2 Verwijder de mechanische reservesleutel (B) in de richting
aangegeven met de pijl.
3 Pak een geschikt stuk gereedschap met een plat blad en
steek dat in de zijkant van de sleutel (C). Druk voorzichtig op
het batterijklepje en scheid de boven- en onderbehuizing van
elkaar (D).
4 Verwijder de batterij uit de houder.
5 Plaats de nieuwe batterij in de houder en zorg dat deze
volledig contact maakt met de houder.
Opmerking: zorg dat de polariteit van de batterij juist is
(met de '+'-kant naar beneden gericht).
Opmerking: het wordt aanbevolen een CR2032-batterij te
gebruiken.
6 Plaats het batterijklepje terug en druk dit stevig aan. Zorg
hierbij dat de ruimte rond het klepje overal gelijk is.
7 Plaats de mechanische sleutel terug en sluit de decoratieve
behuizing.
8 Zet het elektrische systeem van het voertuig in de stand
READY (GEREED) om de sleutel opnieuw te synchroniseren
met het voertuig.
Starten en rijden
• Het gebruik van een onjuiste of ongeschikte batterij kan
de slimme sleutel beschadigen. De nominale spanning,
afmetingen en specificaties van de vervangende batterij
moeten hetzelfde zijn als die van de oude batterij.
• Een onjuiste plaatsing van de batterij kan de sleutel
beschadigen.
• De gebruikte batterij moet strikt in overeenstemming met
de
betreffende
afgevoerd.
BELANGRIJK
milieubeschermingswetten
worden