Als u de begeleidingskabel door een passage moet
installeren:
•
Automower
®
volgt de begeleidingskabel aan
dezelfde kant van de kabel, zowel naar als van
het laadstation. Dat houdt in dat de
begeleidingskabel naar het laadstation rechts
van de maaier is en weg van het laadstation is de
begeleidingskabel aan links van de maaier.
In de doorgang moet de begeleidingskabel zo
worden geplaatst dat de maaier zo veel mogelijk
plaats heeft om te rijden. De afstand tussen de
begrenzingslus en de begeleidingskabel moet
echter ten minste 40 cm zijn (zie bovenstaande
afbeelding).
Dezelfde minimale afstand (40 cm) geldt ook
tussen begeleidingskabel en begeleidingskabel in
de passage als u de begeleidingskabel heen en
weer door de passage moet leggen.
Leg de kabel niet in puntige hoeken. Dat kan
ertoe leiden dat de maaier problemen heeft om
de begeleidingskabel te volgen.
6.
Leg de begeleidingskabel naar de plaats op de
begrenzingslus waar u de aansluiting wilt maken.
7.
Haal de begrenzingskabel tevoorschijn.
8.
Knip de begrenzingskabel af met bijvoorbeeld
een kniptang.
9.
Sluit de begeleidingskabel aan op de
begrenzingskabel met behulp van een
verbinding:
• Steek de uiteinden van de begrenzingskabel in
het rechter respectievelijk linker gat van het
verbindingsstuk.
• Steek het uiteinde van de begeleidingskabel in
het middelste gat.
• Druk de knop op het verbindingsstuk helemaal
in.
10. Kram de verbinding in het gazon of graaf ze in.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De functie van de begeleidingskabel varieert
afhankelijk van hoe het werkgebied eruitziet.
Daarom raden wij aan de installatie te testen
met behulp van de functie Test volg draad IN
(3-2-4), zie bladzijde 56.
36 - Nederlands
3. INSTALLATIE
135º
135º
90º