5.6
Bevestiging van de brander op de ketel
Voorzie een gepast hefsysteem.
De branders worden geleverd met reeds gemonteerde brander-
kop en elektroden.
De dichting brander-ketel moet hermetisch
zijn.
OPGELET
Vooraleer de brander te bevestigen op de ketel, controleer of de
sonde en de elektrodes correct gepositioneerd zijn, zoals geïllu-
streerd in Afb. 14.
Handel als volgt om de brander op de ketel te bevestigen:
Bevestig de leiding van de gasstraat 18) op de schroef-
draadverbinding van de gasmenger 21), en breng een
geschikt afdichtingsmiddel voor gas aan.
Bevestig het gasventiel 20) op de flens (Afb. 15) met behulp
van de 4 bijgeleverde schroeven 18)(Afb. 15).
Let op de aanwezigheid van de afdichting 19)(Afb. 15) en de
gasdichting.
Draai de stiftbouten 2)(Afb. 16) vast aan de plaat van de
ketel 1)(Afb. 16).
Plaats het hittebestendige scherm 3)(Afb. 16).
Bevestig de flens 5)(Afb. 16) op de plaat van de ketel en
draai de moeren 4) vast (Afb. 16).
Let op tijdens deze handeling dat niet aan de groep elektro-
den wordt geknoeid.
Gebruik een geschikt afdichtingsmiddel en
controleer of hij gasdicht is (Afb. 15).
De dichting brander-ketel en van de groep
OPGELET
elektroden moet hermetisch zijn.
20050595
20154406
Installatie
5
22
NL
20047399
20
19
18
2
4
3
6 mm
Afb. 14
20136803
21
Afb. 15
1
Afb. 16