Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vloeibare Monsters En Verrijkte Bouillon; Traditionele Uitstrijkjes Voor Transport En Niet Op Vloeistof Gebaseerde Monsters; Andere Monstertypes - BD Kiestra InoqulA+ Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

16.5.1

Vloeibare monsters en verrijkte bouillon

Vloeibare monsters, zoals urine en dunne lichaamsvloeistoffen, kunnen worden verwerkt met
de volautomatische modus (FA-modus) wanneer daarvoor geschikte monsterhouders worden
gebruikt. Bij transportapparatuur voor uitstrijkjes moet het uitstrijkje worden verwijderd voor
gebruik. Monsters met vaste deeltjes mogen niet worden verwerkt omdat deze verstoppingen
kunnen veroorzaken in de pipet en zo de inoculatie kunnen beïnvloeden.
Volautomatische modus (FA-modus), eenvaksschalen
Urinemonsters moeten worden geïnoculeerd met 10 µL via de FA-modus. Bij andere vloeibare
monsters wordt een volume van 30 µL aanbevolen. Bij het verwerken van monsters met een
hoog gehalte aan microben (bijvoorbeeld een subcultuur met bouillonmedia) is het wellicht
nodig om de tweevaksschaal te inoculeren met 10 µL om geïsoleerde kolonies te verkrijgen.
Volautomatische modus (FA-modus), tweevaksschalen
Bij urinemonsters moet 10 µL worden geïnoculeerd op elke helft van de tweevaksschaal via de
FA-modus. Bij andere vloeibare monsters wordt een inoculatievolume van 30 µL aanbevolen.
Bij het verwerken van monsters met een hoog gehalte aan microben (bijvoorbeeld een
subcultuur met bouillonmedia) is het wellicht nodig om de tweevaksschaal te inoculeren met
10 µL om geïsoleerde kolonies te verkrijgen.
Semiautomatische modus (SA-modus)
Gebruik van de FA-modus wordt aangeraden voor monsters op basis van vloeistoffen om
Lichaamsvloeistoffen die dikker zijn dan normaal serum of die gestold bloed of slijm bevatten,
moeten worden verwerkt in de SA-modus. Het monster moet grondig worden gemengd,
voorafgaand aan inoculatie. Ongeveer 30 µL van het monster moet worden aangebracht met
een pipet of een ander geschikt overdrachtsapparaat. Bij het inoculeren van tweevaksschalen
is wellicht voor monsters met een hoog gehalte aan microben het lagere inoculatievolume van
10 µL vereist.
16.5.2
Traditionele uitstrijkjes voor transport en niet op vloeistof
gebaseerde monsters
Traditionele wond-, keel- en diverse andere niet op basis van vloeistof gebaseerde monsters
kunnen alleen worden verwerkt in de SA modus. Raak met het uiteinde van het uitstrijkje het
indicatorlampje aan. Rol het uitstrijkje in een rond gebied met een diameter van ongeveer 1 cm
door dit te draaien, zodat alle kanten van het uitstrijkje in aanraking komen met het
agaroppervlak. Herhaal dit voor elke vereiste schaal.
16.5.3

Andere monstertypes

Sputum-, weefsel-, ontlasting- en luchtwegmonsters kunnen alleen worden verwerkt in de SA
modus. Gebruik een uitstrijkje, pipet of ander overdrachtsapparaat om het agaroppervlak op
het indicatorlichtje te inoculeren. Het geïnoculeerde monster moet een gebied met een
diameter van ongeveer 1 cm bedekken. Herhaal dit voor elke vereiste schaal. Gebruik van
eenvaksschalen wordt aanbevolen voor de optimale isolatie van kolonies bij deze
monstertypen. Gebruik van tweevaksschalen voor monsters met een hoog gehalte aan
OPMERKING
te zorgen voor optimale isolatie en een consistente groei.
16 - Spreidpatronen
151

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave