[LCD mode]
LCD
•
De helderheid van de beelden die afgebeeld worden op de LCD-monitor neemt toe zodat
sommige onderwerpen anders eruit zouden kunnen zien dan in werkelijkheid op de
LCD-monitor. Dit beïnvloedt echter niet de opgenomen beelden.
•
De LCD-monitor keert terug naar de normale helderheid als gedurende 30 seconden geen
handelingen uitgevoerd worden als u opneemt met de Power LCD-modus. Druk op een
willekeurige toets om de LCD-monitor weer helder te maken.
•
Als [LCD mode] ingesteld is, wordt de gebruikstijd korter.
[Richtlijnen]
•
Wanneer u het object uitlijnt op de horizontale en verticale richtlijnen of het kruispunt van deze
lijnen, kunt u opnamen maken met goed ontworpen compositie door de grootte, de helling en
de balans van het object te bekijken.
•
De instelling [Patroon] is vastgesteld op [
•
In [Panorama-opname] in de scènemodus wordt de richtlijn niet weergegeven.
Basiskennis
Deze menu-instellingen maken het gemakkelijker om de
LCD-monitor te zien wanneer u op heldere plekken bent.
[„] ([Auto power LCD])
De helderheid wordt automatisch aangepast afhankelijk van hoe
helder het om het toestel heen is.
[...] ([Spanning LCD]):
De LCD-monitor wordt helderder en gemakkelijker zichtbaar
tijdens het opnemen ook buiten.
[OFF]
¢ Kan alleen ingesteld worden als de Opnamemodus ingesteld is.
Stel het patroon in van de richtlijnen die afgebeeld worden
wanneer u beelden maakt. U kunt ook instellen of u de
beeldinformatie wel of niet afgebeeld wilt hebben wanneer de
richtlijnen afgebeeld worden.
[Opname info.]:
[ON]/[OFF]
- 53 -
¢
:
(P61)
[Patroon]:
[
] in Intelligente automatische functie.
]/[
]