∫ Voorbeeld van handmatig bijstellen van de hoogte
(door meting van de hoogte vanaf de grond tot het dak van een gebouw)
1
Zet [ON] in [Aanpassen] in [Hoogtemeter] op grond A en
zet de hoogtemeter op 0 m.
2
Verplaats u van grond A naar dak B.
3
Controleer de hoogte die gemeten wordt op dak B.
A Grond
B Dak
C Hoogte gebouw
(relatieve hoogte)
Aantekening
•
Als [Aanpassen] op [GPS] gezet is, kan de hoogte voor en na de
opname wisselen al naargelang het tijdstip waarop de
GPS-gegevens ontvangen werden.
•
Afstelling is niet mogelijk wanneer de gemeten waarde het displaybereik overschrijdt. Er zal
[----] afgebeeld worden.
•
De relatieve hoogte kan met negatieve cijfers weergegeven worden, ook al is de hoogte boven
het zeepeil, afhankelijk van de waarde die bijgesteld werd met [Aanpassen] in [Hoogtemeter].
•
Na de bijstelling kunnen nog steeds fouten van enkele meters optreden. Lees voor informatie
over het handhaven van de bijgestelde nauwkeurigheid
"
atmosfeerdruk
(P128).
GPS/Sensor
"
Over de gemeten hoogte en
- 124 -