• Alle
inzittenden,
inclusief
veiligheidsgordels dragen of in een geschikt kinderzitje
worden vervoerd.
• Het wordt sterk aanbevolen door MG om kinderen jonger
dan 12 jaar of met een lengte van minder dan 1,5 meter in
een geschikt kinderzitje op de achterbank te plaatsen.
• In elk kinderzitje kan maar één kind worden vervoerd.
• Houd kinderen niet in uw armen of op schoot terwijl u op
een stoel zit.
• Zet de rugleuning van de stoel altijd in de juiste stand en
zorg ervoor dat deze vergrendeld is als
u een kinderzitje installeert.
• Als u een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje op de
achterbank installeert, moet de bijbehorende voorstoel naar
voren worden versteld. Als u een in de rijrichting geplaatst
kinderzitje op de achterbank installeert, moet u de
hoofdsteun ervoor mogelijk verstellen en deze zo laag
mogelijk zetten. Als u een in de rijrichting geplaatst
kinderzitje op de voorstoel installeert, moet u mogelijk de
hoofdsteun van de stoel verwijderen.
• Laat kinderen nooit op een stoel staan of knielen tijdens het
rijden.
Stoelen en veiligheidsmiddelen
kinderen,
moeten
• Zorg altijd dat het kind op de juiste manier in het kinderzitje
zit.