5 Inbedrijfstelling
Opmerking:
NL
Technische gegevens zie typeplaatje.
AC
cos φ = 1
I max. = 2 A
U max. = 250 V
Tab. 2: Contactgegevens relais
4.7
Montage afronden
4.7.1
Filtermedia inbouwen
De complete condensor van het koelaggregaat is voor-
zien van een vuilafstotende resp. gemakkelijk te reinigen
RiNano-coating. In veel situaties is daarom de toepas-
sing van filtermedia overbodig, vooral in omgevingen
met droog stof.
Bij droge, grove stofdeeltjes en pluisjes in de omge-
vingslucht dient een extra filtermat van PU-schuim (als
toebehoren leverbaar) in het koelaggregaat te worden
ingebouwd. In omgevingen met oliehoudende lucht ra-
den wij metalen filters aan (eveneens toebehoren). Bij
toepassing in textielbedrijven met sterke pluisvorming
dienen pluiszeven te worden toegepast (als optie lever-
baar).
Trek het ventilatierooster voor de luchtintrede van de
behuizing.
Plaats de filtermat zoals in afb. 26 is weergegeven in
het ventilatierooster en druk dit weer op de behuizing.
Afb. 26:
Filtermat inbouwen
4.7.2
Montage koelaggregaat voltooien
Alleen bij gedeeltelijke en volledige inbouw.
Sluit de connector op de achterzijde van het display
aan.
Plaats het ventilatierooster aan de voorzijde op het ag-
gregaat en druk het vast, tot u een klik hoort.
16
DC
Ohmse belasting
I min. = 100 mA
U max. = 30 V
I max. = 2 A
Afb. 27:
Display aansluiten en ventilatierooster plaatsen
4.7.3
Filtermatbewaking instellen
(alleen bij e-Comfortcontroller)
Functie van de filtermatbewaking:
De mate van verontreiniging van de filtermat wordt auto-
matisch bepaald door een temperatuurverschilmeting in
het externe circuit van het koelaggregaat (zie para-
graaf 6.2.6 "Overzicht programmering"). Bij toenemen-
de verontreiniging van de filtermat stijgt het temperatuur-
verschil. De gewenste waarde van het temperatuurver-
schil in het externe circuit wordt automatisch aan de
betreffende arbeidspunten in de karakteristieken aange-
past. Hierdoor hoeft de gewenste waarde bij verschillen-
de arbeidspunten van het aggregaat niet te worden na-
geregeld.
5
Inbedrijfstelling
Opmerking:
De olie moet in de compressor worden verza-
meld om een goede smering en koeling te
waarborgen.
U mag het koelaggregaat op zijn vroegst
30 min. na de montage inschakelen.
Schakel de stroomtoevoer naar het koelaggregaat in
nadat alle montage- en installatiewerkzaamheden zijn
afgerond.
Het koelaggregaat treedt in werking:
– met basiscontroller: de groene bedrijfs-led ("line") licht
op
– met e-Comfortcontroller: eerst verschijnt gedurende
ca. 2 sec. de softwareversie van de controller, daarna
verschijnt "ECO" voor de geactiveerde Eco-mode.
Vervolgens verschijnt de interne behuizingstempera-
tuur op het 7-segments display.
Rittal Koelaggregaat