BEDIENING
MACHINE STARTEN
1. Neem plaats op de bestuurdersstoel en druk
met uw voet het rempedaal in of schakel de
parkeerrem in.
LET OP: Als u de machine start, dient u uw
voet op de rem te houden. Het rijpedaal moet
in de vrijstand staan.
2. Draai de sleutel linksom. Het lampje van de
gloeipatronen gaat branden. Houd de sleutel
gedurende 15 tot 30 seconden in deze positie,
afhankelijk van de weersomstandigheden. Bij
koud weer moet u langer voorverwarmen.
3. Draai de sleutel rechtsom om de motor te
starten.
20
N.B.: Laat de startmotor niet langer dan 10
seconden achter elkaar draaien en laat deze niet
draaien wanneer de motor loopt. De startmotor
moet tussen twee startpogingen 15−20 seconden
kunnen afkoelen; anders kan deze beschadigd
raken.
4. Laat de motor en het hydraulische systeem
drie tot vijf minuten warmlopen.
WAARSCHUWING: De motor stoot
giftige uitlaatgassen uit. Deze gassen
kunnen leiden tot ernstige
ademhalingsproblemen en de dood tot
gevolg hebben. Zorg voor voldoende
ventilatie. Informeer bij de betreffende
instelling naar de maximale waarde
waaraan u mag worden blootgesteld.
Zorg ervoor dat de motor altijd goed is
afgesteld.
5. Schakel de lichten in.
MACHINE UITSCHAKELEN
1. Stop de machine en schakel alle schrob− en
veegfuncties uit.
2. Draai de contactsleutel linksom om de
machine uit te zetten. Blijf in de
bestuurdersstoel zitten totdat de motor uit is.
VOOR DE VEILIGHEID: Parkeer de machine
niet vlak bij ontvlambaar stof of ontvlambare
materialen, gassen of vloeistoffen wanneer u
deze achterlaat of er onderhoud aan pleegt.
Stop op een vlakke ondergrond, schakel de
parkeerrem in, zet de machine uit en haal de
sleutel uit het contact.
M20 Diesel 331428 (5−2013)