6. Bufferposities (links en rechts): Schalen kunnen in de linkerbufferpositie in een wachtrij
worden geplaatst, waarna ze worden aangevoerd voor het inbrengen van parels en
automatische inoculatie. Schalen kunnen in de rechterbufferpositie in een wachtrij worden
geplaatst, waarna ze worden aangevoerd voor automatische bestrijking of handmatige
inoculatie bij de SA -module.
7. Parelverdeler en schaaldetector: Er wordt een parel in de schaal gelost. Bij gebruik van
tweevaksschalen wordt de tweevaksschaaldetector gebruikt om de schaal juist te
positioneren voor de parelverdeler.
8. Inoculatiepositie FA-module: Vloeibaar monstermateriaal wordt met de pipettor
opgezogen en op een schaal, in een buisje of op een glaasje aangebracht.
9. Inoculatiepositie SA-module: Schalen worden geleverd voor handmatige inoculatie op het
werkstation. Nadat het monster is geverifieerd, worden de deksels van de schalen
automatisch geopend. Eventueel benodigde buisjes en glaasjes kunnen hier handmatig
worden geëtiketteerd en geïnoculeerd.
10. Bestrijkingspositie: Het monstermateriaal in de schaal wordt gestreken volgens een
patroon dat in het analyseprotocol is gekozen. De parel wordt dan verwijderd.
11. Verwijderen van schalen: De schalen worden door de achterste transportband verwijderd
en naar uitvoerstapelaars gestuurd.
12. Singulator: Regelt de rij met schalen die op de gedefinieerde stapelaarpositie moet worden
afgeleverd.
De positienummers van de stapelaar, de ontstapelaar, het monsterrek, het pipetpuntrek en de
bestrijkpositie staan op de afbeelding hieronder:
2.2.2
Gebruikersinterface
De BarcodA-gebruikersinterface is een aanraakscherm op de BarcodA-module.
De InoqulA-gebruikersinterface is een aanraakscherm op de SA-module.
Raak het juiste schermelement aan om een workflowactie uit te voeren.
Om gegevens in te voeren gebruikt u het virtuele toetsenbord dat op het scherm wordt
getoond.
Afhankelijk van uw moduleconfiguratie kunnen sommige elementen van de
gebruikersinterface enigszins afwijken van de volgende afbeeldingen.
OPMERKING
2 - Inleiding
13