4.
Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in Windows 2000
en XP). Zie
instructies.
5.
Selecteer de gewenste materiaalsoort op het tabblad Papier/Kwaliteit of het tabblad Papier (het
tabblad Papiersoort/kwaliteit in bepaalde Mac-drivers).
6.
Druk het document af. Verwijder het afdrukmateriaal tijdens het afdrukken uit de achterkant van
de printer, om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken en leg de afgedrukte pagina's op
een glad oppervlak.
Afdrukken op briefpapier en voorbedrukte formulieren
Zie
Richtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal
1.
Open lade 1 en pas de papiergeleiders aan de lengte en de breedte van het materiaal aan.
32
Hoofdstuk 5 Afdruktaken
Opmerking
U kunt transparanten afdrukken vanuit lade 2. De afdruksnelheid is dan echter
lager. Transparanten dienen niet te worden afgedrukt vanuit de optionele lade 3.
De Windows-printerdriver configureren
Opmerking
Niet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen.
Raadpleeg de online-Help voor de Printereigenschappen (driver) voor informatie over de
beschikbare functies voor die driver.
of
De Macintosh-printerdriver configureren
voor specificaties voor afdrukmateriaal.
voor
NLWW