Het bedieningspaneel
Het bedieningspaneel bestaat uit het LCD, de fysieke toetsen voor kopiëren en faxen, de numerieke toetsen, Extra
functies toetsen en indicators. Onderstaand treft u een toelichting aan op de toetsen die in deze handleiding worden
gebruikt. Voor meer informatie raadpleegt u Hoofdstuk 1 "Voordat u deze machine gaat gebruiken" in de Naslaggids.
[Densiteit] toets
Druk op deze toets om de densiteit voor
kopieën en faxberichten aan te passen.
/
[Sorteren/Nieten] toets
Druk op deze toets om te wisselen
tussen de Sorteren en Nieten modes.
[Beeldkwaliteit] toets
Druk op deze toets om de beeldkwaliteit voor
kopiëren en faxen te selecteren.
[Papierselectie] toets
Druk op deze toets om de
gewenste papierbron te
selecteren. (Papierlade 1-4,
Papiertafel)
Druk op deze toetsen om de waarde
van diverse instellingen te verhogen of
te verlagen. Druk ook op deze toets om
het volgende of vorige item in het menu
te bekijken.
[OK] toets
Druk op deze toets om een ingestelde
functie of mode te accepteren.
5
of
toetsen
(Hoofdbedieningspaneel)
Druk op deze toets om de Kopieer mode
in te schakelen.
Druk hierop om toegang te krijgen tot de
functie Netwerk scan. (Raadpleeg de Color
Network ScanGear User's Guide.)
[Zoompercentage] toets
Druk op deze toets om het
zoompercentage te verhogen
of te verlagen.
Druk op deze toets om de Twee-pagina
scheiding mode aan te geven.
[Kopiëren] toets
[Scannen] toets
[2-Zijdig] toets
Druk op deze toets om de 2-Zijdig
mode te selecteren.
[Twee-pagina scheiding] toets
OK