Stoelen en veiligheidsmiddelen
Als het voertuig in beweging is, is de bewegingssnelheid van de
inzittenden identiek aan die van het voertuig.
In geval van een frontale botsing of noodstop, komt het voertuig
weliswaar tot stilstand, maar de inzittenden blijven bewegen
totdat zij in aanraking komen met een stilstaand object. Dit object
kan het stuur, het dashboard, de voorruit of een andere
passagier zijn.
Door de veiligheidsgordel op de juiste manier te dragen, wordt
het risico op letsel als gevolg van een dergelijke situatie
weggenomen. Een juist vastgemaakte veiligheidsgordel wordt
automatisch vergrendeld bij een botsing of noodstop om ervoor
te zorgen dat de snelheid van de drager samen met het voertuig
afneemt. Zo wordt voorkomen dat de bestuurder en passagiers
zich ongecontroleerd verplaatsen en zo ernstig letsel oplopen.