3 Beschrijving van het aggregaat
het verwarmingselement tijdens het bedrijf en gedu-
NL
rende enige tijd na uitschakeling erg heet.
– De netsteker van het koelaggregaat mag alleen in
spanningsloze toestand worden ingestoken of uitge-
trokken. Gebruik de op het typeplaatje vermelde be-
veiligingsinrichting.
Behuizing
Afb. 1:
Transport van een combinatie kast-koelaggregaat
3
Beschrijving van het aggregaat
Afhankelijk van het aggregaattype kan het uiterlijk van
uw koelaggregaat afwijken van de in deze handleiding
getoonde afbeeldingen. De werking is echter in principe
altijd gelijk.
1
2
3
4
5
6
7
Afb. 2:
Beschrijving van het aggregaat
Legenda
1
Blindklinkmoer
2
Verdamperventilator
3
Elektrisch schema
4
X2 master-slave-aansluiting
5
X3 optionele seriële interface
6
X1 aansluitklemmenstrook
7
Luchtuitblaasopening
4
Koelaggregaat
Steunconstructie
8
9
14
10
11
12
13
15
16
8
Voorste behuizingshelft
9
Achterste behuizingshelft
10
Ventilatierooster voor luchtuittrede
11
Display
12
Gordel
13
Ventilatierooster voor luchtinlaat
14
Typeplaatje
15
Condensafvoer
16
Verzendzakje
3.1
TÜV-geteste vermogensmeting volgens
DIN EN 14511
Alle TopTherm-koelaggregaten in het vermogensspec-
trum van 300 tot 4.000 W zijn door TÜV Nord als onaf-
hankelijk testinstituut getest volgens de actuele DIN
EN 14511-1-4:2013-12. Dit biedt een veiligheidsgaran-
tie bij de configuratie van uw klimatiseringsoplossing en
garandeert dat u de prestaties ontvangt waarvoor u be-
taald hebt.
3.2
Functiebeschrijving
3.2.1
Functieprincipe
Het koelaggregaat (compressiegeregelde koelinstallatie)
bestaat uit vier hoofdcomponenten (zie afb. 3): verdam-
per (1), compressor (2), condensor (3) en regel- resp. ex-
pansieventiel (4), die via leidingen met elkaar zijn verbon-
den. Dit circuit is gevuld met een stof met een laag kook-
punt, het koudemiddel. Het koudemiddel R134a
(CH
FCF
) is chloorvrij. Het ozonverstoringspotentieel
2
3
(OVP) hiervan bedraagt 0.
Dit maakt het zeer milieuvriendelijk. De in de het gesloten
koudemiddelcircuit geïntegreerde filterdroger (5) biedt
een effectieve bescherming tegen het binnendringen
van vocht, zuren, vuildeeltjes en vreemde voorwerpen in
het koudemiddelcircuit.
H
PSA
-
drukbewaking
Compressor (2)
Condensorventilator
Extern circuit
Intern circuit
Verdamper (1)
Verdamperventilator
Afb. 3:
Koudemiddelcircuit
In de verdamper (1) gaat het vloeibare koudemiddel over
in gasvormige toestand. De hiervoor benodigde energie
wordt als warmte aan de lucht in de kast onttrokken en
realiseert hiermee de koeling. In de compressor (2)
wordt het koudemiddel sterk gecomprimeerd, zodat dit
in de condensor (3) een hoger temperatuurniveau be-
reikt dan de omgevingslucht. Hierdoor kan de overtollige
warmte via het oppervlak van de condensor aan de om-
gevingslucht worden afgegeven, waardoor het koude-
Condensor (3)
Filterdroger (5)
Temperatuur-
regeling
Expansieventiel (4)
Rittal Koelaggregaat