INHOUDSOPGAVE 1. Introductie en veiligheid ............1.1 Inleiding ..................1.2 Symbolen op Automower™ ..........1.3 Symbolen in de gebruiksaanwijzing ........1.4 Veiligheidsinstructies ............. 2. Presentatie ................2.1 Automower™, wat is wat? ..........2.2 Werking Automower™ ............2.3 Zoekmethode ................. 2.4 Meerdere Automower™ voor één tuin ......
Pagina 3
INHOUDSOPGAVE Husqvarna AB werkt voortdurend aan het verder ontwikkelen van haar producten en behoudt zich dan ook het recht voor om zonder aankondiging vooraf wijzigingen in o.a. vorm, uiterlijk en functie door te voeren. Deze gebruiksaanwijzing betreft versie 2.5x van het besturingsprogramma van de maaier.
1. Introductie en veiligheid 1.1 Inleiding Gefeliciteerd met uw keuze van een uitstekend kwaliteitsproduct. Om uw Husqvarna Automower™ optimaal te kunnen benutten is kennis nodig over de werking. Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke informatie over de maaier, hoe u deze installeert en hoe u deze gebruikt.
1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID 1.2 Symbolen op Automower™ Deze symbolen kunnen op de grasmaaier aanwezig zijn. Bestudeer ze nauwkeurig zodat u weet wat ze betekenen. • Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik uw Automower niet voor u de inhoud begrijpt.
1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID 1.3 Symbolen in de gebruiksaanwijzing Deze symbolen staan in de gebruiksaanwijzing. Bestudeer ze nauwkeurig zodat u weet wat ze betekenen. • Controle en/of onderhoud moet u uitvoeren met de schakelaar in stand OFF. 3012-288 • Gebruik altijd beschermende handschoenen bij alle werkzaamheden aan de onderkant van de maaier.
1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID 1.4 Veiligheidsinstructies Gebruik • Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en begrijp de inhoud voordat u Automower gaat gebruiken. • Het is niet toegestaan de originele uitvoering van 1001-003 Automower te wijzigen. Alle wijzigingen vinden plaats op eigen verantwoordelijkheid. •...
Pagina 8
1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID Verplaatsen Bij transport over langere afstand moet u Automower verpakken in de emballage waarin hij is geleverd. Voor veilig verplaatsen van of naar het werkgebied: Druk op de STOP-knop om de maaier te stoppen. Wanneer de stopalarm (zie bladzijde 59), voor diefstalbeveiliging is geactiveerd;...
2. Presentatie Dit hoofdstuk bevat informatie die u moet kennen als u van plan bent te gaan installeren. Een installatie van Husqvarna Automower™ bestaat uit vier hoofdcomponenten: Automower, een automatische grasmaaier die het gras maait door zich voornamelijk in een onregelmatig patroon voort te bewegen.
2. PRESENTATIE 2.1 Automower™, wat is wat? 3012-816 De getallen in de afbeelding komen overeen met: Laadcontacten 14. Maaischijf Zonnecelpaneel 15. Laadstation 16. Contactpunt Klep voor maaihoogteinstelling 17. Led voor functiecontrole van de begrenzingslus Voorwiel 18. Luskabel voor begrenzingslus en Aandrijfwiel begeleidingskabel Carrosserie...
2. PRESENTATIE 2.2 Werking Automower™ Capaciteit Wij raden de Automower Solar Hybrid aan voor gazons tot 2100 m De grootte van het terrein dat Solar Hybrid maait, is voor een groot deel afhankelijk van de hoeveelheid zonlicht, maar ook van de conditie van de messen, het soort gras, groeitempo en vochtigheid.
Pagina 12
2. PRESENTATIE Werkwijze Automower maait het gras automatisch. Hij wisselt het maaien voortdurend af met opladen. Het laadstation zendt een signaal uit, dat Automower kan registreren op 6 tot 7 meter afstand. De maaier begint zelf naar het laadstation te zoeken wanneer de lading van de accu te laag wordt.
2. PRESENTATIE Via het controlepaneel, onder het zonnecelpaneel van de maaier, regelt u alle instellingen van Automower. Op het controlepaneel zit ook de hoofdschakelaar. Wanneer de hoofdschakelaar voor de eerste keer op ON wordt gezet, begint een opstartreeks, die bestaat uit;...
2. PRESENTATIE 2.3 Zoekmethode Automower kan worden ingesteld op het zoeken naar het laadstation of op een of meerdere van de drie zoekmethoden. Met behulp van de instelmogelijkheden kunnen de drie zoekmethoden worden gecombineerd om het zoeken naar het laadstation te optimaliseren. Welke zoekmethode(n) nodig zijn, is afhankelijk van de vorm van de tuin.
2. PRESENTATIE Zoekmethode 3: Begeleidingskabel volgen Automower rijdt onregelmatig tot hij de begeleidingskabel vindt. Vervolgens volgt de maaier de begeleidingslus naar het laadstation. De begeleidingskabel is een extra kabel die vanuit het laadstation wordt gelegd, naar een afgelegen deel van het werkterrein of door een smalle passage en wordt vervolgens met de begrenzinglus samengekoppeld.
3. INSTALLATIE 3. Installatie Dit hoofdstuk beschrijft hoe u Husqvarna Automower™ installeert. Voordat u de installatie begint, moet u het voorgaande hoofdstuk lezen 2. Presentatie. Lees ook dit hele hoofdstuk door voor u de installatie begint. Hoe de installatie is uitgevoerd, beïnvloedt hoed goed Automower functioneert.
3. INSTALLATIE • Laagspanningskabel (20) • Krammen (21) • Contacten voor luskabel (22) • Spijkers (23) • Maatstok (24) • Verbindingen voor luskabel (25) Voor de installatie heeft u ook nodig: Hamer om de krammen makkelijker in de grond te krijgen, een combinatietang, en een rechte spa, indien de begrenzingskabel moet worden ingegraven.
Pagina 18
3. INSTALLATIE Denk aan de nabijheid van een stopcontact wanneer u de plaats kiest. Het laadstation moet via een laagspanningskabel en transformator worden aangesloten op een 230 V stopcontact. De meegeleverde laagspanningskabel is 20 meter lang. Tip! Het is mogelijk dat u de laagspanningskabel het werkgebied laat kruisen.
3. INSTALLATIE Plaats het laadstation niet zo dat de maaier meer dan 3 meter achter het laadstation kan komen (bijvoorbeeld op een smalle punt). De maaier zal het dan moeilijker krijgen het laadstation te vinden. 3012-822 Installatie en aansluiten van laadstation Plaats het laadstation op een geschikte plaats.
3. INSTALLATIE BELANGRIJKE INFORMATIE Trap of loop nooit op de plaat van het laadstation. 3012-533 3.3 Opladen van accu Automower wordt met een lege accu geleverd. Zodra het laadstation is aangesloten, kunt u de maaier opladen. Zet de hoofdschakelaar in stand OFF. Plaats Automower in het laadstation om de accu op te laden in de tijd dat u de begrenzingskabel legt.
Pagina 21
3. INSTALLATIE Beste plaats voor de begrenzingskabel De begrenzingskabel moet zo worden gelegd dat ze: • Vormt een lus rond het werkgebied voor Automower. Alleen originele begrenzingskabel mag worden gebruikt. Deze is vertind en heeft een hoogwaardige isolatie om tegen de vochtigheid van de aarde bestand te zijn.
Pagina 22
3. INSTALLATIE Als het werkgebied aan een kleine greppel grenst, bijv. een border, of aan een kleine verhoging zoals bijv. een lage steen (3 tot 5 cm), moet u de begrenzingskabel 30 cm binnen in het werkgebied leggen. Dit voorkomt dat de wielen in de greppel of op de stenen rijden.
Pagina 23
3. INSTALLATIE Afbakeningen in het werkgebied Gebruik de begrenzingskabel om de gebieden in het werkgebied af te bakenen door eilanden te creëren rond niet stootvaste hindernissen, bijvoorbeeld borders, struiken en fonteinen. Leg de kabel naar het gebied, trek hem rond het gebied dat moet worden afgebakend en vervolgens weer terug in het zelfde spoor.
Pagina 24
3. INSTALLATIE Passages tijdens maaien Lange en smalle passages en gebieden, smaller dan 1,5 - 2 meter, moeten worden vermeden. Wanneer Automower maait bestaat het risico dat hij te lang in de passage of het gebied rondrijdt. Het gras kan er dan platgereden uitzien.
Pagina 25
3. INSTALLATIE Hellingen De begrenzingskabel kan dwars over een helling worden gelegd die minder dan 10 % helt. 3012-830 De begrenzingskabel moet niet dwars over een helling worden gelegd die steiler is dan 10 %. Het risico bestaat dat Automower daar problemen krijgt met omdraaien.
3. INSTALLATIE Plaatsen van begrenzingskabel Leg de begrenzingskabel rond het werkgebied, maar wacht met het aansluiten van de kabel op het laadstation. 3012-221 BELANGRIJKE INFORMATIE Extra kabel mag niet in een rol buiten de begrenzingskabel worden gelegd. Dit kan leiden tot storingen aan Automower™. Tip! Gebruik de bijgevoegde maatstok als hulpmiddel wanneer u de begrenzingskabel legt.
Pagina 27
3. INSTALLATIE Uitleggen van begrenzingskabel naar het laadstation De begrenzingskabel kan op een aantal verschillende het laadstation in getrokken worden. Het beste alternatief is de kabel helemaal buiten het laadstation te leggen, zie alternatief 1. Het is ook mogelijk om de kabel onder de plaat van het laadstation te leggen volgens alternatief 2 in de afbeelding.
3. INSTALLATIE 3.5 Aansluiten van begrenzingskabel Sluit de begrenzingskabel aan op het laadstation: Til de kap van het laadstation af: • Pak met beide handen de rand van de kap beet en trek deze recht naar de zijkant toe. • Til de kap vervolgens recht omhoog. 3012-268 3012-269 Steek de uiteinden van de begrenzingskabel in...
Pagina 29
3. INSTALLATIE De kabeluiteinden in het contact leggen: • Open het contact. • Leg de kabel in de uitsparing van het contact. 3012-284 Druk het contact met een tang dicht. Druk tot u een klik hoort. 3012-264 Knip het overbodige deel van de begrenzingskabel af.
3. INSTALLATIE Zet de kap weer op het laadstation terug. Zorg ervoor dat de drie blokjes op het laadstation goed in de gaten van de kap terechtkomen. 3012-270 3.6 Controle van de installatie Controleer het lussignaal door te kijken wat de groene led op het laadstation aangeeft.
3. INSTALLATIE 3.8 Installatie van begeleidingskabel De begeleidingskabel is een extra kabel die vanuit het laadstation wordt gelegd, naar een afgelegen deel van het werkterrein of door een smalle passage en wordt vervolgens met de begrenzinglus samengekoppeld. Dezelfde kabel die wordt gebruikt voor de begrenzingslus, wordt ook voor de begeleidingskabel gebruikt.
3. INSTALLATIE • De afstand naar een afgelegen gebied is lang of gecompliceerd. Als Automower de begrenzingslus moet volgen naar of van een afgelegen gebied en de afstand langs de begrenzingslus naar het gebied is lang of gecompliceerd. 3012-737 • De begrenzingskabel ligt dwars over een lange helling (steiler dan 10 %).
Pagina 33
3. INSTALLATIE Hoe langer de begeleidingslus wordt, hoe dichter de maaier de begeleidingskabel volgt. Als de begeleidingslus groter dan 300 meter wordt, kan de maaier het moeilijk hebben om de kabel te volgen. Dit wisselt, afhankelijk van hoe de tuin en de installatie eruit zien.
Pagina 34
3. INSTALLATIE Leg de begeleidingskabel ten minste 2 meter recht vanuit de voorkant van de laadplaat. Maximaal Afstand Ten minste 30 cm Ten minste 3012-834 Als u de begeleidingskabel door een passage moet installeren: • Automower volgt de begeleidingskabel aan dezelfde kant van de kabel, zowel naar als van het laadstation.
Pagina 35
3. INSTALLATIE Sluit de begeleidingskabel aan op de begrenzingskabel met behulp van een verbinding: • Steek de uiteinden van de begrenzingskabel in het rechter respectievelijk linker gat van het verbindingsstuk. • Steek het uiteinde van de begeleidingskabel in het middelste gat. •...
4. GEBRUIK 4. Gebruik 4.1 Opladen van lege accu Wanneer Husqvarna Automower™ nieuw is of lange tijd opgeslagen is geweest, is de accu leeg en moet voor de start worden opgeladen. Het opladen duurt 1 1/2 tot 2 1/2 uur.
4. GEBRUIK 4.2 Gebruik van de timer Voor het beste maairesultaat mag het gras niet te vaak worden gemaaid. Gebruik de timerfunctie (zie 6.4 Timer (2) op bladzijde 47) om een platgereden gazon te voorkomen en voor maximale levensduur van uw Automower te zorgen.
4. GEBRUIK 4.5 Nieuwe start Nieuwe start binnen 20 seconden Doe het zonnecelpaneel dicht en controleer of de STOP-knop op bedrijfsstand staat. Nieuwe start na meer dan 20 seconden 3012-839 Als er meer dan 20 seconden zijn verstreken, na de laatste druk op de STOP-knop of het toetsenbord kan Automower niet langer worden gestart door alleen het zonnecelpaneel dicht te doen en/of de STOP-knop op...
4. GEBRUIK 4.7 Afstellen van maaihoogte De maaihoogte kan variëren van MIN (2 cm) tot MAX (6 cm). Indien het gras lang is, is het prima om Automower te laten beginnen op maaihoogte MAX. Wanneer het gras daarna korter wordt, kunt u de maaihoogte successievelijk verlagen.
5. CONTROLEPANEEL 5. Controlepaneel Via het controlepaneel regelt u alle soorten commando's en instellingen voor Husqvarna Automower. U bereikt alle functies via een aantal menu’s. 3012-838 Het controlepaneel bestaat uit een display en een toetsenbord. Alle informatie is te zien op het display en alle invoer doet u met behulp van de toetsen.
5. CONTROLEPANEEL Het toetsenbord bestaat uit vijf groepen knoppen: Snelcommando’s, programma’s, keuze, getallen en hoofdschakelaar. Hoofdmenu Commando’s Timer Tuin Instellingen 3012-416 5.1 Snelcommando’s Parkeer: • Stuurt de maaier naar het laadstation. Daar blijft hij tot de knop weer wordt ingedrukt. Het huissymbool gaat branden aan de rechterkant van het display wanneer de knop wordt ingedrukt.
5. CONTROLEPANEEL 5.2 Programma Onder de programmaknoppen kunt u verschillende instellingen opslaan, die u later weer kunt gebruiken of die het gebruik van een Automower in meerdere tuinen vergemakkelijken. Onder de desbetreffende knop zitten enkele vooraf ingestelde instellingen. U kunt ervoor kiezen deze te gebruiken of ze te wijzigen.
5. CONTROLEPANEEL 5.4 Getallen Gebruikt in de menustructuur om instellingen zoals bijvoorbeeld PIN-code, tijd of uitrijrichting aan te geven. Ook gebruikt om een cijferreeks weer te geven als snelkeuze voor de verschillende menu’s. Voor meer informatie over de cijferreeks zie Cijferreeks op bladzijde 45.
Timer 6.6 Instellingen (4) Tuin Instellingen De getallen tussen haakjes verwijzen naar de menuregels in het display van Husqvarna 3012-679 Automower. Onder iedere keuze zit een aantal submenu’s. Via deze bereikt u alle functies om instellingen voor Automower te maken.
6. MENUFUNCTIES 6.3 Commando’s (1) Via deze keuze in het hoofdmenu bereikt u de Laden dan AUTO onderstaande functies van Automower. • Laden, dan AUTO (1-1) Laatste fouten Commando’s bekijken Automower rijdt dan onmiddellijk naar het laadstation, laadt de accu op en gaat vervolgens terug naar automatische bedrijfsstand.
6. MENUFUNCTIES Timer uitschakelen (2-1) Wanneer u de timer van uw Automower heeft ingesteld kunt u met behulp van deze functie tijdelijk van deze instellingen afwijken. Timer uitschakelen • JA (2-1-1) 2-1- Zet de cursor op JA en druk op YES om de Dag timer timerfunctie uit te zetten.
6. MENUFUNCTIES Weektimer (2-4) Gebruik de YES -knop om de dagen te Timer uitschakelen selecteren/deselecteren waarop u wilt dat Automower maait/niet maait. Op de dagen die met een vinkje zijn geselecteerd, zal Automower maaien. Dag timer • Ma (2-4-1) Weekend timer •...
Pagina 49
6. MENUFUNCTIES Uitrijhoek (3-1) Automower verlaat het laadstation normaliter in een richting binnen de uitrijsector 90°-270°, waarbij 90° de beginhoek wordt genoemd en 270° de eindhoek. Door begin- en eindhoeken in te stellen, kunt u instellen in welke richting Automower het laadstation moet verlaten.
Pagina 50
6. MENUFUNCTIES • Aandeel eerste (3-1-6) Wanneer u twee uitrijsectoren gebruikt: Geef een percentage aan om te bepalen in hoeveel van de gevallen Automower het laadstation in sector 1 moet verlaten. Om de instellingen in Uitrijhoek te testen. Geef de waarde 100 % in voor Aandeel eerste als sector 1 getest moet worden.
Pagina 51
6. MENUFUNCTIES U kunt tot maximaal vijf afgelegen gebieden Gebied 1 activeren: Gebied 1, Gebied 2, Gebied 3, Gebied 4 en Gebied 5. Voor het activeren van een gebied moeten drie waarden worden Gebied 2 Volgt uitg. draad aangegeven: Gebied 3 Volg draad in Gebied 4 Max.
Pagina 52
6. MENUFUNCTIES • Volg draad in (3-2-2) Deze functie is bedoeld om te regelen hoe Uitrijhoek Volgt uitg. draad Automower naar het laadstation zoekt. Automower begint bij het zoeken naar een Volg draad Volg draad in laadstation altijd met een onregelmatige zoekmethode.
Pagina 53
6. MENUFUNCTIES • Max afstand tot draad (3-2-3) De instelling Max. Afst. tot draad geeft de afstand Max. afstand weer van de rijbaan van de maaier tot de begrenzingslus of begeleidingskabel, wanneer die naar/vanuit het laadstation worden gevolgd. Het oppervlak naast de lus/kabel dat de maaier dan gebruikt wordt de Max.
Pagina 54
6. MENUFUNCTIES • Test volg draad IN (3-2-4) De functie Test volg draad IN (3-2-4) is bedoeld Volgt uitg. draad om te testen hoe Automower zijn weg naar het laadstation vindt. Volg draad in Wanneer deze functie wordt gekozen, zal de Max.
Pagina 55
6. MENUFUNCTIES Om de afstand te bepalen van het laadstation naar een afgelegen gebied: • Geef een afstand aan die de werkelijke meer dan overschrijdt. De maximale afstand die kan worden aangegeven is 500 meter. Voer de waarde 100 % in voor Aandeel voor het gebied dat moet worden gemeten en de waarde 0 % voor de overige gebieden.
Pagina 56
6. MENUFUNCTIES Uitgebreid (3-4) • Controleer draad (3-4-1) Met deze functie kunt u ten eerste de ontvangst Uitrijhoek van het signaal van de begrenzingsdraad door de maaier controleren en ten tweede exact bepalen waar in het gazon de begrenzingskabel Volg draad ligt.
6. MENUFUNCTIES 6.6 Instellingen (4) Via deze keuze in het hoofdmenu bereikt u Commando’s onderstaande mogelijkheden voor instellingen. • Veiligheid (4-1) Veiligheid Timer om instellingen te maken met betrekking tot PIN-code, stopalarm, instellingsblokkering en Geluid Tuin alarm. De PIN-code moet worden aangegeven om het menu Veiligheid te laten verschijnen.
Pagina 58
6. MENUFUNCTIES • Te activeren: Zet de cursor op Tijdslot en druk op YES. Zet de cursor op Aantal dagen en druk op YES. Geef daarna aan hoeveel dagen u wilt dat Automower moet maaien voordat hij weer om de PIN-code vraagt. Afsluiten door op YES te drukken.
Pagina 59
6. MENUFUNCTIES • Blokker instelling (4-1-4) Deze functie voorkomt dat iemand, die de PIN-code PIN-code niet kent, instellingen kan maken of wijzigen. Het lukt dan ook niet om programma A, B of C te selecteren of op te slaan. Tijdslot Stop alarm •...
Pagina 60
6. MENUFUNCTIES Geluid Betekent 2 piepen/10 seconden Laadt 5 piepen gedurende 2 seconden Start maaischijf 3 piepen/seconde Foutmelding Een lange piep Maaischijf is geremd Kort klikgeluid Er wordt een knop op het toetsenbord ingedrukt Doffe lange piep Verkeerde invoer De maaier wordt tijdens het opladen handmatig uit het laadstation gehaald Korte dubbele piep Wijziging van instelling gedaan...
6. MENUFUNCTIES Tijd & datum (4-4) Met deze functie kunt u de tijd en datum in Veiligheid Automower veranderen. Met deze functie kunt u ook de formaatkeuze wijzigen Geluid die u heeft gemaakt toen u Automower de eerste keer Tijdsinstelling opstartte.
Het gedrag van de maaier wordt bepaald door de instellingen. Door de tuininstellingen van de maaier aan te passen aan de vorm van de tuin wordt het voor Husqvarna Automower makkelijker alle delen van de tuin even vaak te bereiken en daarmee een beter maairesultaat te krijgen.
Pagina 63
7. TUINVOORBEELDEN Voorstel voor installatie en instellingen Gebied: 1800 m . Geen begeleidingskabel nodig. Timer: Bedrijfstijd van 20 uur per etmaal. Uitrijhoeken: Een sector 90° - 270°. Zoekmethode: Onregelmatig en Volg begrenzingslus in. Uitstel: Guide 1 7 minuten, Guide 2 7 minuten en begrenzingslus 11 minuten.
Pagina 64
7. TUINVOORBEELDEN Voorstel voor installatie en instellingen Gebied: 600 m .L-vormige tuin met het laadstation op het kleine oppervlak. Geen begeleidingskabel nodig. Timer: Bedrijfstijd van 7 uur per etmaal. Uitrijhoeken: Sector 1 70°-130° en Sector 2 250° - 290°. Aandeel eerste 10 %. Zoekmethode: Onregelmatig en Volg begrenzingslus in.
Pagina 65
7. TUINVOORBEELDEN Voorstel voor installatie en instellingen Gebied: 500 m . Er zijn enkele eilanden. Geen begeleidingskabel nodig. De basisinstellingen van de maaier hoeven niet te worden gewijzigd. Timer: Bedrijfstijd van 6 uur per etmaal. Uitrijhoeken: Een sector 90° - 270°. Zoekmethode: Onregelmatig.
Pagina 66
7. TUINVOORBEELDEN Voorstel voor installatie en instellingen Gebied: 2100 m . Wij raden twee begeleidingskabels aan. Timer: Bedrijfstijd van 24 uur per etmaal. Uitrijhoeken: Een sector 90° - 270°. Volgt uitg. draad: Gebied 1, Richting Guide 1, Afstand 40 m en Aandeel 20 %. Gebied 2, Richting Guide 2, Afstand 30 m en Aandeel 30 %.
8. ONDERHOUD 8. Onderhoud Voor een betere bedrijfszekerheid en hogere levensduur, moet u Husqvarna Automower regelmatig controleren en schoonmaken en indien nodig versleten onderdelen vervangen. Voor meer informatie over het schoonmaken, zie 8.5 Schoonmaken op bladzijde 70. De eerste tijd dat Automower wordt gebruikt, moet u maaischijf, draaischotel en messen een keer per week controleren.
8. ONDERHOUD 8.1 Accu De accu is onderhoudsvrij, maar heeft een beperkte levensduur van 1 tot 4 jaar. De levensduur is ten eerste afhankelijk van de lengte van het seizoen en ten tweede van het aantal uren per dag dat Automower wordt gebruikt. Een lang seizoen of vele uren gebruik per dag betekenen dat de accu met kortere intervallen moet worden vervangen.
8. ONDERHOUD 8.3 Service Lever uw Automower voor service bij een dealer in voor de winterstalling. Bij de service kan de dealer de maaier zorgvuldig schoonmaken, de werking en de componenten testen en indien nodig slijtagedelen vervangen. Indien er gedurende het jaar nieuwe functies zijn bijgekomen kan de dealer Automower laden met nieuwe software.
Pagina 70
8. ONDERHOUD Maak de maaischijf en onderkant schoon met bijv. een afwasborstel. Controleer ook of de maaischijf vrij draait ten opzichte van de motorhouder, daar direct boven. Controleer ook of de draaischotel vrij draait ten opzichte van de maaischijf. Wanneer lange grassprieten of andere voorwerpen naar binnen komen, kan dat de maaischijf en/of draaischotel afremmen.
8. ONDERHOUD 8.6 Vervangen van messen WAARSCHUWING Gebruik altijd originelemessen en bouten bij het vervangen. Wanneer u alleen het mes vervangt en de bout opnieuw gebruikt, kan dat ertoe leiden dat de bout tijdens het maaien slijt en afbreekt. Het mes kan dan weggeworpen worden en letsel veroorzaken.
9. OPSPOREN VAN STORINGEN 9. Opsporen van storingen 9.1 Foutmeldingen Hieronder staat een aantal foutmeldingen, die op het display van Husqvarna Automower™ kunnen verschijnen. Als dezelfde fout vaak voorkomt: neem contact op met uw dealer. Foutmelding Oorzaak Maatregel Linker wielmotor...
Pagina 73
9. OPSPOREN VAN STORINGEN Foutmelding Oorzaak Maatregel Buiten maaige bied Als dit steeds op speciale stukken Probeer de begrenzingskabel te gebeurt, kan het komen door verplaatsen. storingen van metalen voorwerpen (hek, betonijzer) of ingegraven kabels in de buurt. Het werkgebied helt te sterk. Controleer of de begrenzingskabel goed is gelegd.
9. OPSPOREN VAN STORINGEN 9.2 Foutsymptomen Wanneer uw Automower niet correct functioneert, moet u het onderstaande schema volgen om de storing op te sporen. Indien de storing blijft bestaan, moet u contact opnemen met uw dealer. Symptoom Oorzaak Maatregel Ongelijkmatig Automower werkt te weinig uren per Vergroot de werktijd, zie 6.4 Timer (2) maairesultaat...
+/- 20 % 11. Informatie met betrekking tot het milieu Het symboool op Husqvarna Automower of op de verpakking geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval behandeld mag worden. Hij moet in plaats daarvan worden ingeleverd bij een geschikt recycleerstation om de elektrische en elektronische apparatuur te recyclen.
EG-verklaring van overeenstemming (Geldt alleen voor Europa) Husqvarna AB, SE-561 82 Huskvarna, Zweden, telefoon: +46-36-146500, verklaart hierbij dat automatische grasmaaier Husqvarna Automower™ met een serienummer uit het jaar 2007 en verder (het jaar met daaropvolgend een serienummer wordt duidelijk aangegeven op het productplaatje), in overeenstemming is met de voorschriften in de RICHTLIJNEN VAN DE RAAD: •...