Instrumenten en bedieningselementen
• Enkele slag (4)
•
Aanpassing gevoeligheid regensensor (5)
• Wissen op basis van programma (6)
Wissen met interval
Als u de hendel naar de positie voor wissen met
interval (1) duwt, gaan de ruitenwissers automatisch
aan het werk. Het interval tussen de slagen van de
ruitenwissers kan worden verhoogd of verlaagd door
de schakelaar te draaien (5).
Het voertuig is uitgerust met een regensensor in de
voet van de achteruitkijkspiegel binnen. Deze
detecteert de variërende hoeveelheden water aan de
buitenkant van de voorruit. Als de ruitenwissers
automatisch werken, past het voertuig de snelheid van
de wissers aan op basis van de signalen die worden
doorgegeven door de regensensor. Draai de
schakelaar (5) om de gevoeligheid van de
regensensor aan te passen. Hoe groter de
gevoeligheid, des te korter het interval: er zit dan dus
steeds minder tijd tussen de slagen.
Opmerking: als u wilt dat de ruitenwisser onmiddellijk één
slag maakt, vergroot u de gevoeligheid van de regensensor.
Als de regensensor continu regenwater detecteert, blijven de
ruitenwissers actief. Het wordt aanbevolen automatisch
wissen uit te schakelen als het niet regent.