3.
Plaats de envelop met de afdrukzijde naar boven en met de bovenrand tegen de
linkerpapiergeleider.
Opmerking
worden ingevoerd.
4.
Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in Windows 2000
en XP). Zie
instructies.
5.
Selecteer de gewenste materiaalsoort op het tabblad Papier/Kwaliteit of het tabblad Papier (het
tabblad Papiersoort/kwaliteit in bepaalde Mac-drivers).
Opmerking
Raadpleeg de online-Help voor de Printereigenschappen (driver) voor informatie over de
beschikbare functies voor die driver.
6.
Druk het document af.
Zie
Handinvoer
Afdrukken op transparanten of etiketten
Gebruik alleen transparanten en etiketten die speciaal bestemd zijn voor gebruik in laserprinters. Zie
Richtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal
VOORZICHTIG
hieronder beschreven staat. De temperatuur van de fuser wordt aangepast aan de ingestelde
materiaalsoort. Deze aanpassing voorkomt beschadiging van het materiaal door de fuser in de
printer, wanneer afdrukken op speciaal afdrukmateriaal, zoals transparanten of etiketten, worden
gemaakt.
VOORZICHTIG
ontbrekende etiketten.
1.
Open de vlakke uitvoerklep.
2.
Open lade 1 en pas de papiergeleiders aan de lengte en de breedte van het materiaal aan.
3.
Plaats het materiaal in lade 1. Zorg ervoor dat de bovenkant van het afdrukmateriaal naar voren
ligt en de afdrukzijde (ruwe zijde) naar boven.
NLWW
Bij enveloppen met de opening aan de korte kant, moet deze zijde het eerst
De Windows-printerdriver configureren
Niet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen.
om af te drukken via de handinvoer.
Zorg ervoor dat u de juiste materiaalsoort in de printerinstellingen opgeeft zoals
Controleer het afdrukmateriaal op kreukels, vouwen en gescheurde randen of
of
De Macintosh-printerdriver configureren
voor meer informatie.
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal
voor
31