9.12
Veiligheidstemperatuurbegrenzer
controleren
1.
Schakel de hoofdschakelaar in.
2.
Start het testprogramma P.05 (→ Pagina 16).
◁
De intern aangesloten CV-pomp wordt tijdens de
controle van de veiligheidstemperatuurbegrenzer
uitgeschakeld. Het testprogramma start automatisch
en activeert de veiligheidstemperatuurbegrenzer na
5 – 8 minuten. Anders wordt het testprogramma na
15 minuten automatisch beëindigd.
◁
De gasketel met HR-techniek schakelt bij 110°C
(tolerantie −6 K) uit.
▽
Als de veiligheidstemperatuurbegrenzer niet ten
laatste na 8 minuten geactiveerd wordt, dan is hij
defect. Vervang in dit geval de veiligheidstempera-
tuurbegrenzer.
3.
Druk na het afkoelen van de gasketel met HR-techniek
op de pin (1) om de veiligheidstemperatuurbegrenzer te
ontgrendelen.
9.13
Product leegmaken
1.
Sluit de onderhoudskranen van het product.
2.
Sluit een slang aan de vul- en aftapkraan van het pro-
duct aan.
3.
Leg de slang naar een geschikt afvoerpunt.
4.
Open de vul- en aftapkraan.
5.
Open de snelontluchter zodat het product volledig ge-
leegd wordt.
6.
Als het water is weggelopen, sluit dan de snelontluchter
en de vul- en aftapkraan opnieuw.
9.14
CV-installatie leegmaken
1.
Sluit een slang aan de vul- en aftapkraan in de verwar-
mingsaanvoer aan.
2.
Leg de slang naar een geschikt afvoerpunt.
3.
Controleer of de onderhoudskranen van het product
geopend zijn.
4.
Open de vul- en aftapkraan.
5.
Open de ontluchtingskleppen aan de radiatoren. Begin
aan de hoogst gelegen radiator en ga dan verder van
boven naar onderen.
6.
Als het water is weggelopen, sluit dan de ontluchtings-
kleppen van de radiatoren en de vul- en aftapkraan
weer.
0020241677_00 ecoCRAFT exclusive Installatie- en onderhoudshandleiding
Verhelpen van storingen 10
9.15
Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden
afsluiten
Nadat u alle onderhoudswerkzaamheden hebt afgesloten:
▶
Controleer alle besturings-, regel- en bewakingsinrichtin-
1
gen op goede werking.
▶
Controleer het product voor elke heringebruikneming en
na elke inspectie, reparatie of elk onderhoud op gasdicht-
heid!
▶
Controleer het product en de verbrandingsluchttoe-
voer/verbrandingsgasafvoer op dichtheid.
▶
Controleer ontsteking en regelmatig vlambeeld van de
brander (diagnosepunt d.44: < 250 = heel goede vlam,
> 700 geen vlam).
▶
Controleer de gasstroomdruk. (→ Pagina 19)
▶
Bereid de instelling van het CO₂-gehalte voor.
(→ Pagina 20)
▶
Stel het CO₂-gehalte bij maximumlast in (gas-luchteen-
heid/luchtgetalinstelling). (→ Pagina 20)
▶
Stel het CO₂-gehalte bij minimumlast in (gas-luchteen-
heid/luchtgetalinstelling). (→ Pagina 20)
▶
Beëindig de instelling van het CO₂-gehalte. (→ Pagina 21)
▶
Noteer elk uitgevoerd onderhoud.
▶
Klap de schakelkast omhoog.
▶
Monteer de frontmantel. (→ Pagina 11)
10 Verhelpen van storingen
Een overzicht van de foutcodes vindt u in de bijlage.
Overzicht foutcodes (→ Pagina 37)
10.1
Contact opnemen met servicepartner
Als u zich tot uw Vaillant servicepartner wendt, dan vermeldt
u indien mogelijk
–
de weergegeven foutcode (F.xx),
–
de weergegeven status van het product (S.xx).
10.2
Foutcodes aflezen
Als er een fout in het product optreedt, dan geeft het display
een storingscode F.xx weer.
Foutcodes hebben prioriteit voor alle andere indicaties.
Als er meerdere fouten tegelijk optreden, dan geeft het
display de bijbehorende foutcodes afwisselend gedurende
telkens twee seconden weer.
▶
Verhelp de fout.
▶
Om het product opnieuw in gebruik te nemen, drukt u op
de toets reset (→ bedienings- en montagehandleiding).
▶
Als u de fout niet kunt verhelpen en de fout ook na meer-
dere ontstoringspogingen weer optreedt, moet u contact
opnemen met de Vaillant servicedienst van de fabriek.
27