ONDERHOUD
Rubber brandstofleidingen kunnen versleten
raken, ongeacht of de machine veel of weinig is
gebruikt. Vervang de brandstofleidingen en
klembanden telkens na twee jaar.
LET OP: Als u de machine onderhoudt, dient
u vonken en open vuur bij het
brandstofsysteem vandaan te houden. Zorg
voor een goede ventilatie.
Als u ontdekt dat de brandstofleidingen binnen
twee jaar versleten of beschadigd zijn, dient u de
leidingen onmiddellijk te vervangen of te
repareren. Ontlucht het brandstofsysteem nadat u
een van de leidingen hebt vervangen. Zie
ONTLUCHTEN VAN HET
BRANDSTOFSYSTEEM. Wanneer de
brandstofleidingen nog niet zijn geïnstalleerd,
dient u beide uiteinden af te stoppen met een
schoon doekje of papier om te voorkomen dat er
vuil in de leidingen komt. Door vuile leidingen kan
de brandstofinjectiepomp defect raken.
ONTLUCHTEN VAN HET
BRANDSTOFSYSTEEM
Dieselbrandstofsystemen moeten meestal worden
ontlucht om luchtzakken in de brandstofleidingen
en andere onderdelen te verwijderen. Gewoonlijk
moet het systeem worden ontlucht nadat de
brandstof is opgeraakt, wanneer een filterelement
is vervangen of wanneer een onderdeel van het
brandstofsysteem is gerepareerd. Als er lucht in
het brandstofsysteem zit, werkt de motor minder
goed.
Dit brandstofsysteem wordt echter automatisch
ontlucht. De retourleiding komt los van de
bovenkant van de injector zodat de lucht kan
ontsnappen.
58
MOTORRIEM
Controleer de riemspanning telkens na vijftig
bedrijfsuren. Pas de spanning zo nodig aan. De
riem heeft de juiste spanning als deze 13 mm
uitwijkt wanneer er een kracht van 4 tot 5 kg op
het middelste punt van de langste spanwijdte
wordt uitgeoefend.
WAARSCHUWING: Bewegende riem en
draaiende ventilator. Houd afstand.
ACCU
Reinig de poolklemmen en draai deze vast na de
eerste vijftig bedrijfsuren en vervolgens na elke
achthonderd bedrijfsuren. U hoeft geen water toe
te voegen of de ontluchtingsventielen te
verwijderen.
LET OP: Vermijd contact met accuzuur
wanneer u onderhoud pleegt aan de machine.
M20 Diesel 331428 (5−2013)