op het bedieningspaneel van de printer. U moet naar de printer gaan en daar uw PIN invoeren.
  • Pagina 25 Het venster Taak PIN (persoonlijk identificatienummer) wordt geopend. Als dit venster niet wordt geopend, klikt u op de knop [PIN]. Voer in het venster Taak PIN een [naam] in voor deze afdruktaak. De naam kan uit maximaal 16 alfanumerieke tekens bestaan.
  • Pagina 26 De afdruktaak wordt naar de printer gestuurd, maar wordt op dat moment nog niet afgedrukt. Mac OS 9 Als u het stuurprogramma Apple LaserWriter gebruikt, moet eerst de invoegtoepassing voor beveiligd afdrukken worden ingeschakeld in de printerdriver. Deze stap is niet nodig voor het stuurprogramma Adobe PostScript.
  • Pagina 27 Typ een getal tussen 0000 en 9999 in het vak [PIN] en klik op [Afdrukken]. Uw PIN moet uniek zijn op deze printer. De systeembeheerder moet aan elke gebruiker een PIN toewijzen. ET DOCUMENT AFDRUKKEN U drukt uw beveiligde afdruktaak af via het bedieningspaneel van de printer op de voorzijde van de printer.
  • Pagina 28: Opslaan Op Hdd

    Wanneer alle gewenste kopieën zijn afgedrukt, wordt het document automatisch verwijderd van de harde schijf van de printer. U kunt beveiligde documenten ook op afstand, vanaf uw pc, afdrukken en verwijderen met het hulpprogramma Storage Device Manager. EN DOCUMENT VOOR BEVEILIGD AFDRUKKEN VERWIJDEREN Als u een beveiligd document dat u naar de printer hebt gestuurd toch niet wilt afdrukken, kunt u het van de harde schijf van de printer verwijderen zonder het eerst af te drukken.
  • Pagina 29: Opmerking

    bedieningspaneel van de printer of vanaf uw pc met het hulpprogramma Storage Device Manager. OPMERKING: Als deze optie niet wordt weergegeven op de schermen van het stuurprogramma of als de optie lichter gekleurd wordt weergegeven, controleert u of de harde schijf is ingeschakeld in de printerdriver.
  • Pagina 30 ET DOCUMENT AFDRUKKEN Volg de procedure die is beschreven in het gedeelte “Het document afdrukken' op pagina 27 voor het afdrukken van een beveiligd document. In dit geval wordt het document niet verwijderd van de harde schijf nadat het is afgedrukt. EN OPGESLAGEN DOCUMENT VERWIJDEREN Volg de procedure die is beschreven in “Een document voor beveiligd afdrukken verwijderen' op pagina 28 voor het...
  • Pagina 31: Richtlijnen Bij Het Afdrukken> 31

    ICHTLIJNEN BIJ HET AFDRUKKEN Dit hoofdstuk biedt een handig naslagwerk op het scherm bij veel van de functies van het stuurprogramma bij uw printer. E SCHERMEN VAN HET STUURPROGRAMMA OPENEN U hebt via de schermen van de printerdriver toegang tot de meeste beschreven functies.
  • Pagina 32: De Standaardinstellingen Van Het Stuurprogramma Wijzigen

    OPMERKING: Instellingen die u aanbrengt op het bedieningspaneel van de printer zelf zijn standaardinstellingen van de printer. Deze bepalen hoe uw printer zich gedraagt wanneer u niet iets anders opgeeft vanaf de computer. De standaardinstellingen van het stuurprogramma hebben voorrang boven de standaardinstellingen van de printer.
  • Pagina 33: De Instellingen Voor Het Stuurprogramma Wijzigen In De Toepassing

    E INSTELLINGEN VOOR HET STUURPROGRAMMA WIJZIGEN IN DE TOEPASSING INDOWS Open in uw toepassing het bestand dat u wilt afdrukken. Kies [Afdrukken…] in het menu [Bestand]. Controleer in het dialoogvenster Afdrukken van de toepassing of de weergegeven printer de juiste printer is en klik op [Eigenschappen].
  • Pagina 34: De Apparaatopties In Het Stuurprogramma Instellen

    Klik op [Opslaan…] op het tabblad [Setup] van het stuurprogramma. Voer een duidelijke naam in voor de instellingen die u opslaat en klik op [OK]. PGESLAGEN INSTELLINGEN VAN HET STUURPROGRAMMA TERUGHALEN Kies op het tabblad [Setup] van het stuurprogramma de eerder opgeslagen [stuurprogramma-instellingen] die u wilt gebruiken.
  • Pagina 35: Hardwareopties Configureren Vanaf Het Bureaublad

    Deze procedure is van essentieel belang als u extra hardwarefuncties wilt toevoegen aan uw printer nadat de stuurprogramma's zijn geïnstalleerd en ingesteld. INDOWS Open het venster [Eigenschappen] van het stuurprogramma. (Zie "De standaardinstellingen van het stuurprogramma wijzigen" op pagina 32.) Selecteer het tabblad [Apparaatopties].
  • Pagina 36: Hardwareopties Configureren Vanuit De Kiezer (Alleen Appletalk)

    Selecteer in het menu [Wijzigen] de hardware-item(s) die u hebt geïnstalleerd en geef de benodigde waarden op bij [In]. OPMERKING: als uw printer is aangesloten via USB of AppleTalk, klikt u op de knop [Automatische configuratie]. Hierbij worden gegevens van de printer opgevraagd en worden de opties automatisch ingesteld.
  • Pagina 37 Selecteer uw printerdriver in het linkerdeelvenster van de Kiezer (bijvoorbeeld 'LaserWriter 8'). Selecteer uw printermodel in het rechterdeelvenster van de Kiezer. Klik op [Setup…]. Klik op [Automatische configuratie]. Er worden gegevens van de printer opgevraagd en aanvullende hardwareopties worden automatisch gedetecteerd.
  • Pagina 38: Zwarte En Grijze Tinten

    WARTE EN GRIJZE TINTEN WARTE OVERDRUK Bij een zwarte overdruk wordt de witte rand tussen de afgedrukte lettertypen en de gekleurde achtergrond verwijderd. U kunt zwart overdrukken alleen gebruiken wanneer u 100% zwarte tekst afdrukt op een achtergrondkleur. Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in alle softwaretoepassingen.
  • Pagina 39 Mac OS 9 Kies [Archief] → [Print]. Selecteer uw printermodel in het menu [Printer] (1). Selecteer [Kleuropties] (2). Schakel het selectievakje [Zwarte overdruk] Mac OS X Kies [Archief] → [Print]. Selecteer uw printermodel in het menu [Printer] (1). Selecteer [Printerfuncties] (2). Selecteer [Kleuropties] in het menu [Functiesets] (3).
  • Pagina 40: Zwart Afdrukken (Zwart Genereren)

    WART AFDRUKKEN ZWART GENEREREN Als u zwart wilt laten genereren, moet u Officekleur of Graphic Pro selecteren als afdrukmodus. Uw printer drukt de kleur zwart op een van de twee volgende manieren af: Samengesteld zwart of Puur zwart. AMENGESTELD ZWART De toners cyaan, magenta, geel en zwart worden gecombineerd tot samengesteld zwart.
  • Pagina 41 Selecteer de gewenste optie onder [Zwarte afwerking] (2): [Automatisch] (de printer de beste methode laten kiezen op basis van de inhoud van de pagina), [Puur zwart] of [Samengesteld zwart]. Windows (Graphic Pro) Selecteer [Graphic Pro] op het tabblad [Kleur] van het stuurprogramma en klik op de knop [Opties].
  • Pagina 42 Mac OS 9 (Graphic Pro) Selecteer [Print] in het menu [Archief]. Selecteer uw printer in het menu [Printer] (1). Selecteer [Kleur - Graphic Pro 2] in het volgende menu (2). Kies de gewenste instelling bij [Zwarte afwerking] (3). Mac OS X (Officekleur) Selecteer [Print] in het menu [Archief].
  • Pagina 43 Mac OS X (Graphic Pro) Selecteer [Print] in het menu [Archief]. Selecteer uw printer in het menu [Printer] (1). Selecteer [Printerfuncties] in het volgende menu (2). Selecteer [Kleur - Graphic Pro 3] in het menu [Functiesets] (3). Kies de gewenste instelling bij [Zwarte afwerking] (4). Richtlijnen bij het afdrukken>...
  • Pagina 44: Dunne Lijnen Versterken

    UNNE LIJNEN VERSTERKEN U kunt deze functie gebruiken om de penbreedte van zeer dunne lijnen (minimumlijnbreedte) te benadrukken. Als deze functie in sommige softwaretoepassingen is ingeschakeld, kunnen de ruimten in streepjescodes te smal worden. In dat geval schakelt u [Bijstellen zeer dunne lijnen] uit. Klik op [Geavanceerd] op het tabblad [Taakopties] van het stuurprogramma.
  • Pagina 45: Grijswaarden Afdrukken

    RIJSWAARDEN AFDRUKKEN Als u Grijswaarden selecteert, converteert de printer alle kleuren naar grijstinten en wordt alleen met zwarte toner afgedrukt. Gebruik Grijswaarden als u snel wat proefafdrukken wilt maken of wanneer het niet nodig is een kleurendocument in kleur af te drukken.
  • Pagina 46 Het kost mogelijk iets meer tijd om [Geoptimaliseerde grijswaarden] af te drukken, maar deze geven de beste kwaliteit. Als u het PS-stuurprogramma gebruikt, klikt u op [Grijswaarde] op het tabblad [Kleur] en klikt u vervolgens op [Geavanceerd] als u helderheid en contrast wilt aanpassen.
  • Pagina 47 Selecteer [Grijswaarde] in het menu [Kleurmodus] (3). Schakel het selectievakje om altijd grijswaarden van de printer te gebruiken Dit zorgt voor de beste kwaliteit als u grijswaarden gebruikt. Selecteer [Taakopties] in het menu onder [Printer] (5). Schakel het selectievakje om geoptimaliseerde grijswaarden te gebruiken Hierdoor kan het afdrukken iets langzamer gaan, maar de resultaten zijn van zeer goede kwaliteit.
  • Pagina 48 OS X Kies [Archief] → [Print] in uw toepassingsprogramma. Selecteer uw printer in het menu [Printer] (1). Selecteer [Printerfuncties] in het volgende menu (2). Selecteer [Kleuropties] in het menu [Functiesets] (3). Selecteer [Grijswaarde] in het menu [Kleurmodus] (4). Schakel het selectievakje om altijd grijswaarden van de printer te gebruiken Dit zorgt voor de beste kwaliteit als u grijswaarden gebruikt.
  • Pagina 49: Kleurkoppeling

    LEURKOPPELING ASISPRINCIPES Er zijn drie manieren waarop u de kleuren van uw document kunt beheren en aanpassen. Windows / Macintosh Kleurbeheer via de toepassing (1). Sommige grafische programma's en DTP-programma's, zoals Adobe Photoshop, Adobe Illustrator en Quark Xpress, hebben hun eigen interne systeem voor kleurbeheer. Zie "Instellingen van de printerdriver voor het maken van ICC- profielen of het achterwege laten van kleurkoppeling"...
  • Pagina 50: Opmerking

    Kleurbeheer via de printer (3). Wanneer u uw document afdrukt en instellingen wijzigt in de printerdriver, verricht de printer de kleurkoppelingen. OPMERKING: Gebruik slechts één systeem voor kleurbeheer voor de beste resultaten van uw printer. Als u het kleurbeheersysteem van uw printer wilt gebruiken, moet u ervoor zorgen dat het kleurbeheer in uw toepassing en besturingssysteem is uitgeschakeld.
  • Pagina 51: Kleurbeheer Via De Printer

    LEURBEHEER VIA DE PRINTER NLEIDING Uw printer heeft twee aparte systemen voor kleurbeheer: Officekleur en Graphic Pro. Windows / Macintosh > Office-kleur (3a) –"Officekleur" op pagina 53 > Dit is een vrij eenvoudig systeem voor kleurbeheer dat is ontwikkeld met het oog op gebruiksgemak. Officekleur wordt aanbevolen voor gebruikers die niet veel ervaring met kleur hebben, maar wel goede resultaten willen halen bij het afdrukken vanuit programma's als Microsoft Office.
  • Pagina 52: Rgb- En Cmyk-Kleuren

    RGB- CMYK- KLEUREN In sommige toepassingsprogramma's kunt u kiezen of u documenten wilt maken en bewerken met RGB-kleuren of met CMYK-kleuren. Meestal worden CMYK-kleuren alleen ondersteund door professionele grafische software en DTP- software. De meeste toepassingsprogramma's, zoals Microsoft Office-programma's of webbrowsers, ondersteunen alleen RGB- kleuren.
  • Pagina 53: Officekleur

    FFICEKLEUR In dit gedeelte worden de functies in de printerdriver voor printerkleurbeheer met 'Officekleur' beschreven. Er zijn twee verschillende optiesets in Officekleur: CMYK- OPTIES RGB- OPTIES ALLEEN CRIPT Monitor (6500K) - Auto OMRUILEN Monitor (6500K) - Euroscale Perceptueel Monitor (6500K) - Levendig JapanColor Monitor (9300K) Digitale camera...
  • Pagina 54: Office-Kleur: Rgb-Opties

    : RGB- FFICE KLEUR OPTIES Officekleur biedt een verzameling van een aantal verschillende standaardinstellingen voor kleurkoppeling voor RGB-gegevens. Deze standaardinstellingen hebben elk een iets ander effect op de kleur van uw afdruk. Deze RGB-kleurkoppelingsopties zijn beschikbaar in alle printerdrivers. TANDAARD ESCHRIJVING INSTELLING Monitor (6500K) -...
  • Pagina 55 INDOWS Deze informatie geldt voor de Windows PCL 5c-, PCL 6- en PostScript-stuurprogramma's. Selecteer op het tabblad [Kleur] van de printerdriver de optie [Officekleur] (1) en klik op [Opties]. Selecteer een standaardinstelling bij [Kleurkoppelingsopties] (2). Kleurkoppeling> 55...
  • Pagina 56 OS 9 Kies [Archief] → [Print]. Selecteer uw printermodel in het menu [Printer] (1). Selecteer [Kleuropties] (2). Selecteer [Officekleur] in het menu [Kleurmodus] (3). Selecteer [Kleur - Officekleur] (4). Selecteer de standaardinstelling Officekleur die u wilt gebruiken. Kleurkoppeling> 56...
  • Pagina 57 OS X OPMERKING: Wanneer u afdrukt vanuit bepaalde toepassingen in Mac OS X, hebben deze RGB-kleurkoppelingsopties mogelijk geen effect op de kleur van uw afdruk. Als u merkt dat de kleuren van uw afdruk niet zijn gewijzigd nadat u een van de standaardinstellingen van Officekleur hebt toegepast, is de toepassing niet compatibel met dit type printerkleurkoppeling.
  • Pagina 58: Rgb Officekleur Aanpassen Met Het Hulpprogramma Voor Kleurcorrectie (Windows)

    Selecteer [Kleur - Officekleur] in het menu [Functiesets] (5). Selecteer de [Officekleur]-standaardinstelling die u wilt gebruiken. RGB O FFICEKLEUR AANPASSEN MET HET HULPPROGRAMMA VOOR KLEURCORRECTIE INDOWS Als de standaardinstellingen van Officekleur niet aan uw behoeften voldoen, biedt het hulpprogramma Colour Correct een mogelijkheid voor verdere aanpassing.
  • Pagina 59: Graphic Pro

    RAPHIC In dit gedeelte worden de kleurkoppelingsopties voor Graphic Pro beschreven. Het Graphic Pro-kleurkoppelingssysteem is gebaseerd op ICC- profielen. U downloadt deze profielen naar de printer met het hulpprogramma Profile Assistant, waarna u ze kunt selecteren in de printerdriver. Wanneer een taak naar de printer wordt gestuurd, worden de ICC-profielen op de printer toegepast op de afdruktaak.
  • Pagina 60: Cmyk- Inktsimulatie

    CMYK- INKTSIMULATIE U kunt uw printer gebruiken om de kleuruitvoer te simuleren van een drukpers (inktinstellingen OMRUILEN, Euroscale of JapanColor). AUWKEURIGERE PRINTERKLEUR Als u zelf profielen hebt gemaakt met software voor het maken van ICC-profielen van derden, kunt u deze profielen naar de printer downloaden en gebruiken bij het afdrukken.
  • Pagina 61: Werkstroom Van Graphic Pro: Overzicht

    ERKSTROOM VAN RAPHIC OVERZICHT Het gebruik van het kleurkoppelingssysteem Graphic Pro verloopt in drie stappen. OPMERKING: U hebt een harde schijf nodig (optie) als u deze functie wilt gebruiken. ICC-profielen verzamelen of maken (zie hierna) ICC-profielen downloaden naar de harde schijf van de printer (pagina 62) De ICC-profielen bij het afdrukken selecteren in de printerdriver (pagina 63)
  • Pagina 62 2: ICC- PROFIELEN DOWNLOADEN NAAR DE HARDE SCHIJF VAN DE PRINTER U kunt profielen downloaden naar de harde schijf van de printer met het hulpprogramma Profile Assistant. Profile Assistant Start Profile Assistant Selecteer een printer Als dit de eerste keer is dat u werkt met Profile Assistant, moet u het hulpprogramma naar compatibele printers laten zoeken.
  • Pagina 63 Selecteer een nummer van 1 tot en met 12. Met dit nummer wordt het profiel geïdentificeerd in de printerdriver. Klik op [OK] om het ICC-profiel te downloaden naar de printer. 3: ICC- PROFIELEN SELECTEREN IN DE PRINTERDRIVER Wat u selecteert in de printerdriver is afhankelijk van de kleurkoppelingstaak die u wil uitvoeren.
  • Pagina 64: De Kleur Koppelen Aan Een Monitor, Scanner Of Camera

    E KLEUR KOPPELEN AAN EEN MONITOR SCANNER OF CAMERA U kunt het Graphic Pro-kleurkoppelingssysteem gebruiken om de printerkleur te koppelen aan een RGB-invoerapparaat, zoals een monitor, scanner of digitale camera. 1. RGB-gegevens 2. Afgedrukt document 3. RGB-bronprofiel 4. Scanner, monitor, camera, enzovoort 5.
  • Pagina 65 INDOWS Deze informatie geldt voor de Windows PCL 5c-, PCL 6- en PostScript-stuurprogramma's. Wanneer u de kleur wilt koppelen aan de kleur van een RGB- invoerapparaat, zoals een monitor, scanner of digitale camera, moet u de volgende gegevens selecteren in de printerdriver: Selecteer [Graphic Pro] op het tabblad [Kleur] van de printerdriver en klik op [Opties].
  • Pagina 66 Selecteer een printeruitvoerprofiel (4). Als [Auto] is geselecteerd, worden de standaardfabrieksprofielen gebruikt die zijn ingesloten in de printer. Als u zelf een printerprofiel hebt gemaakt met software voor het maken van profielen, selecteert u dat hier. OPMERKING: als u uw eigen printeruitvoerprofiel hebt geselecteerd (4), kunt u ook de renderingsintentie aanpassen.
  • Pagina 67 Selecteer [Kleur - Graphic Pro 1] (4). Selecteer [ICC-profiel kleurkoppeling] in het menu voor [Kleurkoppelingstaak] (5). Selecteer voor de RGB-profielbron het ICC-profiel dat overeenkomt met het apparaat dat u probeert te koppelen, zoals uw monitor, scanner of digitale camera (6). Vergeet niet dat de namen 'RGB-bron 1', 'RGB-bron 2' en dergelijke verwijzen naar het nummer dat met Profile Assistant is toegewezen aan het profiel.
  • Pagina 68 u een renderingsintentie (zie "Renderingsintenties" op pagina 84). OS X Kies [Archief] → [Print]. Selecteer uw printermodel in het menu [Printer] (1). Selecteer [Printerfuncties] (2). Selecteer [Kleuropties] in het menu [Functiesets] (3). Selecteer [Graphic Pro] in het menu [Kleurmodus] (4). Kleurkoppeling>...
  • Pagina 69 Selecteer [Kleur - Graphic Pro 1] in het menu [Functiesets] (5). Selecteer [ICC-profiel kleurkoppeling] in het menu voor [Kleurkoppelingstaak] (6). Selecteer [Kleur - Graphic Pro 2] in het menu [Functiesets] (7). Selecteer in [RGB-profielbron] het ICC-profiel dat overeenkomt met het apparaat dat u probeert te koppelen, zoals uw monitor, scanner of digitale camera.
  • Pagina 70 Assistant is toegewezen aan het profiel. Zie "Profile Assistant" op pagina 62. Selecteer [Kleur - Graphic Pro 3] in het menu [Functiesets]. Selecteer uw printerprofiel (10) in het menu voor [Printeruitvoerprofiel]. Als Auto is geselecteerd, worden de standaardfabrieksprofielen gebruikt die zijn ingesloten in de printer.
  • Pagina 71: Een Andere Printer Simuleren: Rgb-Brongegevens

    : RGB- EN ANDERE PRINTER SIMULEREN BRONGEGEVENS U kunt het Graphic Pro-kleurkoppelingssysteem gebruiken om de kleuruitvoer van een andere printer te simuleren. 1. RGB-gegevens 2. Afgedrukt document 3. RGB-bronprofiel 4. Scanner, monitor, camera, enzovoort 5. Printeruitvoerprofiel 6. Laat deze op Auto staan of selecteer uw aangepaste profiel.
  • Pagina 72 gedeelte (Windows pagina 72, Mac OS 9 pagina 73, Mac OS X pagina 68). INDOWS Als u een RGB-brondocument hebt, simuleert u de uitvoer van een andere printer door de volgende gegevens te selecteren in de printerdriver. Selecteer [Graphic Pro] op het tabblad [Kleur] van de printerdriver en klik op [Opties].
  • Pagina 73 Assistant is toegewezen aan het profiel. Zie "Profile Assistant" op pagina 62. Selecteer een doelprofiel voor de simulatie (4). Dit profiel komt overeen met de printer die u wilt simuleren. Als u zwarte en grijze tinten wilt produceren die worden afgedrukt met alleen zwarte toner, schakelt u de optie [Zwart behouden] uit.
  • Pagina 74 Kies [Kleur] → [Graphic Pro 1] (4). Kies [Kleurkoppelingstaak] → [Printersimulatie] (5). Selecteer in [RGB-profielbron] het ICC-profiel dat overeenkomt met het apparaat dat u probeert te koppelen, zoals uw monitor, scanner of digitale camera. Vergeet niet dat de namen 'RGB-bron 1', 'RGB-bron 2' en dergelijke verwijzen naar het nummer dat met Profile Assistant is toegewezen aan het profiel.
  • Pagina 75 Kies [Kleur] → [Graphic Pro 2] (8). Selecteer uw printerprofiel in het menu voor [Printeruitvoerprofiel] (9). Als [Auto] is geselecteerd, worden de standaardfabrieksprofielen gebruikt die zijn ingesloten in de printer. Als u zelf een printerprofiel hebt gemaakt met software voor het maken van profielen, selecteert u dat hier en kiest u een renderingsintentie (zie "Renderingsintenties"...
  • Pagina 76 Selecteer [Kleur - Graphic Pro 1] in het menu [Functiesets] (5). Selecteer [Printersimulatie] in het menu voor [Kleurkoppelingstaak] (6). Als u zwarte en grijze tinten wilt produceren die worden afgedrukt met alleen zwarte toner, schakelt u de optie [Zwart behouden] uit. Weliswaar krijgt u met deze optie een afdruk van betere kwaliteit, maar hierbij worden de zwarte en grijze tinten niet correct gesimuleerd.
  • Pagina 77 Assistant is toegewezen aan het profiel. Zie "Profile Assistant" op pagina 62. Selecteer in het menu [Simulatie doelprofiel] profiel van het apparaat dat u wilt simuleren. Vergeet niet dat de namen 'CMYK-bron 1', 'CMYK-bron 2' en dergelijke verwijzen naar het nummer dat met Profile Assistant is toegewezen aan het profiel.
  • Pagina 78: Cmyk-Inktsimulaties: Cmyk-Brongegevens

    CMYK- : CMYK- INKTSIMULATIES BRONGEGEVENS U kunt het op ICC-profielen gebaseerde systeem voor kleurkoppeling gebruiken om de uitvoer op een drukpers te simuleren. U kunt een selectie maken uit de inkttypen die het meest worden gebruikt in verschillende regio's van de wereld: >...
  • Pagina 79 INDOWS OPMERKING: Deze informatie geldt alleen voor het PostScript- stuurprogramma van Windows. Als u een CMYK-brondocument hebt, gebruikt u de volgende instellingen in de printerdriver om een CMYK-inktsimulatie uit te voeren: Selecteer [Graphic Pro] op het tabblad [Kleur] van de printerdriver en klik op [Opties].
  • Pagina 80 Gebruik de optie [Zwart behouden] om de informatie over de oorspronkelijke grijze component (K-kanaal) te bewaren. Als de optie [Zwart behouden] is uitgeschakeld, kunnen grijze componenten worden afgedrukt met een mengsel van CMYK-toners, in plaats van alleen K-toner (zwart). Selecteer een printeruitvoerprofiel (4). Als [Auto] is geselecteerd, worden de standaardfabrieksprofielen gebruikt die zijn ingesloten in de printer.
  • Pagina 81 Selecteer [Kleur - Graphic Pro 1] (4). Selecteer [ICC-profiel kleurkoppeling] in het menu voor [Kleurkoppelingstaak] (5). Selecteer als bron voor het CMYK-invoerprofiel CMYK-invoerprofiel dat overeenkomt met het apparaat dat u probeert te koppelen, zoals een pers die gebruikmaakt van de inkttypen OMRUILEN of Euroscale. Als u een ander CMYK-inktprofiel hebt dat u wilt gebruiken, selecteert u dat hier als het juiste 'CMYK-bron x'-profiel.
  • Pagina 82 software voor het maken van profielen, selecteert u dat hier en kiest u een renderingsintentie (zie "Renderingsintenties" op pagina 84). OS X Als u een CMYK-brondocument hebt, gebruikt u de volgende instellingen in de printerdriver om een CMYK-inktsimulatie uit te voeren: Kies [Archief] →...
  • Pagina 83 kunnen grijze componenten worden afgedrukt met een mengsel van CMYK-toners, in plaats van alleen K-toner (zwart). Selecteer [Kleur - Graphic Pro 2] in het menu [Functiesets] (7). Selecteer [CMYK-invoerprofiel] in het menu [CMYK- profieltype] (8). Selecteer als bron voor het CMYK-invoerprofiel CMYK-invoerprofiel dat overeenkomt met het apparaat dat u probeert te koppelen, zoals een pers die gebruikmaakt van de inkttypen OMRUILEN of Euroscale.
  • Pagina 84: Renderingsintenties

    Als [Auto] is geselecteerd, worden de standaardfabrieksprofielen gebruikt die zijn ingesloten in de printer. Als u zelf een printerprofiel hebt gemaakt met software voor het maken van profielen, selecteert u dat hier en kiest u een renderingsintentie (zie "Renderingsintenties" op pagina 84). ENDERINGSINTENTIES Wanneer u voor het printeruitvoerprofiel een ander profiel selecteert dan [Auto], kunt u de renderingsintentie selecteren.
  • Pagina 85: Pure Zwarte Tekst/Grafisch

    BSOLUUT COLORIMETRISCH Deze optie wordt aanbevolen als u op uw printer proefafdrukken maakt van afbeeldingen die uiteindelijk moeten worden afgedrukt op een drukpers. Dit kan leiden tot een zichtbare kleurzweem op de afdruk, omdat hierbij zal worden geprobeerd het papierwit van het doelapparaat te simuleren. URE ZWARTE EKST RAFISCH...
  • Pagina 86: Instellingen Van De Printerdriver Voor Het Maken Van Icc-Profielen Of Het Achterwege Laten Van Kleurkoppeling

    NSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER VOOR HET MAKEN VAN ICC- PROFIELEN OF HET ACHTERWEGE LATEN VAN KLEURKOPPELING Als u ICC-profielen maakt met software van derden, selecteert u [Kleurkoppeling uitschakelen bij het creëren van profiel]. Met deze optie schakelt u elk printerkleurbeheer uit en voorkomt u ook dat de printer de dikte van de tonerlaag beperkt.
  • Pagina 87 OS 9 Kies [Archief] → [Print]. Selecteer uw printermodel in het menu [Printer] (1). Selecteer [Kleuropties] (2). Selecteer [Graphic Pro] in het menu [Kleurmodus] (3). Selecteer [Kleur - Graphic Pro 1] (4). Selecteer [Kleurkoppeling uitschakelen bij het creëren van profiel] in het menu [Kleurkoppelingstaak] als u een ICC-profiel maakt met software van derden voor het maken van profielen.
  • Pagina 88 OS X Kies [Archief] → [Print]. Selecteer uw printermodel in het menu [Printer] (1). Selecteer [Printerfuncties] (2). Selecteer [Kleuropties] in het menu [Functiesets] (3). Selecteer [Graphic Pro] in het menu [Kleurmodus] (4). Selecteer [Kleur - Graphic Pro 1] in het menu [Functiesets] (5).
  • Pagina 89: Afwerkingsopties

    FWERKINGSOPTIES Uw printer biedt een brede selectie van afwerkingsopties voor uw documenten, waarmee u meer controle hebt op de uiteindelijke vorm van uw afgedrukte document. Afhankelijk van de aangesloten hardware, hetzij als optionele upgrades hetzij als standaard bijgeleverde hardware (afhankelijk van uw model printer), kan het systeem verschillende mogelijkheden bieden.
  • Pagina 90 Aangezien bij deze functie op beide zijden van de pagina wordt afgedrukt, moet hiervoor een duplexeenheid zijn geïnstalleerd in de printer. OPMERKINGEN: 1. Wanneer u wilt controleren hoeveel geheugen momenteel is geïnstalleerd, drukt u een configuratiepagina af vanaf het bedieningspaneel van de printer.
  • Pagina 91 INDOWS CRIPT (Alleen voor Windows 2000/XP/Server 2003) Kies [Boekje] in de vervolgkeuzelijst [Pagina's per vel] op het tabblad [Lay-out] van het stuurprogramma. Controleer of de duplexoptie is ingesteld op [Over korte zijden spiegelen]. OPMERKING: Als de optie voor Boekje niet wordt weergegeven, controleert u of de duplexoptie is ingeschakeld in het stuurprogramma.
  • Pagina 92 INDOWS Roep op het tabblad [Setup] van het stuurprogramma de eerder opgeslagen [stuurprogramma-instellingen] op die u wilt gebruiken. Kies [Boekje] in de vervolgkeuzelijst [Afwerkingmodus] en klik op [Opties]. In het venster Opties kunt u de grootte van de [katernen] instellen, het aantal [pagina's] per zijde van het papier en de [rugmarge] als het een dik document is.
  • Pagina 93: Sorteren

    ORTEREN Met deze functie kunt u meerdere exemplaren van een document van meer pagina's zo afdrukken dat de pagina's van elk exemplaar op de juiste volgorde liggen. Niet-gesorteerde pagina's worden als volgt afgedrukt Gesorteerde pagina's worden als volgt afgedrukt Sorteren via de toepassing: sommige toepassingsprogramma's hebben een sorteerfunctie bij hun afdrukopties.
  • Pagina 94 Als u problemen ondervindt bij het sorteren via de printer, kunt u in plaats daarvan de sorteeroptie bij de afdrukopties van uw toepassing gebruiken. INDOWS Als u het PCL-stuurprogramma gebruikt, kiest u op het tabblad [Setup] eerst de eventueel opgeslagen [stuurprogramma-instellingen] die u wilt gebruiken.
  • Pagina 95 OS9. Kies [Archief] → [Print]. Selecteer uw printermodel in het printermenu (1). Selecteer [Standaard] (2). Voer het aantal [kopieën] in dat u wilt afdrukken. Selecteer [Taakopties] (4). Schakel het selectievakje [Gesorteerd] in om sorteren via de printer in te schakelen. OPMERKING: Deze illustraties komen uit het stuurprogramma Apple LaserWriter, dat gebruikmaakt van 'sorteren via de printer'.
  • Pagina 96 OS X Kies [Archief] → [Print]. Selecteer uw printermodel in het printermenu (1). Selecteer [Aantal en pagina's] (2). De optie [Sorteren] in het dialoogvenster [Aantal en pagina's] is voor sorteren via de toepassing. Zie "Sorteren" op pagina 93. Voer het aantal [kopieën] in dat u wilt afdrukken.
  • Pagina 97: Kleurscheiding

    LEURSCHEIDING Met de functie voor kleurscheiding drukt u elk van de vier primaire kleuren af als aparte grijswaarde-afbeeldingen. Dit is een proefdrukvoorziening die de relatieve dichtheid van elk van de vier tonerkleuren in uw afdrukdocument aangeeft. Hoe donkerder een gebied wordt weergegeven, des te meer van de corresponderende tonerkleur wordt gebruikt wanneer u in kleur afdrukt.
  • Pagina 98 Kies [Archief] → [Print]. Selecteer uw printermodel in het printermenu (1). Selecteer [Kleuropties] (2). Selecteer in het menu [Scheidingen] de scheidingen die u wilt afdrukken. OS X Kies [Archief] → [Print]. Selecteer uw printermodel in het printermenu (1). Selecteer [Printerfuncties] (2). Selecteer [Kleuropties] in het menu [Functiesets] (3).
  • Pagina 99: Afdruktaken In De Wachtrij Scheiden

    Selecteer in het menu [Scheidingen] de scheidingen die u wilt afdrukken. FDRUKTAKEN IN DE WACHTRIJ SCHEIDEN Wanneer u een printer deelt met andere gebruikers, kan het handig zijn een speciale pagina tussen afdruktaken af te drukken, zodat iedere gebruiker gemakkelijk de eigen afdruktaak kan terugvinden in de stapel papier bij de printer.
  • Pagina 100 OS 9 OORBLAD IN U hebt toegang tot het voorblad vanuit het afdrukdialoogvenster van uw toepassing. Kies [Archief] → [Print]. Selecteer uw printermodel in het menu [Printer] (1). Selecteer [Voorblad] (2). Selecteer de gewenste opties voor het voorblad (3). OS X OORBLAD IN U hebt toegang tot het voorblad vanuit het afdrukdialoogvenster van uw toepassing.
  • Pagina 101: Omslag

    MSLAG We hebben het over een 'omslag' wanneer het papier voor de eerste pagina (de omslag) van een afdruktaak wordt ingevoerd vanuit de ene papierlade en het papier voor de andere pagina's van de afdruktaak wordt ingevoerd vanuit een andere papierlade. Deze functie is niet beschikbaar in de Windows PostScript- stuurprogramma's.
  • Pagina 102 OS9. Kies [Archief] → [Print]. Selecteer uw printermodel in het menu [Printer] (1). Selecteer [Standaard] (2). Selecteer bij [Papierbron] de laden of papiersoorten die u wilt gebruiken voor de eerste pagina en de overige pagina's. OS X Kies [Archief] → [Print]. Selecteer uw printermodel in het menu [Printer] (1).
  • Pagina 103: Aangepast Paginaformaat

    ANGEPAST PAGINAFORMAAT Met deze functie kunt u afdrukken op afdrukmedia van afwijkende formaten. De universele lade wordt gebruikt voor de invoer van afwijkende mediaformaten. De breedte van afdrukmedia kan variëren van 76mm tot 328 mm en de lengte kan variëren van 90mm tot 1200 mm. De werkelijke limieten kunnen iets verschillen, afhankelijk van de printerdriver dat u gebruikt en het besturingssysteem van uw computer.
  • Pagina 104 Kies in het venster Grootte van de aangepaste pagina definiëren (PostScript) de [papierinvoerrichting] in de vervolgkeuzelijst. De mogelijke opties zijn: Korte zijde De pagina is in staand formaat (lang) en u eerst voert eerst de bovenkant van de pagina in de printer in.
  • Pagina 105 Klik op [OK] om het venster Geavanceerde opties te sluiten. Kies in het venster van het stuurprogramma de [Universele lade] als de [Papierbron]. INDOWS Selecteer op het tabblad [Setup] van het stuurprogramma de eerder opgeslagen instellingen die u wilt gebruiken. Klik op de knop [Papierinvoeropties].
  • Pagina 106 Als u een eerder opgeslagen aangepast formaat wilt gebruiken, klikt u op de naam ervan in de lijst. U maakt als volgt een nieuw aangepast formaat: Voer in de vakken [Breedte] en [Lengte] de afmetingen van de pagina in. Voer een naam in voor het nieuwe formaat in het vak [Naam] en klik op [Toevoegen] om het op te slaan in de lijst.
  • Pagina 107 OS 9 OPMERKING: De illustratie in deze procedure komt uit het stuurprogramma Apple LaserWriter. Kies [Archief] → [Print] in uw toepassingsprogramma. Selecteer [Speciale papierformaten] (1). Klik op [Nieuw] om een nieuw papierformaat te definiëren. Voer de [breedte] en [hoogte] van het papier in. Geef zo nodig de [marges] voor het papier op.
  • Pagina 108 OS X Kies [Archief] → [Pagina-instelling] in uw toepassingsprogramma. Selecteer [Speciaal papierformaat] (1). Klik op [Nieuw] om een nieuw papierformaat te definiëren en voer een naam in voor het papierformaat.. Voer de [breedte] en [hoogte] van het papier in. Geef zo nodig de [marges] voor het papier op.
  • Pagina 109: Duplex (Dubbelzijdig) Afdrukken

    UPLEX DUBBELZIJDIG AFDRUKKEN Als in uw printer een duplexeenheid is geïnstalleerd, kunt u op beide zijden van het papier afdrukken en zo op papier en kosten besparen en gewicht en volume beperken. > Voor dubbelzijdig afdrukken kunt u alleen papier gebruiken, geen transparanten of andere media.
  • Pagina 110 Voor een staande paginalay-out is [Lange zijde] de gebruikelijke keus. Voor een liggende paginalay-out is [Korte zijde] de gebruikelijke keus. Als u [Uit] kiest, wordt dubbelzijdig afdrukken uitgeschakeld en wordt het document enkelzijdig afgedrukt. INDOWS Selecteer op het tabblad Setup van het stuurprogramma, onder [2-zijdig afdrukken], de gewenste bindrand.
  • Pagina 111 OS 9 Kies [Archief] → [Print] in uw toepassingsprogramma. Selecteer uw printermodel in het menu [Printer] (1). Selecteer [Lay-out] (2). Schakel het selectievakje [Print beide zijden] Selecteer de gewenste bindrand (4). In de afbeelding ziet u hoe het papier wordt gedraaid, aan de lange of de korte zijde.
  • Pagina 112 OS X Kies [Archief] → [Print] in uw toepassingsprogramma. Selecteer uw printermodel in het menu [Printer] (1). Selecteer [Lay-out] (2). Selecteer bij de opties voor [2-zijdig afdrukken] optie [Binden over lange zijden] of [Binden over korte zijde]. Welke keus u moet maken is meestal afhankelijk van de afdrukstand van uw pagina (staand of liggend) en van de manier waarop u het papier omdraait om de tweede kant te lezen.
  • Pagina 113: Meer Pagina's Afdrukken Op Één Blad (N-Up)

    EER PAGINA S AFDRUKKEN OP ÉÉN BLAD Met deze functie schaalt u het papierformaat van uw document voor het afdrukken en worden meerdere pagina's per vel afgedrukt. Dit is handig wanneer u alleen de paginalay-out wilt controleren of wanneer u uw document in een compactere vorm wilt verspreiden.
  • Pagina 114 INDOWS CRIPT Kies op het tabblad Lay-out (Windows XP) of Setup (Windows 98) van het stuurprogramma het aantal pagina's dat u op elk blad wilt afdrukken ('X op één'): 1 op één is normaal, 16 op één is het maximum. INDOWS Kies op het tabblad Lay-out (Windows XP) of Setup (Windows 98) van het stuurprogramma het aantal...
  • Pagina 115 Hier kunt u de afdrukvolgorde van de pagina en de paginalay-out opgeven, kunt u opgeven of u paginaranden wilt afdrukken en kunt u zo nodig een rugmarge kiezen. OS 9 Kies [Archief] → [Print] in uw toepassingsprogramma. Selecteer uw printermodel in het menu [Printer] (1). Selecteer [Lay-out] (2).
  • Pagina 116 OS X Kies [Archief] → [Print] in uw toepassingsprogramma. Selecteer uw printermodel in het menu [Printer] (1). Selecteer [Lay-out] (2). Selecteer in het menu [Pagina's per vel] het aantal pagina's dat u op één vel papier wilt afdrukken. Wijzig zo nodig de richting waarin de documentpagina's op het papier zijn gerangschikt.
  • Pagina 117: Poster Afdrukken

    OSTER AFDRUKKEN Met deze optie kunt u posters afdrukken door één documentpagina in meerdere delen te verdelen. Elk deel wordt vergroot op een apart blad afgedrukt. Vervolgens kunt u de aparte bladen combineren tot een poster. Posterafdruk is alleen beschikbaar in de Windows PCL- printerdrivers.
  • Pagina 118: Schalen Naar Pagina

    Een [overlap] kan u helpen de aangrenzende pagina's juist tegen elkaar aan te leggen wanneer u de uiteindelijke poster maakt. CHALEN NAAR PAGINA Met de functie voor schalen naar pagina kunt u gegevens die zijn opgemaakt voor een bepaald paginaformaat afdrukken op een ander paginaformaat, zonder de afdrukgegevens te wijzigen.
  • Pagina 119: Watermerken

    ATERMERKEN Een watermerk is meestal een vage tekst die over de afdruk van een document wordt weergegeven. Dit kan worden gebruikt om aan te geven dat een document 'Concept', of wellicht 'Vertrouwelijk' is. Deze functie is niet beschikbaar in Mac OS X. Onderstaande illustratie komt uit het Windows PostScript-stuurprogramma.
  • Pagina 120 U maakt als volgt een nieuw watermerk: Klik op [Nieuw…] in het venster Watermerken. Voer de gewenste tekst voor het watermerk in. Wijzig zo nodig lettertype, formaat, kleur, hoek, positie en rand (bijsnijden) van het watermerk. Klik op [OK] om uw wijzigingen te accepteren. U kiest als volgt een eerder gemaakt watermerk: Klik in de lijst op het venster Watermerken op het gewenste watermerk.
  • Pagina 121 OS 9 De hier afgebeelde illustraties komen uit het stuurprogramma Adobe PostScript. Het stuurprogramma Apple LaserWriter heeft geen functie voor watermerken. Kies [Archief] → [Pagina-instelling] in uw toepassingsprogramma. Selecteer [Watermerken] (1). Selecteer de pagina's waarop u een watermerk wilt afdrukken 2: [Geen] (geen watermerken), [Eerste] of [Alle].
  • Pagina 122: Menufuncties

    ENUFUNCTIES Deze sectie biedt een overzicht van de menu’s die via de knoppen op het bedieningspaneel van de printer toegankelijk zijn en op het LCD-scherm kunnen worden weergegeven. Veel van deze instellingen kunnen worden overschreven en worden vaak ook overschreven door de instellingen in de Windows-printerdrivers.
  • Pagina 123: Menu Print Jobs (Menu Afdruktaken)

    • Druk op ON LINE om het menusysteem af te sluiten en terug te gaan naar de modus stand-by. RINT JOBS MENU FDRUKTAKEN Dit menu verschijnt alleen als er een harde schijf is geïnstalleerd. Het menu wordt gebruikt voor het afdrukken van documenten die zijn opgeslagen op de interne harde schijf.
  • Pagina 124: Menu Shutdown (Menu Afsluiten)

    CTIE ESCHRIJVING PRINT PPR UITVOEREN Hiermee drukt u een volledig overzicht FONT (PPR- af van alle interne IBM ProPrinter III XL- lettertypen emulatielettertypen, inclusief de afdrukken) lettertypen die zijn geladen in het flashgeheugen en naar de harde schijf. PRINT FX FONT UITVOEREN Hiermee drukt u een volledige lijst af (FX-lettertypen van alle interne Epson FX-...
  • Pagina 125: Menu Afdrukken

    FDRUKKEN Via dit menu kunt u allerlei functies voor afdruktaken wijzigen. NSTELLINGEN ESCHRIJVING KOPIEËN 1-999 Voer in hoeveel exemplaren, van 1 tot en met 999, u van een document wilt afdrukken. DUPLEX ON/OFF (AAN/ Hiermee schakelt u de functie voor (Dubbelzijdig UIT) dubbelzijdig afdrukken in of uit als...
  • Pagina 126: Één Afdruk- Auto Speed Snelheid

    COLOR SPEED De printer drukt voor alle taken 20 ppm (ES2032) of 26 ppm (ES2632) af. Deze instelling is het meest geschikt wanneer de meeste afdruktaken in kleur zijn. Menufuncties> 126...
  • Pagina 127: Één Afdruk- Mixed Speed Snelheid

    ESCHRIJVING ÉÉN AFDRUK- MIXED SPEED De printer schakelt automatisch over SNELHEID op 20 ppm (ES2032) of 26ppm (ES2632) voor elke kleurenpagina en op 20 ppm voor elke zwartwitpagina. Wanneer u zwartwitpagina's afdrukt, worden de 3 kleurencartridges automatisch opgetild om de gebruiksduur te optimaliseren.
  • Pagina 128 NSTELLINGEN ESCHRIJVING EDIT SIZE CASSETTE Hiermee stelt u de grootte van het (GROOTTE SIZE afdrukgebied in zodat de grootte WIJZIGEN) (CASSETTE- overeenkomt met het formaat van FORMAAT) het gebruikte papier. Dit is een ander LETTER formaat dan het werkelijke formaat EXECUTIVE van het papier, dat altijd iets groter LEGAL14...
  • Pagina 129: Menu Media

    EDIA Via dit menu kunt u allerlei afdrukmedia instellen. NSTELLINGEN ESCHRIJVING TRAY1 Hiermee selecteert u het A5 / A6 / PAPERSIZE papierformaat dat in lade 1 (de (PAPIER- bovenste lade, als beide laden zijn LEGAL14 FORMAAT LADE geïnstalleerd) is geladen. Zie voor de LEGAL13.5 instelling AANGEPAST de opties X- LEGAL13...
  • Pagina 130 NSTELLINGEN ESCHRIJVING TRAY2 LICHT (64- Hiermee stelt u de printer in voor het MEDIAWEIGHT 74 g/m²) gewicht van het papier in deze lade (MEDIA- MIDDEL (75- (indien geïnstalleerd. GEWICHT 90 g/m²) LADE 2) ZWAAR (91- 176 g/m²) PAPIER- LETTER Hiermee selecteert u het FORMAAT EXECUTIVE papierformaat dat moet worden...
  • Pagina 131 NSTELLINGEN ESCHRIJVING X-AFMETING 100-210-216 Hiermee selecteert u de breedte van MILLIMETER het papier die bij de instelling AANGEPAST is gedefinieerd en waarnaar in de instellingen voor Papierformaat hiervoor wordt verwezen. Y-AFMETING 148-297-1200 Hiermee selecteert u de lengte van MILLIMETER het papier die bij de instelling AANGEPAST is gedefinieerd en waarnaar bij de instellingen voor Papierformaat hiervoor wordt...
  • Pagina 132: Menu Kleur

    LEUR De printer past op gezette tijden automatisch de kleurbalans en de dichtheid aan om de uitvoer te optimaliseren voor helderwit papier dat wordt bekeken bij daglicht. Met de items in dit menu kunt u de standaardinstellingen voor een speciale of bijzonder complexe afdruktaak wijzigen.
  • Pagina 133 NSTELLINGEN ESCHRIJVING C HIGHLIGHT -3~0~+3 C MID-TONE -3~0~+3 C DARK -3~0~+3 M HIGHLIGHT -3~0~+3 Hiermee past u de M MID-TONE -3~0~+3 afbeeldingdichtheid aan van elke M DARK -3~0~+3 kleurcomponent (cyaan, magenta, Y HIGHLIGHT -3~0~+3 geel en zwart). De normale instelling Y MID-TONE -3~0~+3 is 0.
  • Pagina 134 NSTELLINGEN ESCHRIJVING Hiermee selecteert u een van de SIMULATION SWOP industriestandaarden voor (INKT- (WISSELEN) kleurmonsters. SIMULATIE) EUROSCALE (EUROSCHAAL) JAPAN LOW (LAAG) MEDIUM (GEMIDDELD) HIGH (HOOG) CMY 100% UIT- Als de optie is ingeschakeld, worden DENSITY (CMY SCHAKELEN zwarte gebieden met 100% C, M en 100% INSCHAKELEN Y gemaakt in plaats van met zwart.
  • Pagina 135: Menu Systeemconfiguratie

    YSTEEMCONFIGURATIE Via dit menu kunt u de algemene printerinstellingen aan uw voorkeuren aanpassen. TEMS NSTELLINGEN ESCHRIJVING TIJD Hiermee stelt u in na hoeveel tijd ENERGIESPAAR een inactieve printer automatisch STAND overschakelt naar de energiebesparende modus. In deze modus wordt het energieverbruik verminderd tot een niveau dat minimaal vereist is om de printer te laten werken en gegevens te kunnen...
  • Pagina 136: Opheffing Aan Papierstoring Uit

    TEMS NSTELLINGEN ESCHRIJVING AUTO Hiermee bepaalt u of de printer zich CONTINUE automatisch herstelt als zich een (AUTOMATISCH geheugenoverflow voordoet. DOORGAAN) HANDMATIGE Hiermee geeft u op hoeveel TIMEOUT seconden de printer moet wachten op papier voordat de afdruktaak wordt geannuleerd. WACHTIJD 5~40~300 Hiermee geeft u op hoeveel...
  • Pagina 137: Pcl-Emulatie

    PCL- EMULATIE In dit menu kunt u de instellingen selecteren die van kracht zijn als de printer in de PCL-emulatiemodus werkt. NSTELLINGEN ESCHRIJVING FONT BRON RESIDENT / Hiermee geeft u de locatie op van DIMM0 / DIMM1 / het standaard PCL-lettertype. DOWNLOADED Normaal zal dit een intern (RESIDENT /...
  • Pagina 138 NSTELLINGEN ESCHRIJVING CR FUNCTION CR / CR+LF Hiermee selecteert u of een (CR-FUNCTIE) ontvangen teken voor wagenterugloop (0Dh) ook regelinvoer als resultaat heeft. LF FUNCTION LF / LF+CR Hiermee selecteert u of een (LF-FUNCTIE) ontvangen teken voor regelinvoer (0Ah) ook een wagenterugloop als resultaat heeft.
  • Pagina 139: Ppr Emulatie

    EMULATIE In dit menu kunt u de instellingen selecteren die van kracht zijn als de printer in de PPR-emulatiemodus werkt. NSTELLINGEN ESCHRIJVING TEKEN- 10 CPI; 12 CPI; 17 Geeft de tekenbreedte in IBM PPR- BREEDTE CPI; 20 CPI; emulatie aan. PROPORTIONEEL FONT 12CPI - 20CPI;...
  • Pagina 140: Uitschakelen

    NSTELLINGEN ESCHRIJVING LEFT MARGIN 0.0 Inch - 1.0 Inch Hiermee geeft u de afstand van de afdruk tot de linkerkant van het papier aan. FIT TO UITSCHAKELEN; Hiermee stelt u de afdrukmodus LETTER INSCHAKELEN zodanig in dat afdrukgegevens van het equivalent van 11 inch (66 regels) in het afdrukgebied van het formaat LETTER kunnen worden ingepast.
  • Pagina 141: Fx Emulatie

    EMULATIE In dit menu kunt u de instellingen selecteren die van kracht zijn als de printer in de FX-emulatiemodus werkt. NSTELLINGEN ESCHRIJVING TEKEN- 10 CPI; 12 CPI; 17 Geeft de tekenbreedte in deze BREEDTE CPI; 20 CPI; emulatie aan. PROPORTIONEEL CHARACTER SET 1;...
  • Pagina 142: Menu Usb

    NSTELLINGEN ESCHRIJVING FIT TO UITSCHAKELEN; Hiermee stelt u de afdrukmodus LETTER INSCHAKELEN zodanig in dat afdrukgegevens van het equivalent van 11 inch (66 regels( in het afdrukgebied van het formaat LETTER kunnen worden ingepast. TEKST- HETZELFDE; Hiermee stelt u de tekenhoogte in. HOOGTE VERSCHILLEND HETZELFDE: dezelfde hoogte,...
  • Pagina 143: Ethertalk Inschakelen / Uitschakelen Frame Type Auto

    NSTELLINGEN ESCHRIJVING ETHERTALK INSCHAKELEN / Hiermee schakelt u dit UITSCHAKELEN netwerkprotocol in of uit. FRAME TYPE AUTO / 802.2 / Hiermee selecteert u het Ethernet 802.3 / MAC layer-frametype. ETHERNET II / SNAP Hiermee geeft u op of het IP-adres IP ADDRESS AUTO / MANUAL SET (IP-...
  • Pagina 144: Menu Onderhoud

    NSTELLINGEN ESCHRIJVING HUB LINK AUTO Hiermee stelt u full of half duplex SETTING NEGOTIATE in voor de communicatie via een (HUBLINK- (AUTOMATISCH netwerkhub. INSTELLINGEN) ONDER- HANDELEN) 100BASE-TX FULL 100BASE-TX HALF 10BASE-T FULL 10BASE-T HALF NDERHOUD Via dit menu hebt u toegang tot allerlei functies voor het onderhoud van de printer.
  • Pagina 145 NSTELLINGEN ESCHRIJVING PAPER BLACK –2~0~+2 Deze instelling wordt gebruikt voor SETTING kleine aanpassingen als de (INSTELLING afdrukken iets vaag zijn of kleine ZWART OP vlekjes of streepjes vertonen bij het PAPIER) afdrukken van documenten in zwart-wit op wit papier. Selecteer een hogere waarde voor afdrukken die minder vaag zijn of een lagere waarde om het aantal vlekjes of...
  • Pagina 146: Menu Gebruik

    EBRUIK Dit menu is alleen bedoeld om informatie op te vragen en geeft een indicatie van het totale gebruik van de printer en de resterende gebruiksduur van de verbruiksmaterialen. Dit is met name handig als u niet over een volledige set vervangende verbruiksmaterialen beschikt en u wilt weten hoe snel u ze nodig hebt.
  • Pagina 147: Wat Zijn Overlays En Macro's

    VERLAYS EN MACRO ALLEEN INDOWS ’ AT ZIJN OVERLAYS EN MACRO Als u speciaal afdrukmateriaal wilt gebruiken, zoals formulieren en briefpapier, maar geen voorbedrukt materiaal wilt gebruiken, kunt u dit materiaal zelf maken met behulp van deze geavanceerde mogelijkheden. U kunt PostScript-overlays gebruiken om al uw speciale formulieren te genereren en op te slaan in de printer zodat u ze kunt gebruiken wanneer u ze nodig hebt.
  • Pagina 148: Postscript-Overlays Maken

    CRIPT OVERLAYS MAKEN Neem de volgende drie stappen om een overlay te maken: Maak het formulier in uw eigen toepassing en druk het formulier af naar een PRN-bestand (afdrukbestand). Gebruik het hulpprogramma Storage Device Manager dat is meegeleverd op de cd bij uw printer om een “project file”...
  • Pagina 149 Kies op het tabblad Overlay de optie Create Form (Formulier maken) in de keuzelijst (4). Klik op OK om het venster Document Properties (Documenteigenschappe n) te sluiten. Klik nogmaals op OK om het dialoogvenster Afdrukken te sluiten. Voer een beschrijvende naam in met de extensie .PRN als u een naam voor het afdrukbestand moet opgeven.
  • Pagina 150 Als er een berichtvenster verschijnt waarin wordt bevestigd dat er een filterbestand is gemaakt, klikt u op OK om het berichtvenster te sluiten. In het projectvenster wordt één HST-bestand weergegeven voor elk printerbestand dat is toegevoegd. Schrijf deze namen zorgvuldig op. Zorg ervoor dat u de namen exact overneemt, zoals ze worden weergegeven.
  • Pagina 151 VERLAYS DEFINIËREN Dit is de laatste stap voordat de nieuwe overlays gereed zijn voor gebruik. Open het venster Printers (“Printers en Faxen” in Windows XP) via het menu Start of via het Configuratiescherm van Windows. Klik met de rechtermuisknop op het relevante pictogram van de PostScript-printer en kies Afdrukvoorkeuren in het snelmenu.
  • Pagina 152: Afdrukken Met Postscript-Overlays

    Klik op OK als u gereed bent om het eigenschappenvenster van de printer te sluiten. De nieuwe overlays zijn nu gereed en kunnen worden gebruikt voor toekomstige documenten. FDRUKKEN MET CRIPT OVERLAYS Als u de overlays eenmaal hebt gedefinieerd, kunt u ze voor elk document gebruiken.
  • Pagina 153: Pcl-Overlays Maken

    PCL- OVERLAYS MAKEN Neem de volgende drie stappen om een overlay te maken: Maak het formulier in uw eigen toepassing en druk het formulier af naar een PRN-bestand (afdrukbestand). Gebruik het hulpprogramma Storage Device Manager dat is meegeleverd is op de cd bij uw printer om een “project file,” te maken, importeer het PRN-bestand en laad de gegenereerde BIN-bestanden (filterbestanden) naar de printer.
  • Pagina 154 ACRO S MAKEN EN LADEN Start vanuit het menu Start van Windows de Storage Device Manager (SDM) en laat SDM de printer opsporen. Kies Printers→New Project (Nieuw project) om een nieuw project te openen. Kies Printers→Filter Macro File (Macrobestand filteren) Het dialoogvenster Filter Printer Patterns (Printerpatronen filteren) verschijnt.
  • Pagina 155 Als u de namen of de id-nummers wilt wijzigen, dubbelklikt u op de bestandsnaam en wijzigt u de gegevens. Hier volgen de gegevens van Volume: 0 = PCL-partitie op de harde schijf van de printer; 1 = algemene partitie op de harde schijf van de printer; %disk0% = PostScript-partitie op de harde schijf van de printer;...
  • Pagina 156 VERLAYS DEFINIËREN Dit is de laatste stap voordat de nieuwe overlays gereed zijn voor gebruik. Open het venster Printers (“Printers en Faxen” in Windows XP) via het menu Start of via het Configuratiescherm van Windows. Klik met de rechtermuisknop op het relevante pictogram van de PostScript-printer en kies Afdrukvoorkeuren in het snelmenu.
  • Pagina 157 Namen en id's van overlaybestanden moeten exact worden ingevoerd zoals ze in het projectvenster van de Storage Device Manager werden weergegeven. De namen zijn hoofdlettergevoelig. Als u de namen van de overlays niet hebt opgeschreven toen u de overlays maakte, kunt u ze vinden met behulp van de Storage Device Manager.
  • Pagina 158: Afdrukken Met Pcl-Overlays

    PCL- FDRUKKEN MET OVERLAYS Als u de overlays eenmaal hebt gedefinieerd, kunt u ze voor elk document gebruiken. In het voorbeeld dat hier wordt gegeven, worden twee overlays gebruikt voor zakelijke brieven. De eerste overlay wordt alleen op het voorblad afgedrukt en de tweede wordt alleen op de vervolgpagina's afgedrukt.
  • Pagina 159 Klik tot slot op OK in het dialoogvenster Afdrukken van uw toepassing om het document af te drukken. Overlays en macro's (alleen Windows)> 159...
  • Pagina 160: Verbruiksmaterialen Vervangen

    In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de verbruiksmaterialen vervangt als dat nodig is. Als richtlijn kunt u voor de verwachtte gebruiksduur van deze materialen het volgende aanhouden: > Toner: DEKKING A4-PAGINA 2.5% 5.0% (MET DEZE KLEUR) Zwart ES2032 12,000 6,000 3,000 ES2632 12,000 6,000 3,000 Cyaan ES2032...
  • Pagina 161: Bestelinformatie Verbruikmaterialen

    50% pagina's bij 3 pagina's per taak en 30% pagina's bij 1 pagina per taak. Gebruik alleen originele Oki-verbruiksmaterialen voor de beste afdrukkwaliteit en optimale hardwareprestaties. Niet-originele Oki-producten kunnen de prestaties van de printer nadelig beïnvloeden en uw garantie doen vervallen. Verbruiksmaterialen vervangen> 161...
  • Pagina 162: Tonercartridge Vervangen

    ONERCARTRIDGE VERVANGEN LET OP! Om verspilling van toner en mogelijke fouten van de tonersensor te voorkomen moet u de tonercartridge(s) pas vervangen wanneer de melding 'TONER LEEG' wordt weergegeven. De toner die in deze printer wordt gebruikt, is een heel fijn droog poeder.
  • Pagina 163 Druk op de knop voor het openen van het printerdeksel en open het deksel volledig. WAARSCHUWING! Als de printer ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. Let op de posities van de vier cartridges. 1.
  • Pagina 164 Til de rechterzijde van de cassette op en trek de cassette vervolgens naar rechts om de linkerzijde los te maken. Haal de tonercassette uit de printer. Plaats de cartridge voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair. Verwijder de nieuwe cartridge uit de doos, maar laat het verpakkingsmateriaal nog even zitten.
  • Pagina 165 Verwijder nu het verpakkingsmateriaal en trek het tape van de onderzijde van de cartridge. Houd de cartridge aan de bovenzijde in het midden vast met de gekleurde hendel rechts. Laat de cartridge in de printer zakken op de drumeenheid waaruit u de oude cartridge hebt verwijderd.
  • Pagina 166 Druk de cartridge voorzichtig naar beneden om ervoor te zorgen dat de cartridge goed vastzit en druk vervolgens de gekleurde hendel (1) in de richting van de achterzijde van de printer. Hiermee vergrendelt u de cartridge en kan er toner naar de drumeenheid worden overgebracht. Sluit tot slot de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen.
  • Pagina 167: Image Drum Vervangen

    MAGE DRUM VERVANGEN Schakel de printer uit en laat de fuser ongeveer 10 minuten afkoelen voordat u de kap opent. LET OP! Ga voorzichtig met deze apparaten om. Ze zijn gevoelig voor statische elektriciteit. De printer bevat vier image drums: cyaan, magenta, geel en zwart.
  • Pagina 168 Pak de image drum aan de bovenkant in het midden vast en til deze samen met de bijbehorende tonercartridge uit de printer. Plaats de cartridge voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair en om te voorkomen dat het groene drumoppervlak beschadigd raakt.
  • Pagina 169 Houd de gekleurde ontgrendelingshendel (1) rechts en trek de hendel naar u toe. Hiermee wordt de koppeling tussen de tonercartridge en de drumcartridge verbroken. Til de rechterzijde van de cassette op en trek de cassette naar rechts om de linkerzijde los te maken en haal de tonercassette uit de image drumcassette.
  • Pagina 170 Plaats de tonercartridge op de nieuwe drumcartridge, zoals is weergegeven. Druk de linkerzijde van de cartridge eerst naar beneden en laat vervolgens de rechterzijde zakken. (Het is niet nodig om nu ook een nieuwe tonercartridge te plaatsen, tenzij het resterende tonerniveau erg laag is.) Duw de gekleurde ontgrendelingshendel (1) van u af om de tonercartridge te vergrendelen op de nieuwe...
  • Pagina 171: Opmerking

    Sluit tot slot de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen. OPMERKING: indien u uw printer om wat voor reden dan ook moet retourneren of transporteren, moet u eerst de drumeenheid verwijderen en deze in de bijgeleverde zak plaatsen.
  • Pagina 172: De Transportband Vervangen

    E TRANSPORTBAND VERVANGEN De transportband bevindt zich onder de vier drumcartridges. Deze eenheid moet worden vervangen nadat er ongeveer 60.000 pagina's zijn afgedrukt. Schakel de printer uit en laat de fuser ongeveer 10 minuten afkoelen voordat u de kap opent. Druk op de knop voor het openen van het printerdeksel en open het deksel volledig.
  • Pagina 173 Til alle drum eenheden uit de printer en plaats ze op een veilige plek waar ze niet worden blootgesteld aan warmte en licht. LET OP! Het groene drumoppervlak aan de onderzijde van de cartridge is heel kwetsbaar en lichtgevoelig. Raak het oppervlak niet aan en stel het niet langer dan 5 minuten bloot aan normaal licht.
  • Pagina 174 Laat de nieuwe transportband op zijn plaats zakken, met de greep aan de voorzijde en het drijfwerk aan de achterzijde van de printer. Zoek het drijfwerk in de linkerhoek achterin de printer en laat de transportband horizontaal in de printer zakken. Draai de twee bevestigingen (5) 90°...
  • Pagina 175: De Fuser Vervangen

    E FUSER VERVANGEN De fuser zit in de printer direct achter de vier image drumeenheden. WAARSCHUWING! Als de printer kortgeleden nog is ingeschakeld geweest, zijn sommige fuseronderdelen erg heet. Ga heel voorzichtig met de fuser om en houdt de fuser alleen vast bij de greep, die slechts warm aanvoelt.
  • Pagina 176 u deze op een vlak oppervlak dat niet beschadigd kan raken door hitte. Haal de nieuwe fuser uit de verpakking en verwijder het transportmateriaal. Houd de nieuwe fuser bij de greep vast en zorg ervoor dat u de fuser de juiste positie heeft. De hendels (2) waarmee de fuser wordt vastgezet, moeten helemaal rechtop staan en de twee bevestigingsnokjes (3) moeten naar u toe te wijzen.
  • Pagina 177 Duw de twee hendels (2) waarmee de fuser wordt vergrendeld naar de achterzijde van de printer om de fuser vast te zetten. Sluit tot slot de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen.
  • Pagina 178: De Led-Kop Reinigen

    LED- KOP REINIGEN Reinig de LED-kop wanneer de afdrukken onduidelijk zijn, witte lijnen vertonen of wanneer de tekst vaag is. Schakel de printer uit en open de bovenkap. Neem het oppervlak van de LED-kop voorzichtig af met LED-lensreiniger of een zachte doek. LET OP! Gebruik geen methylalcohol of andere oplosmiddelen op de LED-kop.
  • Pagina 179: Upgrades Van Drivers Installeren

    PGRADES VAN DRIVERS INSTALLEREN In deze sectie wordt uitgelegd hoe u optionele apparatuur in uw printer installeert. Dit zijn: > duplexeenheid (dubbelzijdig afdrukken) > extra RAM-geheugen > harde schijf > extra papierlade > kast UPLEXEENHEID Met de duplexeenheid hebt u de mogelijkheid om dubbelzijdig af te drukken, waarbij u minder papier gebruikt en grote documenten handzamer worden.
  • Pagina 180 Schakel de printer in en wacht tot de printer is opgewarmd (ongeveer 1 minuut). Druk op de volgende manier een overzicht van de menu's Druk op de knop + om het informatiemenu te openen. Druk één keer op ENTER voor het menuoverzicht. Druk nogmaals op ENTER om het menuoverzicht af te drukken.
  • Pagina 181: Geheugenuitbreiding

    EHEUGENUITBREIDING Het basisprintermodel is uitgerust met 256 MB geheugen. Dit kan worden uitgebreid met een extra geheugenkaart van 256 MB of 512 MB, hetgeen resulteert in een maximale geheugencapaciteit van 768 MB. De installatie kost een paar minuten en u heeft hiervoor een middelgrote kruiskopschroevendraaier nodig.
  • Pagina 182 Til de rand van de zijklep iets op aan de twee punten die in de afbeelding worden weergeven en trek de klep aan de bovenkant naar u toe. Til de klep iets op om deze van de printer te verwijderen. Plaats de klep op een veilige plaats naast de printer.
  • Pagina 183 Als deze RAM-uitbreidingssleuf al een geheugenkaart bevat, moet u deze geheugenkaart verwijderen voordat u de nieuwe kaart kunt installeren. Als u een geheugenkaart moet verwijderen, neemt u eerst de volgende stappen. Als de sleuf geen kaart bevat, begint u bij stap 10 Pak de kaart stevig aan de korte zijden vast en trek de kaart uit de sleuf.
  • Pagina 184 Wanneer de printer gereed is, drukt u op de volgende wijze een menuoverzicht af: Druk op de knop + om het informatiemenu te openen. Druk één keer op ENTER voor het menuoverzicht. Druk nogmaals op ENTER om het menuoverzicht af te drukken.
  • Pagina 185: Harde Schijf

    ARDE SCHIJF De optionele interne harde schijf (HDD) maakt het mogelijk om afgedrukte pagina's te sorteren en kan worden gebruikt om overlays, macro's en lettertypen op te slaan. U kunt ook documenten opslaan die zijn beveiligd of die moeten worden gecontroleerd, en die wachten om te worden afgedrukt.
  • Pagina 186 Til de rand van de zijklep iets op aan de twee punten die in de afbeelding worden weergeven en trek de klep aan de bovenkant naar u toe. Til de klep iets op om deze van de printer te verwijderen. Plaats de klep op een veilige plaats naast de printer.
  • Pagina 187: Extra Papierlade

    Bekijk de eerste pagina van het menuoverzicht. Boven aan de pagina, tussen de twee horizontale lijnen, ziet u de huidige printerconfiguratie. Dit overzicht geeft nu aan dat de harde schijf is geïnstalleerd. XTRA PAPIERLADE Schakel de printer uit en verwijder het netsnoer. Installeer een extra papierlade op de gewenste locatie.
  • Pagina 188: Printerdrivers Van Windows Bijwerken

    RINTERDRIVERS VAN INDOWS BIJWERKEN Nadat u de upgrades hebt geïnstalleerd, moet u de printerdriver van Windows bijwerken om de extra functies beschikbaar te maken voor uw Windows-toepassingen. Als u de printer deelt met gebruikers op andere computers, moet de printerdriver ook op die computers worden bijgewerkt. De afbeeldingen die hier worden weergegeven, hebben betrekking op Windows XP.
  • Pagina 189 CRIPT DRIVER Deze driver moet worden bijgewerkt voor elke upgrade die wordt geïnstalleerd. Open het venster Printers (“Printers en faxen” in Windows XP) via het menu Start of vanuit het Configuratiescherm van Windows. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram van de printer en kies Eigenschappen in het snelmenu.
  • Pagina 190: Vastgelopen Papier Verwijderen

    ASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN Als u de aanbevelingen in deze handleiding over het gebruik van afdrukmedia opvolgt en u de media in goede staat houdt, levert de printer jarenlang betrouwbare prestaties. Toch kan het papier af en toe vastlopen. In deze sectie wordt uitgelegd hoe u dit vastgelopen papier snel en eenvoudig verwijdert.
  • Pagina 191 OUTCODES VAN DE PAPIERSENSOR CODENR. PLAATS CODENR. PLAATS Duplexeenheid * Papieruitvoervak Duplexeenheid * Duplexeenheid * Duplexeenheid * Universele lade Duplexeenheid * Paper Tray (Papierlade) Papierinvoer Papierlade * Papierbaan Papierformaat * (indien geïnstalleerd). Als een vel papier ver genoeg uit de bovenzijde van de printer steekt, pakt u het vel vast en trekt u het voorzichtig uit de printer.
  • Pagina 192 Let op de posities van de vier cartridges. 1. Cyaan cartridge 2. Magenta cartridge 3. Gele cartridge 4. Zwarte cartridge U moet alle vier drumcartridges verwijderen om bij het papierpad te kunnen. Pak de cyaan drumcartridge aan de bovenkant in het midden vast en til deze samen met de bijbehorende tonercartridge uit de printer.
  • Pagina 193 Plaats de cartridge voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair en om te voorkomen dat het groene drumoppervlak beschadigd raakt. LET OP! Het groene drumoppervlak aan de onderzijde van de cartridge is heel kwetsbaar en lichtgevoelig. Raak het oppervlak niet aan en stel het niet langer dan 5 minuten bloot aan normaal licht.
  • Pagina 194 • Als u een vel uit het centrale gebied van de band (2) moet halen, tilt u het vel voorzichtig van de band en haalt u het vel eruit. • Als u een vel moet verwijderen dat al gedeeltelijk in de fuser (3) is ingevoerd, tilt u het uiteinde van het vel voorzichtig van de band, drukt u de ontgrendelingshendel (4) van de fuser naar voren en...
  • Pagina 195 Plaats de vier drumcartridges terug in de drumruimte. Plaats eerst de cyaan drumcartridge terug, de drum die het dichtst bij de fuser zit. Zorg ervoor dat u de drums in de juiste volgorde plaatst. 1. Cyaan cartridge 2. Magenta cartridge 3.
  • Pagina 196 Sluit de kap aan de bovenzijde van de printer, maar druk deze nog niet helemaal aan. Zo worden de drums niet blootgesteld aan fel licht, terwijl u de overgebleven gebieden controleert op vastgelopen papier. Open het uitvoervak aan de achterzijde (5) en controleer of er papier in de papierbaan aan de achterzijde zit (6).
  • Pagina 197 Til de ontgrendeling van de klep aan de voorzijde op en open de voorklep. Controleer of er vellen zijn vastgelopen, verwijder eventuele vellen die u vindt en sluit de klep. Vastgelopen papier verwijderen> 197...
  • Pagina 198 Trek de papierlade uit de printer. Controleer of het papier netjes is gestapeld en niet is beschadigd en controleer ook of de papiergeleiders goed tegen de randen van de papierstapel zijn aangeschoven. Plaats nu de lade weer terug. Sluit tot slot de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen.
  • Pagina 199: Specificaties

    Ongeveer 26 kilo (zonder duplexeenheid) Afdrukmethode Elektronisch fotogeheugen, blootstelling aan LED- lichtbron Afdruksnelheden ES2032: 12 pagina’s per minuut in kleur / 20 pagina’s per minuut in zwart-wit ES2632: 26 pagina’s per minuut in kleur / 32 pagina’s per minuut in zwart-wit...
  • Pagina 200 420.000 pagina's of 5 jaar printer Gebruikscyclus 50.000 pagina's per maand maximaal, 4000 pagina's per maand gemiddeld Gebruiksduur Zwart: toner ES2032/ES2632 – 6.000 pagina's bij 5% dekking CMY: ES2032/ES2632 2.000 pagina's bij 5% dekking (2K-cartridge) 5.000 pagina's bij 5% dekking (5K-cartridge) Specificaties> 200...
  • Pagina 201 ITEM SPECIFICATIE Gebruiksduur EP- 20.000 pagina's (25.000 bij continu afdrukken, cartridge 18.000 bij 3 pagina's per taak en 9.000 pagina's bij 1 pagina per taak) Gebruiksduur 60.000 A4-pagina's bij 3 pagina's per taak transportband Gebruiksduur 60.000 A4-pagina's fuser Voedingsbron 220 tot 240 VAC bij 50/60 Hz ± 1 Hz Stroomverbruik Werkend: 1200 max.;...
  • Pagina 202: Index

    NDEX ....22 PostScript-emulatie Aangepast paginaformaat Boekjes afdrukken ..105 ......91 Windows XP/2000 PCL Windows PS ...103 Windows XP/2000 PS Afdrukinstellingen CMYK-inktsimulaties: CMYK- ........23 opslaan ......78 brongegevens Afdrukkwaliteit ......124 Correct afsluiten .......145 kantelen Afdrukstand ....22 staand of liggend De apparaatopties in het Afdrukvolgorde ..34 stuurprogramma instellen...
  • Pagina 203 Energiebesparing ......49 Kleuraanpassing inschakelen of ......49 basisprincipes ......144 uitschakelen ....49 besturingssysteem ......135 vertragingstijd ....51 Graphic Pro Enveloppen ......60 ICC-profielen ........20 laden ......50 printer Etiketten ........52 ....13 aanbevolen soorten ......49 toepassing ..51 Kleurbeheer via de printer Fuser ..146 resterende gebruiksduur ......175 vervangen Lettertypen...
  • Pagina 204 Netwerkprotocols ..85 Pure zwarte Tekst/Grafisch inschakelen of ......142 uitschakelen ....84 Renderingsintenties .....54 ....52 Officekleur: RGB-opties RGB- en CMYK-kleuren Ondersteunde typen ..58 RGB Officekleur aanpassen ......60 ICC-profielen ..28 Opslaan op de harde schijf .......99 Scheidingspagina Overlays Sorteren ....123 een lijst afdrukken .........93 Windows Overlays en macro’s...
  • Pagina 205: Oki Contactgegevens

    KI CONTACTGEGEVENS Oki Systems (Holland) b.v. Neptunustraat 27-29 2132 JA Hoofddorp Helpdesk: 0800 5667654 Tel: 023 5563740 Fax: 023 5563750 Website: www.oki.nl Oki contactgegevens > 205...
  • Pagina 206 OKI Europe Limited Central House Balfour Road, Hounslow TW3 1HY, United Kingdom Tel: +44 (0) 20 8219 2190 Fax: +44 (0) 20 8219 2199 www.okiexecutiveseries.com 07077413 Iss.01...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Es2632

Inhoudsopgave