2.
Veeg eventueel achtergebleven materiaal met een droge, pluisvrije doek van de papierbaan en de
ruimte voor de printcartridge.
3.
Plaats de printcartridge terug in de printer en sluit de printcartridgeklep.
4.
Sluit het netsnoer weer aan op de printer.
De papierbaan reinigen
Als er tonerspatten op de afdrukken zitten, reinigt u de papierbaan van de printer. U kunt stof en toner
met behulp van een transparant van de papierbaan verwijderen. Gebruik geen bankpostpapier of ruw
papier.
62
Hoofdstuk 6 Beheer en onderhoud
NLWW