De witbalans fijn afstellen
U kunt de witbalans fijn instellen als u de gewenste tint niet krijgt met de gewone
witbalans.
•
Fijne afstelling is alleen mogelijk wanneer de Witbalans ingesteld is op [V]/[Ð]/[î]/[Ñ]/[Ò].
1
Selecteer de Witbalans om fijn af te stellen en druk vervolgens op [DISP.] om
[Instellen] af te beelden.
2
1
2
Druk op
/
2 [Rood]:
1 [Blauw]:
•
Kies [0] om de oorspronkelijke Witbalans weer in te stellen.
3
Op [MENU/SET] drukken om te eindigen.
Aantekening
•
De witbalansaanduiding op het scherm wordt rood of blauw.
•
De instelling voor het nauwkeurig afstellen van de Witbalans wordt door het beeld gebruikt
wanneer u de flits gebruikt.
•
U kunt de Witbalans onafhankelijk nauwkeurig afstellen voor elke Witbalansfunctie.
•
De fijnafstelling van de Witbalans blijft ook opgeslagen als u de camera uitzet.
•
Het niveau van de instelling voor het nauwkeurig afstellen van de Witbalans in [Ò] keert terug
naar [0] wanneer u de Witbalans opnieuw instelt met behulp van [Ó].
•
In de [Strand & Snorkelen] of [Onder water] functie, wordt de witbalans vastgesteld op [AWB],
maar deze kan fijn afgesteld worden.
•
De fijne instelling van de witbalans kan niet ingesteld worden voor [B&W] en [SEPIA] in
[Kleurfunctie].
om de witbalans te regelen.
Indrukken wanneer de tint blauwachtig is.
Indrukken wanneer de tint roodachtig is.
Opnemen
- 97 -