u onder de heupgordel doorglijdt. Als u onder de heupgordel
doorglijdt, oefent deze kracht uit op uw buik. Dit kan leiden tot
ernstig of zelfs fataal letsel. Het diagonale gedeelte van de
gordel moet over het midden van de schouder en de borst lopen.
In geval van een botsing of noodstop wordt het diagonale
gedeelte van de gordel vergrendeld. Plaats de veiligheidsgordel
NOOIT langs uw nek, langs het lichaam onder uw armen of
achter uw rug.
Zorg dat de veiligheidsgordel altijd vlak is, niet loszit en contact
maakt met het lichaam. Zo biedt de veiligheidsgordel maximale
bescherming.
De hoogte verstellen van de verankering boven
Pas NOOIT de hoogte van de veiligheidsgordel aan
tijdens het rijden.
Zorg
dat
het
bevestigingspunt
veiligheidsgordel op de juiste hoogte is afgesteld
en vergrendeld voordat u gaat rijden. Als u dit niet
doet, kan een botsing letsel of zelfs de dood tot
gevolg hebben.
Stoelen en veiligheidsmiddelen
Het voertuig is voorzien van een verstelbaar bevestigingspunt
aan de bovenkant, zowel voor de veiligheidsgordel van de
bestuurder als die van de passagiers. Stel de hoogte zo in dat
het diagonale gedeelte van de gordel over het midden van de
schouder loopt. De veiligheidsgordel moet zo worden geplaatst
dat deze zich niet in de buurt van de nek en het hoofd bevindt en
zodanig dat de inzittende niet onder de gordel door kan glijden.
Een onjuiste plaatsing vermindert de doeltreffendheid van de
veiligheidsgordel in geval van een botsing of noodstop.
van
de
Het bevestigingspunt van de veiligheidsgordel op de juiste manier
verstellen.
1 Houd de veiligheidsgordel vast.