2.3 Zoekmethode
Automower
kan worden ingesteld op het zoeken naar
®
het laadstation of op een of meerdere van de drie
zoekmethoden. Met behulp van de
instelmogelijkheden kunnen de drie zoekmethoden
worden gecombineerd om het zoeken naar het
laadstation te optimaliseren. Welke zoekmethode(n)
nodig zijn, is afhankelijk van de vorm van de tuin.
Zoekmethode 1: Onregelmatig
Automower
rijdt onregelmatig tot hij het laadstation
®
vindt.
Deze zoekmethode is het meest geschikt voor
installaties met een open grasveld zonder smalle
passages (smaller dan ca. 3 meter).
Het voordeel van deze zoekmethode is dat er geen
risico bestaat van spoorvorming in het gras door de
maaier.
Het nadeel is dat de zoektijden wat lang kunnen
worden.
Zoekmethode 2: Begrenzingslus volgen
Automower
rijdt onregelmatig tot hij de
®
begrenzingslus vindt. Vervolgens volgt de maaier de
begrenzingslus naar het laadstation.
Deze zoekmethode is het meest geschikt voor
installaties met een open grasveld, brede passages
(breder dan ca. 3 meter) en geen eilanden of slechts
een klein eiland.
Het voordeel van deze zoekmethode is dat de
zoektijden doorgaans kort zijn.
Een mogelijk nadeel is dat er enige spoorvorming
kan ontstaan in het gras door de maaier. Er kunnen
ook problemen ontstaan als er kleine passages zijn of
veel eilanden, bijvoorbeeld bosjes. Automower
circa twee rondjes rond een eiland, wat lang kan duren
en tot spoorvorming kan leiden.
Zoekmethode 3: Begeleidingskabel
volgen
Automower
rijdt onregelmatig tot hij de
®
begeleidingskabel vindt. Vervolgens volgt de maaier
de begeleidingslus naar het laadstation.
De begeleidingskabel is een extra kabel die vanuit
het laadstation wordt gelegd, naar een afgelegen
deel van het werkterrein of door een smalle passage
en wordt vervolgens met de begrenzinglus
samengekoppeld. Tot Automower
tot twee begeleidingskabels worden geïnstalleerd.
Voor meer informatie, zie 3.8 Installatie van
begeleidingskabel op bladzijde 33.
2. PRESENTATIE
rijdt
®
265 ACX kunnen
®
Nederlands - 15