Kopieerfuncties
Een kopie maken
Onderstaand treft u een toelichting aan op de basisprocedure voor het kopiëren van een document. Voor meer
informatie over deze procedure volgt u de verwijzingen naar andere handleidingen.
Voorbereiden
Druk op
[Kopiëren] om naar de
Kopieer mode over te schakelen.
100%
AUTO
A
TEKST
Kopiëren standby display
Als de machine in de Sluimer mode staat, drukt
u op
[Hoofdschakelaar].
Als de melding <VOER AFD. ID IN> verschijnt,
voert u het Afdeling ID en wachtwoord in.
VOER AFD. CODE IN
_
AFD.ID WACHTWOORD
_
Als de melding <VOER GEBR. ID IN> verschijnt,
voert u het Gebruikers ID en wachtwoord in.
VOER GEBR. ID IN :a
_
GEBR. WACHTWOORD :a
_
Als de melding < GEEN CONTROLEKAART/
PLAATS CONTROLEKAART > verschijnt, plaatst
u een controlekaart.
GEEN CONTROLEKAART
PLAATS CONTROLEKAART
(Voor meer informatie raadpleegt u Hoofdstuk 2
"Basishandelingen" in de Naslaggids.)
9
Plaats uw originelen
In de aanvoer plaatsen
Op de glasplaat plaatsen
Plaats uw originelen
Sluit na het plaatsen van uw originelen
de aanvoer/het kopieerdeksel.
Indien nodig geeft u de kopieerinstellingen aan
met de fysieke toetsen voor kopiëren of met de
Extra functies toets.
Voor meer informatie over de basisfuncties
voor kopiëren, raadpleegt u pag. 11 t/m pag.
14. Voor meer informatie over de optionele
kopieerfuncties, raadpleegt u pag. 15 en pag. 16.
Om de diverse kopieerinstellingen aan te geven,
drukt u op
[Extra functies] en selecteert
u <KOPIEERINSTELLINGEN>.
Voor meer informatie over de kopieerinstellingen
die u kunt aangeven via het menu Extra
functies, raadpleegt u pag. 8 in de Eenvoudige
bedieningshandleiding (Aanpassen aan
uw wensen).
U kunt papier ook op de papiertafel plaatsen om
te kopiëren. (Voor meer informatie raadpleegt u
Hoofdstuk 2 "Basishandelingen" in de Naslaggids.)
Voor meer informatie over het formaat
en type papier, raadpleegt u Hoofdstuk 2
"Basishandelingen" in de Naslaggids.