Functies van het timermenu
Controleren van de eigenlijke waarde van de software-timers
De software van de besturing is uitgerust met meerdere afteltimers
om de unit te beveiligen en een goede werking te verzekeren:
LOADUP (
– raadpleeg de parameters van de
thermostaat): begint te tellen als de thermostaattrap is
gewijzigd. Tijdens het aftellen kan de unit niet in een hogere
thermostaattrap komen te staan.
LOADDOWN (
– raadpleeg de parameters van de
thermostaat): begint te tellen als de thermostaattrap is
gewijzigd. Tijdens het aftellen kan de unit niet in een lagere
thermostaattrap komen te staan.
FLOWSTART (
waterstroom door de verdamper en als de unit in standby-positie
staat. Tijdens het aftellen kan de unit niet opstarten.
FLOWSTOP (
waterstroom
door
de
stroomstarttimer de nulwaarde heeft bereikt. Als de waterstroom
tijdens het aftellen niet opnieuw is aangevangen zal de unit
worden uitgeschakeld.
PUMPLEAD (
van de pomp): begint te tellen als de unit is ingeschakeld.
Tijdens het aftellen kan de unit niet opstarten.
PUMPLAG (
– raadpleeg de besturingsinstellingen van
de pomp): begint te tellen als de unit is uitgeschakeld. Tijdens
het aftellen blijft de pomp functioneren.
GUARDTIMER 1/2 (
compressor van circuit 1, respectievelijk circuit 2, zijn
uitgeschakeld. Tijdens het aftellen kan de compressor niet
worden heropgestart.
STARTTIMER (
een compressor opstart. Tijdens het aftellen kan er geen andere
compressor opstarten.
ANTIRECYCLING 1/2 (
de compressor van circuit 1, respectievelijk circuit 2, zijn
opgestart. Tijdens het aftellen kan de compressor niet worden
heropgestart.
STARTUPTIMER 1/2 (
tellen van zodra de compressor van circuit 1, respectievelijk
circuit 2, opgestart is. Gedurende het aftellen is het vermogen
van de compressor begrensd tot 30% van zijn capaciteit.
Controleer de actuele waarde van de software-timers als volgt:
1
Ga naar het
krijgen tot een menu" op pagina
De besturing geeft de huidige waarde weer van de
:
oplaadtimer,
stroomstoptimer
(als
stroomstarttimer de nulwaarde heeft bereikt), pomplead-timer
en de pomplag-timer.
2
Druk op de h-toets om de compressortimers te controleren.
De besturing toont de actuele waarde van de
: de beveiligingstimers (een per circuit) en de
antipendeltimers (een per circuit).
3
Druk op de h-toets om de overige timers te controleren.
De besturing toont de actuele waarde van de
EWWD120~540MBYNN
Watergekoelde ijswaterkoelgroepen
4PW22685-1
– 15 sec.): telt af bij een continu
– 5 sec): begint te tellen als de
verdamper
ophoudt
nadat
– raadpleeg de besturingsinstellingen
– 60 sec): begint te tellen als de
– 10 sec): begint te tellen als
– 600 sec): begint te tellen als
– 180 sec): begint te
. (Raadpleeg het hoofdstuk
8.)
ontlaadtimer,
stroomstarttimer,
de
unit
is
ingeschakeld
Functies van het beveiligingsmenu
Opsomming van in werking gestelde beveiligingen en
controle van de unitstatus
Als de alarmzoemer in werking is getreden en de gebruiker op de
p-toets drukt, zal de besturing automatisch het beveiligingsmenu
selecteren.
De besturing zal het
beveiligingsmenu als een beveiliging van de unit de oorzaak was
van de uitval.
Wanneer er een beveiliging van het circuit is geactiveerd, wordt
op de besturing het scherm
van het beveiligingsmenu geactiveerd.
Bij een DICN-systeem kan de besturing ook het volgende
weergeven:
gebeurt als het verkeerd aantal slaafunits is bepaald (raadpleeg
"Bepalen van de netwerkinstellingen" op pagina
een slaafunit ontbreekt (door een slechte aansluiting of
de
voedingsuitval).
Zorg ervoor dat u het correct aantal "slaafunits" bepaalt en de
juiste aansluitingen uitvoert.
LET OP
U kunt de "gevonden" slaafunits controleren in het
tweede scherm van het netwerkmenu.
Wanneer de unit met een dubbele verdamperpomp is
geconfigureerd, wordt op de besturing het
scherm van het beveiligingsmenu weergegeven wanneer een
beveiliging op de pomp de uitval heeft veroorzaakt.
1
Druk op de p-toets als de alarmzoemer in werking is getreden.
Het
bijbehorende
verschijnt. Druk op de q-toets om de gedetailleerde informatie
in te kijken. Deze schermen geven informatie over de status van
de
unit
"Beveiligingsmenu" op pagina
2
Indien meer dan één type veiligheidsvoorziening in werking
getreden is (aangeduid door W, X of C), gebruik de g- en
h-toetsen om ze in te kijken.
Functies van het archiefmenu
Controleren van de beveiligingsinformatie en de unitstatus na
een terugstelling
De informatie die beschikbaar is in het beveiligingsmenu is ook
"Toegang
opgeslagen in het archiefmenu. Daar wordt het opgeslagen nadat de
unit of het circuit is teruggesteld. Op die manier biedt het archief-
menu de mogelijkheid om de unitstatus te controleren op het moment
van de meest recente storingen.
en
de
Ga als volgt te werk om de beveiligingsinformatie en unitstatus te
controleren:
1
Ga naar het
"Toegang krijgen tot een menu" op pagina
Op de besturing wordt het laatste
informatie op het moment van de uitval opgeroepen.
2
Druk op de g- en h-toetsen om de andere huidige
schermen te raadplegen.
.
3
Druk op de q-toets om de gedetailleerde informatie in te kijken.
scherm selecteren van het
of
veiligheidsscherm
op
het
moment
van
de
12).
. (Raadpleeg het hoofdstuk
. Dit
15) of als er
met
basisinformatie
uitval
(raadpleeg
8.)
scherm met basis-
Gebruiksaanwijzing
16