∫ Over [š] ([Gezichtsdetectie])
De volgende AF-zoneframes worden afgebeeld wanneer het toestel
de gezichten vindt.
Geel:
Wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt, wordt de frame
groen wanneer het toestel scherpgesteld heeft.
Wit:
Afgebeeld wanneer er meer dan één gezicht gevonden wordt. Er wordt ook op de andere
gezichten die zich op dezelfde afstand bevinden als gezichten binnen de gele AF-zones
scherpgesteld.
Aantekening
•
Onder bepaalde omstandigheden van beelden maken, inclusief de volgende gevallen, zou de
gezichtsherkenningsfunctie niet kunnen werken, en dit maakt het onmogelijk om gezichten op
te sporen. [AF mode] wordt geschakeld naar [
([Ø] terwijl er video's gemaakt worden).
–
Wanneer het gezicht niet naar het toestel gericht is
–
Wanneer het gezicht op een hoek is
–
Wanneer het gezicht extreem helder of donker is
–
Wanneer de gezichten weinig contrast hebben
–
Wanneer de gezichtstrekken verborgen zijn achter een zonnebril enz.
–
Wanneer het gezicht klein lijkt op het scherm
–
Wanneer er een snelle beweging is
–
Wanneer het onderwerp geen menselijk wezen is
–
Wanneer het toestel schudt
–
Wanneer de digitale zoom gebruikt wordt
–
Het maken van beelden onder water
•
Als het toestel iets anders dan iemand's gezicht registreert, verander de instellingen dan en zet
deze op iets anders dan [
∫ Opstelling [
] ([Tracking AF])
Lijn het onderwerp uit met de AF-opsporingsframe en druk dan
op 4 om op het onderwerp te vergrendelen.
A AF-volgframe
•
De AF-zone zal geel weergegeven worden wanneer een onderwerp
herkend wordt en de scherpstelling zal voortdurend bijgesteld worden
en de beweging van het onderwerp volgen (dynamisch volgen).
•
AF-opsporing wordt geannuleerd wanneer er opnieuw op 4 gedrukt
wordt.
Aantekening
•
Dynamische opsporing-functie zou niet kunnen werken in de volgende gevallen:
–
Wanneer het onderwerp te klein is
–
Waneer de opnameplaats te donker of te helder is
–
Wanneer het onderwerp te snel beweegt
–
Wanneer de achtergrond dezelfde of een soortgelijke kleur heeft als het onderwerp.
–
Wanneer er zich golfstoring voordoet
–
Wanneer u de zoom gebruikt
–
Het maken van beelden onder water
•
Als de vergrendeling niet werkt, zal het AF tracking-frame rood worden en vervolgens
verdwijnen. Druk opnieuw op 4.
•
De camera neemt beelden met [AF mode] op als [Ø], indien vergrendeld, of als Dynamic
Tracking niet werkt.
Opnemen
].
š
- 99 -
]
A