1. Tussen aardgas van het type G20 en G25: pas de gasdruk aan aan de regelaar. (Raadpleeg de tabel met CE
standaard gasdrukwaarden aan het branderverdeelstuk.) Verander de spuitmond niet.
2. Tussen een gas van de tweede generatie (G20 of G25) en een gas van de derde generatie (G30 butaangas
of G31 propaangas):
a. Verander de spuitmonden.
b. Pas de druk aan het verdeelstuk aan.
3. Hecht het nieuwe etiket inbegrepen met de omzettingsuitrusting naast de bestaande classificatieplaat
verklaart die dat het gastype is omgezet. Verwijder om het even welke verwijzingen naar het eerder
gebruikte gas uit de bestaande classificatieplaat.
4. Als de doeltaal verandert, vervangt u de labels. Neem contact op met uw plaatselijke serviceagent of uw
leverancier van keukentoestellen voor een labelkit. De referentietaal staat op de hoek van het label
vermeld.
INSTRUCTIES VOOR CE GASCONVERSIE
2-10